ECLI:NL:GHARL:2018:6956

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
31 juli 2018
Publicatiedatum
31 juli 2018
Zaaknummer
200.200.339/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de ontbinding van een koopovereenkomst van een motorjacht wegens gebreken aan het besturingssysteem

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Jobema Holding B.V. tegen Jansma Jacht B.V. inzake de ontbinding van een koopovereenkomst voor een motorjacht. Jobema heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat het besturingssysteem van de boot niet naar behoren functioneerde. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gebreken aan het besturingssysteem, hoewel aanwezig, niet zodanig zijn dat de boot niet aan de overeenkomst beantwoordt. Het hof verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en de procedure in hoger beroep, waarin Jobema haar vorderingen heeft uitgebreid. Het hof concludeert dat de tekortkomingen in het besturingssysteem niet van dien aard zijn dat ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is. De rechtbank had eerder de vorderingen van Jobema afgewezen, en het hof bekrachtigt dit vonnis. Jobema wordt in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.200.339/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/121336 / HA ZA 12-234)
arrest van 31 juli 2018
in de zaak van
Jobema Holding B.V.,
gevestigd te Groenlo,
appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Jobema,
advocaat: mr. M.H.T. Kleijn-Coumans, kantoorhoudend te Tiel,
tegen
Jansma Jacht B.V.,
gevestigd te Sneek,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Jansma,
advocaat: mr. R. Glas, kantoorhoudend te Leeuwarden.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 3 oktober 2012, 4 september 2013, 4 december 2013, 19 februari 2014 en 30 maart 2016 die de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 22 juni 2016 (met producties),
- de memorie van grieven, tevens akte vermeerdering eis (met producties),
- de memorie van antwoord tevens van incidenteel hoger beroep,
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep,
- een akte van Jobema,
- een antwoordakte van Jansma.
2.2.
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
2.3.
Jobema vordert in het principaal hoger beroep:
"het vonnis dat de Rechtbank Noord-Nederland op 30 maart 2016 heeft gewezen (…) te vernietigen en, opnieuw rechtdoende zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
PrimairI. Te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst tussen Jobema en Jansma Jacht van 28 juli 2008 buitengerechtelijk is ontbonden;
SubsidiairII. De koopovereenkomst tussen Jobema en Jansma Jacht van 28 juli 2008 gerechtelijk te ontbinden;
Zowel primair als subsidiair:III. Jansma Jacht B.V. te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 228.292,85 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het intreden van het verzuim 26 januari 2012 - of vanaf het moment van de buitengerechtelijke ontbinding op 28 februari 2012 - of vanaf het moment dat uw Gerechtshof gerede acht tot het moment van volledige voldoening;
IV. Jansma Jacht B.V. te veroordelen tot betaling aan Jobema de volgende bedragen ter voldoening van de kosten die Jobema heeft moeten maken voor deskundigen:a. € 3.942,12 Rotgans - rente vanaf vervaldatum factuur 22-11-2011b. € 3.509,- Beekmann - rente vanaf moment betalen voorschot 11-03-2014c. € 617,10 Radar scheepsexperts - rente vanaf vervaldatum factuur 14-01-2015d. € 310,55 Rotgans - rente vanaf vervaldatum factuur 20-06-2016
V. Jansma Jacht B.V. te veroordelen in de kosten die samenhangen met de voorlopige plaatsopneming:a. € 11.500,- Transport - rente vanaf vervaldatum factuur [opzoeken]b. € 1.017,50 Verplaatsen boot - rente vanaf vervaldatum factuur 03-03-2017
VI. Jansma Jacht B.V. te veroordelen om al hetgeen Jobema ter uitvoering van het bestreden vonnis aan Jansma Jacht heeft voldaan aan Jobema terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de betaling tot aan de dag van de terugbetaling en daarmee Jansma Jacht te veroordelen in de kosten in beide instanties.
VII. Jansma Jacht B.V. te veroordelen in de nakosten."
2.4.
Jansma vordert in het incidenteel hoger beroep:
"bij arrest voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:Het vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, d.d. 30 maart 2016 (…) desnoods onder verbetering of aanvulling van gronden te bekrachtigen, althans de incidentele grief gegrond te verklaren en de grieven in principaal appel ongegrond te verklaren, met veroordeling van Jobema in de kosten van het hoger beroep te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen arrest tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met nakosten ter hoogte van € 131,- zonder betekening en van € 199,- met betekening van het in deze te wijzen arrest."

