Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan de
Gemeente Huizen(hierna: de heffingsambtenaar)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de Gemeente Huizen tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had geoordeeld dat de heffingsambtenaar de hoorplicht had geschonden door te weigeren de gemachtigde van belanghebbende telefonisch te horen. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak van belanghebbende vastgesteld op € 130.000, maar belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze waarde, onder andere vanwege overlast van dieren en hangjongeren. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak van de heffingsambtenaar, waarbij de zaak werd terugverwezen voor een nieuwe beslissing op het bezwaar. In hoger beroep is de vraag of de heffingsambtenaar de hoorplicht heeft geschonden en of de rechtbank terecht een proceskostenvergoeding heeft toegekend. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht niet heeft geschonden, omdat de weigering om telefonisch te horen in lijn is met het beleid van de gemeente en de wetgeving. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verwijst de zaak terug voor een beslissing over de vastgestelde waarde van de woning.