Uitspraak
1.North Trans Scheepvaartsbedrijf V.O.F.,
North Trans,
2. [appellant2] ,
[appellant2],
3. [appellant3] ,
[appellant3],
North Trans c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Verder over de grieven
"
a. Op welke datum en op welk tijdstip is het e-mailbericht van [geïntimeerde] aan [appellant3] (met cc aan [appellant2] ), als geciteerd in rechtsoverweging 2.7 van het tussenarrest van1 augustus 2017, door [geïntimeerde] verzonden?
"Achter ieder verstuurde en ontvangen mail worden headers meegegeven, deze worden door de ontvangende en verzendende email server toegevoegd aan de mail. De headers bevatten extra mail informatie, waarin o.a. de locatie, datum/tijd en verzender en ontvanger vast gelegd zijn, Dit zijn internationale standaarden vastgelegd in het IMF (internet Message Format) document.(zie bijlage 1)
"
In het onderzoek naar de gegevens van de verzonden mail, zoals geciteerd in rechtsoverweging 2.7 van het tussenarrest van 1 augustus 217, en ontvangen mail, zaten geen onderlinge verschillen. Het Unieke ID van beide mails zijn identiek. Hierdoor kan vast komen te staan dat:
1 oktober 2013 om 19:46:50 uur, derhalve na het gesprek tussen [appellant2] en [appellant3] dat, naar tussen partijen vaststaat, plaatsvond op 1 oktober 2013 rond 17:25 uur. Het e-mailbericht biedt dan ook steun aan de (partij)getuigenverklaring van [geïntimeerde] , inhoudende dat North Trans aan hem de toezegging heeft gedaan dat het op 1 oktober 2013 door hem gefactureerde provisiebedrag zal worden voldaan.
1 oktober 2013 met [appellant3] en op 30 september 2013 met [appellant2] gemaakte afspraken, zonder dat [appellant3] en/of [appellant2] op die e-mailberichten hebben gereageerd met de opmerking dat [geïntimeerde] ten onrechte uitgaat van een betalingsafspraak. Tegenover deze verklaringen leggen de verklaringen van [appellant3] (verstaan zoals North Trans c.s. nu aangeven) en [appellant2] onvoldoende gewicht in de schaal, ook indien aan de schriftelijke verklaring van [appellant2] dezelfde bewijskracht wordt toegekend als aan een getuigenverklaring. Het hof is dan ook met de rechtbank van oordeel dat [geïntimeerde] heeft bewezen dat North Trans hem de toezegging heeft gedaan dat het op 1 oktober 2013 gefactureerde provisiebedrag zal worden voldaan.
grief III, die zich keert tegen de bewijswaardering door de rechtbank, faalt. Dat betekent dat alle grieven falen (
grief IVheeft geen zelfstandige betekenis en deelt het lot van de andere grieven). Het hof zal de bestreden vonnissen dan ook bekrachtigen. North Trans c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de proceskosten in hoger beroep (3 punten, tarief I voor het salaris van de advocaat).
3.De beslissing
€ 2.277,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;