3.De vaststaande feiten

3.1.
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in rechtsoverweging 2.1. (a t/m g) van het bestreden vonnis van 4 september 2013, aangevuld met hetgeen in hoger beroep vast is komen te staan.
3.2.
Krachtens schriftelijke koopovereenkomst heeft Jobema op 28 juli 2008 van Jansma een motorjacht van het type Bavaria 37 Sport HT (hierna: de boot) gekocht voor de prijs van € 228.292,85. De boot beschikt over een Mercruiser Axius besturingssysteem. Bij dit systeem is éénhandsbediening door middel van een joystick mogelijk. Brunswick (Mercruiser) is de leverancier van het Axius systeem. De boot is in maart 2009 in Sneek aan Jobema geleverd door Jansma. Jobema heeft de boot vervolgens overgebracht naar het Gardameer in Italië en in april 2009 in de vaart genomen.
3.3.
Nadat Jobema zich in juni 2009 telefonisch bij Jansma had beklaagd over de bediening met de joystick (in de noordwest-positie van de joystick bleek de boot in noordoostelijke richting te gaan en omgekeerd), heeft Jansma bij e-mailbericht van 25 juni 2009 gereageerd.
3.4.
Vervolgens zijn diverse e-mailberichten gewisseld en is het besturingssysteem van de boot op 31 mei 2010 door vertegenwoordigers van Brunswick (Mercruiser) onderzocht. Bij e-mailbericht van 5 juni 2010 heeft de heer [A] van Brunswick de heer [B] , de directeur van Jobema (hierna: [B] ), als volgt bericht:
"Ik heb het verslag van onze technische ploeg ontvangen naar aanleiding van de test vorige week. Zoals u terecht aangeeft werkt het Axius systeem niet naar behoren indien het systeem zich in docking mode bevindt. De reden hiervoor is dat de calibratie voor Bavaria werd ontwikkeld en getest vlak bij het test centrum van Bavaria. De rivier daar beschikt over een stevige stroming waardoor je een ander profiel krijgt, en dit laat zich merken bij gebruik van de boot op bijvoorbeeld een meer.Wij bekijken momenteel hoe we deze calibratie op korte termijn kunnen aanpassen.Nogmaals onze verontschuldigingen voor deze problemen maar wij houden u op de hoogte in verband met de oplossing."
3.5.
Bij aangetekende brief van 2 augustus 2010 aan Jansma heeft Jobema, bij monde van [B] , geconstateerd dat Brunswick de handdoek in de ring heeft gegooid betreffende het Axius besturingssysteem en dat dit niet naar behoren werkt. Tevens heeft [B] daarin een schadeclaim aangekondigd. In reactie daarop heeft Brunswick bij brief van 4 augustus 2010 aan Jansma kenbaar gemaakt dat het Axius systeem binnen de gestelde specificaties functioneert.
3.6.
In opdracht van ARAG, de rechtsbijstandsverzekeraar van Jobema, heeft Rotgans Scheepsadviesbureau (hierna: Rotgans) een 8 november 2011 gedateerd rapport betreffende de boot uitgebracht. Daarin is onder meer vermeld dat het Axius besturingssysteem niet naar behoren werkt, dat de kwaliteit van de polyester/gel-coat van de boot op diverse plaatsen zeer slecht is, dat er sprake is van een onjuiste aanduiding van de indicatiemeter van de fecaliëntank en dat het afdichtingsrubber van het stuurboordse stuurhutraam op diverse plaatsen los laat. Voor dit rapport heeft Rotgans een bedrag van € 3.942,12 gefactureerd aan ARAG.
3.7.
Bij aangetekende brief van 5 januari 2012 heeft ARAG Jansma namens Jobema gesommeerd haar verplichtingen uit de koopovereenkomst betreffende het besturingssysteem en de polyester/gelcoat binnen drie weken na te komen en de door Jobema betreffende de andere twee gebreken gemaakte herstelkosten ten bedrage van € 655,- te voldoen.
3.8.
Vervolgens heeft ARAG Jansma bij aangetekende brief van 28 februari 2012 meegedeeld dat Jobema de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbindt en terugbetaling van de koopsom verzoekt.

