Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verhuizing van de moeder met haar minderjarige kind van [A] naar [B]. De moeder, die in hoger beroep was gekomen, verzocht om vervangende toestemming voor deze verhuizing, omdat zij met haar nieuwe partner een gezinsleven wilde opbouwen. De vader, die gezamenlijk gezag heeft over de minderjarige, verzette zich tegen de verhuizing en voerde aan dat de moeder niet in staat was om een stabiele omgeving voor het kind te bieden. Het hof heeft de belangen van het kind als uitgangspunt genomen en alle omstandigheden van het geval afgewogen. Het hof concludeerde dat de verhuizing in het belang van de minderjarige was, omdat dit meer stabiliteit zou bieden en de moeder de mogelijkheid gaf om een gezinsleven op te bouwen. De moeder had de verhuizing goed voorbereid en had al een school voor de minderjarige uitgezocht. Het hof verleende de moeder de gevraagde toestemming om te verhuizen en om de minderjarige in te schrijven op de basisschool in [B]. De beslissing over de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige werd door het hof onbesproken gelaten, omdat dit nog ter beoordeling van de rechtbank lag.