Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
grief Ionder meer aan dat de kantonrechter de onder 2.4, 2.5. en 2.6 vermelde feiten onjuist heeft weergegeven. Het hof zal in het navolgende rekening houden met hetgeen [appellant] daaromtrent heeft aangevoerd. De overige in het vonnis weergegeven feiten zijn niet in geschil. Ook het hof zal van deze feiten uitgaan. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die volgen uit niet weersproken stellingen van partijen dan wel de niet (voldoende) bestreden inhoud van producties, komen de feiten neer op het volgende.
."vlg afspraak Dhr [geïntimeerde] ".
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
grief 1heeft [appellant] - kort weergegeven - het volgende gesteld. Vanwege het feit dat [geïntimeerde] in grote moeilijkheden verkeerde, omdat hij in strijd met de regels van zijn franchisegever cv-ketels en installaties had uitgeleverd aan derden zonder bon, heeft [appellant] op verzoek van [geïntimeerde] de geldleningsovereenkomst getekend. Door het opstellen van de 'leningsovereenkomst' met vermelding van de factuurnummers zou [geïntimeerde] de uitgeleverde producten kunnen verantwoorden bij zijn franchisegever. Er is niet daadwerkelijk sprake van een geldleningsovereenkomst en [appellant] heeft ook geen geld ontvangen van [geïntimeerde] , zodat hij niets aan [geïntimeerde] verschuldigd is.
"de heer [appellant] van de firma [appellant] B.V." en uit het feit dat [appellant] B.V. meerdere betalingen heeft verricht, aldus [appellant] .