4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

4.1.
Jobema heeft in eerste aanleg - kort samengevat - gevorderd een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden met veroordeling van Jansma tot terugbetaling van de koopsom ad € 228.292,85 en de kosten van Rotgans ad € 3.942,12. Subsidiair heeft Jobema gevorderd ontbinding van de koopovereenkomst op grond van toerekenbaar tekortschieten, althans op grond van dwaling en daarbij Jansma te veroordelen tot betaling van de koopsom en de kosten van Rotgans.
4.2.
Jansma heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4.3.
De rechtbank heeft bij vonnis van 30 maart 2016 de vorderingen van Jobema afgewezen en Jobema veroordeeld in de proceskosten, de nakosten en de kosten ter zake het inschakelen van deskundige [C] .

5.De beoordeling van de grieven en de vorderingde eisvermeerdering

5.1.
Het hof constateert dat Jobema in hoger beroep zijn eis heeft vermeerderd door de kosten van transport en in het water laten van de boot ten behoeve van de voorlopige plaatsopneming ter hoogte van € 11.500,-, respectievelijk € 1.017,50 van Jansma te vorderen. Jansma heeft deze vorderingen inhoudelijk bestreden, maar tegen de gedane eisvermeerdering geen bezwaar gemaakt. Nu de eisvermeerdering ook ambtshalve door het hof niet in strijd met de eisen van een goede procesorde wordt geoordeeld, zal het hof recht doen op de in principaal hoger beroep gewijzigde eis.
in het principaal appel
5.2.
Jobema heeft in hoger beroep vijf grieven opgeworpen die zich in de kern richten tegen de afwijzing door de rechtbank van de door haar ingestelde primaire vordering voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden en de subsidiaire vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst op grond van gebreken, alsmede meer subsidiair op grond van dwaling.
5.3.
Het hof stelt het volgende voorop. Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van één van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
5.4.
Dit artikel ligt ten grondslag aan de (hoofd)vordering van Jobema. Of Jobema de koopovereenkomst van 28 juli 2008 op 28 februari 2012 rechtsgeldig heeft ontbonden, is allereerst afhankelijk van het antwoord op de vraag of Jansma tekort is geschoten in de nakoming van één van zijn verbintenissen.
5.5.
Ingevolge artikel 7:17 BW moet de afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Artikel 7:17 lid 2 BW bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
5.6.
Jobema heeft zich op het standpunt gesteld dat het Axius-besturingssysteem van de boot gebreken vertoont, in die zin dat wanneer de joystick naar de positie NW wordt gepositioneerd de boeg van de boot naar de NO-positie draait, terwijl wanneer de joystick naar de positie NO gepositioneerd wordt, de boeg van de boot naar de NW-positie draait. Naar de mening van Jobema mocht zij, mede op grond van het handboek van het Axius besturingssysteem, verwachten dat zij de boot kon besturen met 'pinpoint precision', waarbij de boot in de aangegeven richting beweegt zonder de boeg van koers te laten veranderen.
5.7.
Zoals de rechtbank in het vonnis van 30 maart 2016 terecht heeft overwogen, betreft het door Jobema gestelde gebrek de zogenaamde enkelvoudige functies 'noordoost' (NO, 45 graden naar stuurboord, commando 24709) en 'noordwest' (NW, 45 graden naar bakboord, commando 24712) van het Axius besturingssysteem, welke functies in het handboek als volgt zijn weergegeven:
5.8.
De rechtbank heeft aan de door haar benoemde deskundige [C] de vraag voorgelegd of het juist is dat de boot met het onderhavige Axius besturingssysteem bij bediening met de joystick in de noordwest-positie bij het vooruit varen naar noordoostelijke richting gaat in plaats van in de noordwestelijke richting en omgekeerd. [C] heeft deze vraag als volgt beantwoord:
