Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
5. Staat van de onroerende zaak, gebruik
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
nietgebrekkig was. Zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen blijkt uit deze rapporten van de deskundigen dat het lange tijd goed heeft kunnen gaan, maar dat de constructie van de open haard niet deugdelijk was waardoor er uiteindelijk brand is ontstaan.
.Zoals op zichzelf ook niet door [appellant] betwist behoort tot deze feitelijke eigenschappen een goed functionerende open haard. Omdat de omvang van de garantie uitgelegd moet worden in het licht van hetgeen [geïntimeerden] c.s. op grond van de overeenkomst, mede gelet op eventuele, kenbare gebreken van de woning, aan eigenschappen mocht verwachten, staat het hof voor de vraag of het gebrek aan (het rookkanaal bij) de open haard voor de koop aan [geïntimeerden] c.s. kenbaar was of redelijkerwijs kenbaar behoorde te zijn. Deze vraag beantwoordt het hof ontkennend. Uit de in het geding gebrachte deskundigenrapporten blijkt dat het gebrek aan de constructie van de open haard aan het blote oog onttrokken was. Het gebrek was dus niet voor [geïntimeerden] c.s. kenbaar. Van [geïntimeerden] c.s. kon redelijkerwijs niet worden verwacht dat hij een bouwkundige inspectie zou laten uitvoeren alleen om er zeker van te zijn dat (bijvoorbeeld) de open haard goed zou functioneren.
€ 1.074,00(1 punt x tarief € 1.074,00)