Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de alimentatieverplichtingen van een man ten opzichte van zijn kinderen na de echtscheiding. De man had in hoger beroep grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 2 november 2016, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 178,- per kind per maand, en het verzoek van de vrouw om partneralimentatie was afgewezen. De man verzocht het hof om de kinderalimentatie te verhogen en de ingangsdatum van de alimentatie te herzien.
Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen in 2016 was ontbonden en dat zij samen drie minderjarige kinderen hebben. De man voerde aan dat de ingangsdatum van de kinderalimentatie niet correct was vastgesteld en dat hij gedurende de echtscheidingsprocedure alle kosten en schulden had gedragen. Het hof oordeelde dat de ingangsdatum van de kinderalimentatie moest worden vastgesteld op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, zijnde 6 april 2016, en niet op de datum van indiening van het verzoekschrift.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat er geen ruimte was om de draagkracht die beschikbaar was voor partneralimentatie over te hevelen naar de kinderalimentatie, omdat dit zou afbreuk doen aan de voorspelbaarheid en rechtszekerheid van alimentatieberekeningen. Uiteindelijk heeft het hof de man verplicht om vanaf 6 april 2016 een bijdrage van € 469,- per maand te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, wat neerkomt op € 156,33 per kind per maand. De beschikking van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd en de man werd in zijn verzoeken deels in het gelijk gesteld.