"Op het moment dat de joystick naar de positie NW (noordwest) wordt gepositioneerd, betekent dit dat het schip schuin naar voren zal moeten bewegen in NW richting, conform de stand van de joystick. In dit geval gebeurde dat ook. Echter tegelijkertijd draaide de boeg naar stuurboord. Het is dus niet zo, dat het schip naar het NO (noordoost) verplaatst werd. In dit geval lijkt het dat het schip zich naar het NO verplaatst, maar dat is niet juist, omdat alleen de boeg niet NW blijft voorliggen."Op de vraag of met het maken van draaibewegingen met de joystick de richting van de boot gecorrigeerd kan worden, zodanig dat deze in de gewenste richting noordwest dan wel noordoost vaart, antwoordt [C] :
"Het is juist dat de joystick een optie heeft om daarmee een draaibeweging te maken. Indien men tijdens het gebruik van de positionering van de joystick naar NO en NW, kan men eenvoudig met dezelfde hand waarmee men de joystick bedient, de bovenkant van de joystick draaien om de draaiing van de boeg van de boot te corrigeren. De heer [B] is hiervan op de hoogte. De heer [B] is van mening dat het schip exact NO moet varen indien de joystick in deze stand wordt gepositioneerd. De heer [B] wenst geen correcties tijdens deze manoeuvres toe te passen omdat de joystick moet werken zoals beschreven in de Axius manual. In productie 21 van SteentjesWoltersMulder Advocaten, hoofdstuk 3, bladzijde 47, "op het water" staat de werking van de joystick beschreven. Er staat letterlijk "handeling met de Joystick" figuur 24709, bewogen in NO richting: "Boot beweegt diagonaal vooruit en naar stuurboord zonder te draaien". Vastgesteld kan worden dat de onderhavige boot niet 100% exact reageert als beschreven in deze manual."Vaststaat dat [C] de voornoemde draaifunctie van de joystick tijdens de proefvaart niet heeft getest.
5.9.
Bij beschikking van 25 november 2016 heeft dit hof, naar aanleiding van het daartoe strekkende verzoek van Jobema, een voorlopige plaatsopneming bepaald. Het hof overwoog daartoe dat Jobema de te onderzoeken feiten (voldoende) duidelijk heeft gemaakt en dat het niet gaat om het 'overdoen' van de bevindingen van [C] , maar veeleer om een nadere specificering van de (ook door [C] ) geconstateerde afwijking van de boeg indien met de joystick in noordwestelijke en/of noordoostelijke richting wordt gestuurd en het antwoord op de vraag of die afwijking middels een draaibeweging van de joystick (eenvoudig) is te corrigeren, hetgeen door [C] niet is onderzocht.
5.10.
De voorlopige plaatsopneming heeft plaatsgevonden op 10 mei 2017. In het daarvan opgemaakte proces-verbaal wordt, voor zover relevant, het volgende vermeld:
"De heer [B] bestuurt het motorjacht en stuurt het motorjacht met de joystick op verzoek van de raadsheer-commissaris in noordoostelijke richting. De raadsheer-commissaris stelt hierbij vast dat het motorjacht in westelijke richting draait.Vervolgens stuurt de heer [B] het motorjacht met de joystick in noordwestelijke richting. De raadsheer-commissaris stelt vast dat het motorjacht hierbij recht vooruit vaart.Vervolgens stuurt de heer [B] op verzoek van de raadsheer-commissaris het motorjacht nogmaals met de joystick in noordwestelijke richting, teneinde vast te stellen of de boeg hierbij al dan niet draait. De raadsheer-commissaris stelt vast dat de boeg aanvankelijk in noordoostelijke richting draait en vervolgens voor blijft liggen. Wanneer de heer [B] het motorjacht in noordoostelijke richting stuurt, draait de boeg iets in noordwestelijke richting.Daarop neemt de heer [D] de besturing van het motorjacht over en stuurt hij op verzoek van de raadsheer-commissaris het motorjacht met de joystick in noordwestelijke richting, waarbij hij de correctiefunctie van de joystick toepast. De raadsheer-commissaris stelt vast dat het motorjacht hierbij in noordwestelijke richting vaart, terwijl de boeg recht blijft