ECLI:NL:GHARL:2018:7181
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en beoordeling van verwijtbaarheid in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker], een boswachter bij Natuurmonumenten, en zijn werkgever, Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. De kantonrechter had de arbeidsovereenkomst ontbonden op de e-grond, omdat er sprake zou zijn van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker]. In hoger beroep verzocht [verzoeker] om vernietiging van deze beschikking en om toekenning van een transitievergoeding of een billijke vergoeding. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoeker] zich neerlegde bij de ontbinding, maar niet bij de grond van de ontbinding en de ernstige verwijtbaarheid. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de persoonlijke problemen van [verzoeker] en de inspanningen van Natuurmonumenten om hem te ondersteunen. Het hof concludeert dat, hoewel de arbeidsovereenkomst terecht is ontbonden, dit op de onjuiste grond is gebeurd. Het hof oordeelt dat de g-grond van toepassing is, omdat [verzoeker] geen ernstig verwijt kan worden gemaakt voor het ontstaan van de verstoorde arbeidsrelatie. De arbeidsovereenkomst is dus beëindigd, maar de einddatum wordt vastgesteld op 1 maart 2018 in plaats van 1 februari 2018, zoals de kantonrechter had bepaald. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.