Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij in of omstreeks de periode van 30 juli 2012 tot en met 2 juni 2016, te [plaats] , in elk geval in en/of buiten Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bankrekening van verdachtes (schoon)vader heeft weggenomen een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer € 21.595,02, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan verdachtes (schoon)vader, genaamd [slachtoffer] , en/of de erven van die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte de/het weg te nemen geld(en) onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
zij in of omstreeks periode van 30 juli 2012 tot en met 2 juni 2016, te [plaats] , in elk geval in en/of buiten Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer € 21.595,02, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan verdachtes (schoon)vader, genaamd [slachtoffer] , en/of de erven van die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen, dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als echtgenote van de gemachtigde van de bankrekening(en) van [slachtoffer] , onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Overweging met betrekking tot de hoogte van het toegeëigende geldbedrag
€ 50,00
Overweging met betrekking tot het primaire feit
Bewezenverklaring
zij in de periode van 30 juli 2012 tot en met 2 juni 2016 in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bankrekening van verdachtes schoonvader heeft weggenomen geldbedragen tot een totaal van ongeveer € 17.155,02 geheel toebehorende aan verdachtes schoonvader, genaamd [slachtoffer] , en de erven van die [slachtoffer] , waarbij verdachte de weg te nemen gelden onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 4.288,76 (vierduizend tweehonderdachtentachtig euro en zesenzeventig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 4.288,76 (vierduizend tweehonderdachtentachtig euro en zesenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
52 (tweeënvijftig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 4.288,76 (vierduizend tweehonderdachtentachtig euro en zesenzeventig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 4.288,76 (vierduizend tweehonderdachtentachtig euro en zesenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
52 (tweeënvijftig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 4.288,76 (vierduizend tweehonderdachtentachtig euro en zesenzeventig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 4.288,76 (vierduizend tweehonderdachtentachtig euro en zesenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
52 (tweeënvijftig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.