3.De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
benoemt tot deskundigen:
drs. L.J.M. Schoutrop, psychiater
Psychiatrische expertise
Sionsweg 6
6525 EB Nijmegen
e-mail: [e-mail]
tel. 024-3240686 / [mobielnummer]
en
dr. F. van Broekhoven, kinder- en jeugdpsychiater
bezoek: Rijksstraatweg 171 / 6573 CN Beek (Berg en Dal)
post: Postbus 4 / 6573 ZG Beek (Berg en Dal)
tel. 024 - 663 50 96 / [mobielnummer]
e-mail: [e-mail]
om een onderzoek in te stellen en schriftelijk bericht uit te brengen omtrent de volgende vragen, die grotendeels ontleend zijn aan de IMWD-vraagstelling:
1. DE SITUATIE MET MISDRIJF
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van
de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke
overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte, zijn vader en
eventuele andere derden zoals docenten aangeven in relatie tot de activiteiten van het
algemene dagelijkse leven (ADL), school en het uitoefenen van hobby’s en bezigheden in
recreatieve sfeer?
b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:
de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied en de medische behandeling van het (geestelijk) letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.
c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij onderzoek?
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die
is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren
komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie
was van de onderzochte c.q. zijn vader op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn
huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het misdrijf? Wilt u deze
beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze?
h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de
blijvende gevolgen van het misdrijf mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een
belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor
de beperkingen (als bedoeld in vraag g)?
2. DE SITUATIE ZONDER MISDRIJF
(Toelichting: Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.)
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor misdrijf
a. Bestonden voor het misdrijf bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw
vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen voor het misdrijf uit deze klachten en
afwijkingen voortvloeiden en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder misdrijf
c. Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest
of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als (de confrontatie met) het misdrijf de onderzochte niet was overkomen?
d. Zo ja (dus zonder confrontatie met misdrijf ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
e. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn
f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw
vakgebied geconstateerde niet-misdrijfgerelateerde klachten en afwijkingen?
g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor
de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?
a. Wilt u bij de beantwoording van uw vragen ook aandacht besteden aan de opmerkingen die [appellant] heeft gemaakt in de memorie van grieven, zoals weergegeven onder rechtsoverweging 2.2 van dit arrest?
b. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
bepaalt dat de deskundigen tijdens het onderzoek partijen in de gelegenheid zullen stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat daarvan uit het schriftelijk bericht zal blijken;
bepaalt dat de deskundigen hun concept-deskundigenbericht aan partijen zullen toesturen en partijen in de gelegenheid zullen stellen op dat concept te reageren alvorens een definitief bericht uit te brengen. In het definitieve deskundigenbericht zullen de deskundigen de reacties van partijen op het concept bespreken;
bepaalt dat [appellant] aan drs. Schoutrop een kopie van het volledige procesdossier ter beschikking zal stellen;
beveelt partijen om aan de deskundigen alle door dezen gewenste inlichtingen te verstrekken;
bepaalt dat de deskundigen het ondertekende deskundigenbericht vóór
18 december 2018toestuurt aan de griffie van dit hof (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem);
bepaalt het voorschot van de kosten van de deskundigen op
€ 6.110,50 (incl. btw);
bepaalt dat ten laste van [appellant] geen voorschot wordt opgelegd in verband met artikel 195 derde en vierde volzin Rv en bepaalt dat het ten laste van 's Rijks kas aan de deskundige door de griffier betaalde voorschot hangende het geding voorlopig in debet wordt gesteld;
bepaalt dat de deskundigen zich - door tussenkomst van de griffie dan wel rechtstreeks - met vragen en opmerkingen kunnen wenden tot mevr. mr. R.A. Dozy, die hierbij wordt benoemd tot raadsheer-commissaris;
draagt de griffier op een afschrift van dit arrest aan de
beidedeskundigen te verzenden;
verwijst de zaak naar de rol voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellant] , 6 weken na binnenkomst van het deskundigenbericht ter griffie (zie rov. 2.6);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.A. Dozy, M. B. Beekhoven van den Boezem en S.C.P. Giesen en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 september 2018.