Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Bronswerk,
Fortan,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2 De vaststaande feiten
- De berekeningen van de N2 Cooler hebben wij klaar.
- De detail drawings van de Bog Air Cooler zijn reeds verstuurd.
- De berekeningen van de Bog Air Cooler verwachten wij eind deze week klaar te hebben.
- De detail drawings van de N2 Cooler verwachten wij op z'n laatst 20 januari klaar te hebben.
3 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
In reconventie heeft Bronswerk - samengevat - gevorderd dat Fortan wordt veroordeeld tot betaling van:
4 De beoordeling van de grieven
grief 1, voor zover deze grief opkomt tegen de feitenvaststelling door de rechtbank.
grieven 2, 3 en 4betoogt Bronswerk dat de rechtbank is uitgegaan van een onjuiste uitlegmaatstaf en daarmee tot een onjuiste uitleg van de afspraken tussen partijen is gekomen.
grief 5stelt Bronswerk dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat (i) Fortan bevoegd was de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden, (ii) Bronswerk is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, (iii) Bronswerk verplicht was de facturen van 27 november 2015 te betalen en (iv) Fortan niet in schuldeisersverzuim verkeerde. Subsidiair heeft Bronswerk in deze grief opgenomen dat indien wel sprake zou zijn van een tekortkoming van Bronswerk, die tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst door Fortan niet rechtvaardigde, gelet op alle feiten en omstandigheden. Tot slot stelt Bronswerk in grief 5 de toekenning en omvang van de schadevergoeding en de daarover berekende btw aan de orde, en de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten. Hierop voortbouwend stelt Bronswerk in deze grief aan de orde dat de rechtbank ten onrechte de reconventionele vordering heeft afgewezen.
LJN:AG4158), de zogenoemde Haviltexmaatstaf.
LJN:AO1427) dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben. Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractbevestiging, de wijze van totstandkoming ervan - waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door (juridisch) deskundige raadslieden - en de overige bepalingen ervan (HR 29 juni 2007,
LJN:BA4909 en HR 19 januari 2007,
LJN:AZ3178).
12-2015" en "€ 10.343,- nu factuur; € 17.000,- bij levering + goedkeuring engineering".
12-2015" en "€ 10.343,- nu factuur; € 17.000,- bij levering + goedkeuring engineering". Die woorden duiden sterk op de door Fortan gestelde uitleg. De door Bronswerk gestelde datum van 23 december 2015 waarop Fortan uiterlijk zou moeten presteren is niet opgenomen. Voor haar verweer dat die datum wel was overeengekomen en Fortan dus per die datum in verzuim was, heeft Bronswerk verwezen naar de orderbevestigingen van 18 december 2015 waarin die datum wel is genoemd. De vermelding van die datum in de orders van 18 december 2015 betekent echter nog niet dat partijen deze datum ook zijn overeengekomen. Bronswerk heeft tegen de achtergrond van de navolgende feiten onvoldoende gesteld om die conclusie te kunnen trekken. Ten eerste verwijst Bronswerk in geen van de hierboven geciteerde e-mails die partijen hebben uitgewisseld tussen 22 december 2015 en 7 januari 2016 naar de datum van 23 december 2015, terwijl indien het door Bronswerk gestelde juist zou zijn, in die periode te verwachten was dat Bronswerk aan de bel zou trekken bij Fortan. Bronswerk verwijst op 4 en 5 januari 2016 zelf naar "eind 2015" respectievelijk "december 2015" als leveringsdatum (de e-mails zijn hierboven geciteerd in 2.10 en 2.12) en niet naar de specifieke datum van 23 december 2015. Ten tweede heeft Fortan de order van 18 december 2015, waarin de leveringsdatum 23 december 2015 is vermeld, niet (zoals wel de oorspronkelijke orders) voor akkoord getekend. Ten derde heeft Bronswerk per e-mail van 22 december 2015 (onderdeel van productie 9 bij dagvaarding in eerste aanleg, geciteerd in rechtsoverweging 2.8), zijnde een dag voor de door Bronswerk gestelde leveringsdatum, Fortan verzocht nog iets te wijzigen in het ontwerp, zodat oplevering de dag erna zonder nadere toelichting door Bronswerk, die ontbreekt, niet voor de hand ligt.
- De berekeningen van de Bog Air Cooler verwachten wij eind deze week klaar te hebben.
- De detail drawings van de N2 Cooler verwachten wij op z'n laatst 20 januari klaar te hebben.
Het hof stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Het hof stelt ook vast dat de eisende partij voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 900,14 is precies het bedrag dat volgens het wettelijke tarief past bij het toewijsbare deel van de vordering ( te weten: € 9.213,55 plus € 3.300,28) en zal daarom worden toegewezen. Dit deel van grief 5 slaagt dus niet.