liggen. Wanneer de heer [D] het motorjacht met de joystick in noordoostelijke richting stuurt, vaart het motorjacht met behulp van de correctiefunctie van de joystick, in noordoostelijke richting waarbij de boeg recht blijft.Vervolgens neemt de raadsheer-commissaris de besturing van het motorjacht over en stuurt het motorjacht met de joystick in noordwestelijke richting. De raadsheer-commissaris stelt vast dat de boeg van het motorjacht hierbij aanvankelijk in noordoostelijke richting draait, en dat de correctiefunctie van de joystick toegepast dient te worden teneinde het motorjacht in noordwestelijke richting te laten draaien. Dit geldt vice versa wanneer het motorjacht in noordoostelijke richting wordt gestuurd."
5.11.
Het hof constateert dat zowel uit de deskundigenrapportage als uit het proces-verbaal van de voorlopige plaatsopneming naar voren komt dat bij het commando NW de boot zich weliswaar in noordwestelijke richting beweegt, maar dat tegelijkertijd de boeg van de boot in noordoostelijke richting draait, terwijl bij het commando NO de boot zich in noordoostelijke richting beweegt, maar de boeg in noordwestelijke richting draait. In zoverre functioneert het Axius besturingssysteem ten aanzien van de enkelvoudige functies NO en NW niet overeenkomstig de handleiding, waarin ten aanzien van de commando's NO en NW is vermeld dat de boot diagonaal vooruit en naar stuurboord respectievelijk bakboord beweegt
zonder te draaien.
5.12.
Met de rechtbank is het hof echter van oordeel dat van een gebrekkig besturingssysteem in de zin van artikel 7:17 BW geen sprake is. Weliswaar staat vast dat de boot bij toepassing van de enkelvoudige functies NW en NO niet zonder het draaien van de boeg in de noordwestelijke dan wel noordoostelijke richting beweegt, maar dit maakt naar het oordeel van het hof niet dat de boot niet aan de overeenkomst beantwoordt doordat de boot niet de eigenschappen bezit die Jobema op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Het hof overweegt daartoe als volgt. Jobema heeft aangevoerd dat hetgeen hij van (het besturingssysteem van) de boot mocht verwachten, mede is ingekleurd door het promotiemateriaal van Brunswick/Mercury Marine, fabrikant van het Axius-besturingssysteem. Wat er ook zij van dit promotiemateriaal en de vraag in hoeverre dit de verwachtingen van Jobema gekleurd heeft (Jansma betwist dat hij het betreffende promotiemateriaal aan Jobema verstrekt heeft), aangenomen kan worden dat Jobema de verwachting had dat de boot zeer gemakkelijk met 'pinpoint precision' met één hand in de gewenste richting kon worden gemanoeuvreerd. Nadat Jobema de boot in de vaart had genomen is gebleken dat, anders dan volgens de handleiding, bij twee enkelvoudige functies (NO en NW) de boot niet zonder te draaien in de gewenste richting beweegt. Hoewel dit kan worden gezien als een onvolkomenheid, maakt dit naar het oordeel van het hof niet dat de boot, althans het Axius-besturingssysteem, niet aan de overeenkomst beantwoordt. Daartoe is redengevend dat de functies NO en NW naar behoren functioneren indien het gebruik van de joystick wordt gecombineerd met de draaifunctie van de joystick, terwijl deze beide functies op eenvoudige wijze tegelijkertijd met één hand uitgevoerd kunnen worden. Het hof verwijst daartoe naar de constatering van [C] :
