ECLI:NL:GHARL:2018:7995

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 augustus 2018
Publicatiedatum
5 september 2018
Zaaknummer
TBS P18/0171
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van verpleging van overheidswege in het kader van terbeschikkingstelling met nadruk op proportionaliteit en doelstellingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de hervatting van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1967, had eerder een maatregel van terbeschikkingstelling opgelegd gekregen, maar was opnieuw veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder geweldsdelicten. De rechtbank Overijssel had op 29 maart 2018 de vordering tot hervatting van de verpleging toegewezen, waarop de terbeschikkinggestelde in beroep ging. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord, evenals de advocaat-generaal. De vierjaarsrapporteurs adviseerden om de terbeschikkingstelling te beëindigen, maar zowel de rechtbank als het hof volgden dit advies niet. Het hof oordeelde dat de terbeschikkinggestelde met zijn recente recidive aantoont dat de beveiliging van de maatschappij nog steeds noodzakelijk is. De maatregel van terbeschikkingstelling heeft als doel de maatschappij te beveiligen en de terbeschikkinggestelde te behandelen en te resocialiseren. Het hof concludeerde dat de verpleging van overheidswege hervat dient te worden, gezien het gevaar voor herhaling van geweldsdelicten. Het verzoek van de terbeschikkinggestelde om te onderzoeken of hij in een Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) kan worden opgenomen, werd afgewezen. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank Overijssel, met aanvulling van gronden.

