Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan
Tribuut(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 18 december 2017 de heffingsambtenaar had veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en het griffierecht te vergoeden. De heffingsambtenaar had eerder de waarde van een onroerende zaak vastgesteld op € 298.000 en had belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Belanghebbende had twee verschillende gemachtigden, [A] van [B].nl en [C] van [D], die beiden bezwaar maakten tegen dezelfde aanslag. De rechtbank oordeelde dat het tweede bezwaar van [C] als aanvulling op het eerste bezwaar van [A] moest worden beschouwd, maar dat de intrekking van het eerste bezwaar door [A] niet ongedaan kon worden gemaakt omdat dit buiten de bezwaartermijn gebeurde. Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de intrekking van het bezwaar niet als ondubbelzinnig had mogen aanmerken, gezien de omstandigheden dat er twee bezwaarschriften waren ingediend door verschillende gemachtigden. Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond en wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar voor een behandeling van het bezwaar in de stand waarin de bezwaarfase zich op 26 mei 2017 bevond. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en moet het betaalde griffierecht worden vergoed.