"Indien men tijdens het gebruik van de positionering van de joystick naar NO en NW, kan men eenvoudig met dezelfde hand waarmee men de joystick bedient, de bovenkant van de joystick draaien om de draaiing van de boeg van de boot te corrigeren.".Die constatering wordt bevestigd door de bevindingen van de raadsheer-commissaris ter gelegenheid van de voorlopige plaatsopneming, waarbij de boot bij toepassing van de correctiefunctie (de draaifunctie) door zowel [D] als de raadsheer-commissaris in de gewenste noordwestelijke of noordoostelijke richting bewoog terwijl de boeg recht bleef liggen. Met die beweging van dezelfde hand wordt bereikt wat in de handleiding van het Axius besturingssysteem aan bedieningsmogelijkheden uiteen is gezet, zowel aan controle (met één hand), precisie en gebruiksgemak. Volgens de handleiding zijn er daarbij meer stuurbewegingen waarbij het noodzakelijk is dat naast het bewegen van de joystick in een bepaalde richting ook gebruik wordt gemaakt van de draaifunctie van de joystick. Ook indien zoals naar nu blijkt bij twee enkelvoudige stuurhandelingen eveneens de draaifunctie moet worden gebruikt, is derhalve nog steeds sprake van een zeer gemakkelijk met één hand te manoeuvreren boot en voldoet de boot daarmee aan hetgeen Jobema op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dat niet zomaar iedereen de betreffende boot kan besturen, doet hier niet aan af, gelet op het type boot (lengte en kracht). Ook de stelling van Jobema dat de boot iedere keer anders reageert op een NO en NW commando maakt dit niet anders. Niet gebleken is dat de boot zo onverwacht reageert dat het uitvoeren van een NO of NW commando onverantwoord is of dat deze niet met één hand is bij te sturen.
5.13.
Het vorenoverwogene leidt tot de conclusie dat het niet (geheel) volgens de handleiding functioneren van het Axius besturingssysteem ten aanzien van de commando's NW en NO niet maakt dat sprake is van een gebrek en daarmee niet van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan de zijde van Jansma, zodat het beroep op ontbinding van de koopovereenkomst terecht is afgewezen. Ten aanzien van het beroep op dwaling overweegt het hof, nog daargelaten dat Jobema in haar petitum geen vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling vordert, dat dit beroep evenmin kan worden gehonoreerd nu dit er vanuit gaat dat het besturingssysteem gebrekkig is, terwijl dit, zoals uit de voorgaande overwegingen blijkt, niet het geval is.
5.14.
De grieven in principaal appel falen.
5.15.
De vorderingen van Jobema die zij bij wege van vermeerdering van eis heeft ingesteld, komen niet voor toewijzing in aanmerking, nu Jansma gelet op het voorgaande niet schadeplichtig is jegens Jobema. Deze vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
in het incidenteel appel
5.16.
Met haar grief in incidenteel appel betoogt Jansma dat de rechtbank het beroep op verjaring van de vordering van Jobema ten onrechte heeft afgewezen. Het hof constateert dat Jansma in deze grief slechts zijn in eerste aanleg gevoerde verweer handhaaft. Nu het hof in principaal appel heeft overwogen dat de vorderingen van Jobema terecht door de rechtbank zijn afgewezen, heeft Jansma bij bespreking van deze grief geen belang meer.

6.De slotsom

6.1.
De grieven falen, zodat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd.
6.2.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Jobema in de kosten van het hoger beroep veroordelen (tarief VI, 1 punt). Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.
6.3.
Nu het incidenteel appel een gehandhaafd verweer betreft dat het hof gelet op de devolutieve werking van het appel ook ambtshalve had moeten beoordelen, is het incidenteel appel als zodanig onnodig ingesteld. Een kostenveroordeling zal daarin dan ook niet worden uitgesproken.

7.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 30 maart 2016;
veroordeelt Jobema in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Jansma vastgesteld op € 5.213,- voor verschotten en op € 3.919,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt Jobema in de nakosten, begroot op € 157,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82,- in geval Jobema niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. R.E. Weening, mr. I.F. Clement en mr. W.F. Boele en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op dinsdag 31 juli 2018.