Uitspraak

TBS P18/0171
Beslissing d.d. 23 augustus 2018
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkingestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,
verblijvende in [detentie] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 29 maart 2018, houdende toewijzing van de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege en verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- de processen-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 5 april 2018;
- het aanvullend advies van Reclassering Nederland van 23 juli 2018
- het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 11 augustus 2017;
- het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 februari 2018;
- het uittreksel justitiële documentatie betreffende de terbeschikkinggestelde van 7 augustus 2018.
Het hof heeft ter zitting van 9 augustus 2018 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. van der Meer, advocaat te Groningen, en de advocaat-generaal mr. A.M. de Vries.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
In 2001 heeft de rechtbank Almelo de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. Het gerechtshof Arnhem heeft bij beslissing van 17 februari 2003 alsnog de verpleging van overheidswege bevolen. In 2011 is de verpleging van overheidswege onder voorwaarden beëindigd. Inmiddels is de terbeschikkinggestelde opnieuw veroordeeld voor strafbare feiten. Het betreft voornamelijk vermogenscriminaliteit waarbij de terbeschikkinggestelde soms instrumenteel geweld heeft gebruikt.
De vraag is of op de huidige wijze verder dient te worden gegaan. De maatregel van terbeschikkingstelling dient twee doelen, namelijk de bescherming van de maatschappij en de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. Ter zitting van de rechtbank hebben de vierjaarsdeskundigen, die op de hoogte waren van de nieuwe veroordelingen, gepersisteerd bij hun advies om de terbeschikkingstelling te beëindigen. Ondanks dat er van alles is geprobeerd, heeft de behandeling namelijk nauwelijks effect gehad. De deskundigen adviseerden dat beveiliging van de maatschappij ook via het commune strafrecht kan worden bewerkstelligd. Als de dwangverpleging wordt hervat, is de kans groot dat dit zal resulteren in een langdurig verblijf binnen de terbeschikkingstelling en bestaat de kans dat de terbeschikkinggestelde uiteindelijk op een long care voorziening terecht komt. Het is zeer de vraag of hervatting van de dwangverpleging wel proportioneel zou zijn, gelet op de relatief geringe ernst van de indexdelicten. Primair heeft de verdediging verzocht om beide vorderingen van de officier van justitie af te wijzen. Subsidiair heeft de verdediging verzocht om de maatregel te verlengen en de beslissing omtrent de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege aan te houden, teneinde te laten onderzoeken of de terbeschikkinggestelde mogelijk in een Forensische Psychiatrische Kliniek (FPK) kan worden opgenomen binnen het huidige kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, eventueel met aanvulling van de voorwaarden.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Uit de stukken blijkt dat de stoornis nog onverminderd aanwezig is. Het recidiverisico werd als matig tot hoog ingeschat. Inmiddels heeft de terbeschikkinggestelde weer nieuwe strafbare feiten gepleegd, waaronder geweldsdelicten. De reclassering adviseert verlenging van de maatregel en hervatting van de verpleging van overheidswege. Ondanks het gedurfde gebaar van de rechtbank en het hof om destijds alleen de algemene voorwaarde te handhaven, heeft veroordeelde laten zien niet om te kunnen gaan met die eigen verantwoordelijkheid en zich zelfs niet aan deze voorwaarde te kunnen houden. Het gevaar voor het opnieuw plegen van een geweldsdelict is onaanvaardbaar hoog. De kern van de discussie in eerste aanleg lijkt zich niet zozeer te hebben toegespitst op de vraag of de terbeschikkinggestelde zou recidiveren, maar of het huidige kader van de maatregel van terbeschikkingstelling gehandhaafd moest worden dan wel dat er lik op stuk gereageerd moest worden op basis van het reguliere strafrecht. Beëindiging van de terbeschikkingstelling ten voordele van een lik op stuk beleid kan echter niet aan de orde kan zijn. De maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd ter beveiliging van de maatschappij en een lik op stuk beleid zou slechts als reactie op nieuwe strafbare feiten kunnen volgen. Dat het door de terbeschikkinggestelde gebruikte geweld ‘slechts’ instrumenteel is, maakt het niet minder erg. Zonder de huidige maategel is er geen enkel risicomanagement. Dat risico kan niet worden genomen, niet naar slachtoffers toe en niet naar potentiele nieuwe slachtoffers. De terbeschikkinggestelde heeft vele kansen gehad in het verleden. Nieuwe kansen zullen moeten worden gegeven binnen een strak kader van risicomanagement, bijvoorbeeld op termijn binnen transmuraal verlof /proefverlof bij een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. In elk geval zal de behandeling gericht moeten zijn op de vraag waarom het weer mis is gegaan en welk kader en welke zorg nodig zijn om herhaling te voorkomen. Gelet op de forse problematiek van terbeschikkinggestelde en de terugval in verslaving aan harddrugs kan worden aangenomen dat daar zeker twee jaar voor nodig is. De verlenging en hervatting zijn proportioneel en gerechtvaardigd door het herhalingsgevaar, de grote kans dat er nieuwe slachtoffers vallen als de maatregel niet verlengd zou worden en de dwangverpleging niet hervat zou worden.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank
Het oordeel van het hof
Afwijzen verzoek
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden om de terbeschikkinggestelde op te laten nemen binnen een FPK binnen het huidige kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden afgewezen, omdat het hof dit niet noodzakelijk acht.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij vonnis van de rechtbank Almelo van 18 september 2001 onder meer is veroordeeld ter zake van: poging tot afpersing. Dit is een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Hervatting van de verpleging van overheidswege
Voor zover de raadsman heeft betoogd dat hervatting van de verpleging van overheidswege disproportioneel zou zijn, is het hof van oordeel dat van disproportionaliteit in het onderhavige geval geen sprake is, gelet op de aard van de stoornis en de ernst van het recidivegevaar. Uit de rapportages komt naar voren dat de stoornis nog onverminderd aanwezig is. Het recidivegevaar wordt als hoog ingeschat en heeft zich inmiddels ook daadwerkelijk verwezenlijkt, aangezien de terbeschikkinggestelde in het afgelopen jaar twee keer is veroordeeld voor het plegen van nieuwe strafbare feiten - waaronder geweldsdelicten - zoals blijkt uit het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 11 augustus 2017 en het onherroepelijke vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 februari 2018. Het vonnis van de rechtbank Limburg is weliswaar niet onherroepelijk maar de terbeschikkinggestelde heeft die feiten bekend.
De maatregel van terbeschikkingstelling heeft twee doelstellingen, namelijk in de eerste plaats beveiliging van de maatschappij en in de tweede plaats behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde teneinde het herhalingsgevaar tot een zodanig aanvaardbaar niveau terug te brengen dat hij op een verantwoorde manier in de maatschappij kan terugkeren. De terbeschikkinggestelde heeft met zijn recente recidive aangetoond dat het eerste nog steeds noodzakelijk is en dat het tweede niet is geslaagd. Het hof is daarom met de rechtbank van oordeel dat vanuit oogpunt van beveiliging van de maatschappij, in het bijzonder met het oog op het gevaar voor herhaling van geweldsdelicten, de verpleging van overheidswege hervat dient te worden.
Bevestiging
Het hof is onder aanvulling van gronden als hiervoor weergegeven van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist heeft beslist. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met die aanvulling van gronden worden bevestigd.

Beslissing

Het hof:
Wijst af hetverzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden om de terbeschikkinggestelde op te laten nemen in een FPK in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Bevestigtmet aanvulling van gronden zoals hiervoor is overwogen de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 29 maart 2018 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkingestelde].
Aldus gedaan door
mr. E.A.K.G. Ruys als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. W.A. Holland als raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en drs. I. van Outheusden als raden,
in tegenwoordigheid van mr. C.M.M. van der Waerden als griffier,
en op 23 augustus 2018 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.