Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
regio Noord-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
-leidt de controverse over het (vermeend) seksueel misbruik (hoe dan ook) tot een ontwikkelingsbedreiging voor [de minderjarige] . Opgroeien zonder vader en met een negatief beeld van de vader zal een schadelijk effect hebben op haar identiteitsontwikkeling (scheefgroei) en hechting. Ook in hoger beroep is gebleken dat de moeder de vader diskwalificeert en niet in staat is hem enige rol te geven in het leven van [de minderjarige] . Niet ter discussie staat dat de moeder het beste voor heeft met [de minderjarige] , haar goed verzorgt en een goede band met haar heeft. Echter groeit [de minderjarige] op met een door de moeder ingekleurd beeld van de vader zodat zij geen mogelijkheid heeft zich een eigen beeld - laat staan een positief beeld - van de vader te vormen. De moeder neemt een overbezorgde en overbeschermende houding aan en [de minderjarige] is enorm loyaal naar de moeder. Haar angst voor de vader wordt op deze manier gevoed. De moeder stelt in dit verband dat [de minderjarige] zelf aangeeft geen contact met de vader te willen hebben en niets van de vader te willen weten, waarbij de moeder aansluit. Het hof benadrukt - gelet op de nog zeer jonge leeftijd van [de minderjarige] en haar grote afhankelijkheid van de moeder - dat juist de moeder, als ouder en volwassene, een essentiële rol speelt in het bijstellen van [de minderjarige] ’s beeld over de vader.