Uitspraak
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- voor recht te verklaren dat [appellante] een bedrag van € 17.400,- wegens huurderving over de periode juli 2013 tot en met december 2015 dient te voldoen,
- voor recht te verklaren dat [appellante] een bedrag van € 594,85 wegens huurschuld over de periode juli 2013 tot en met 6 maart 2016 dient te voldoen.
3.De feiten
Naar aanleiding van de werkzaamheden aan de [a-straat] 33, kan ik u melden dat de genoemde werkzaamheden gereed zijn op de definitieve dakdoorvoering na. We zijn reeds meerdere malen geweest, waarbij de bovenbuurvrouw moeilijk doet om een afspraak te maken en wij zodoende geen toegang verkrijgen. (...) Mijn voorstel is dan ook het restant van het project uit te factureren aan u, zodat het project voorlopig gesloten kan worden.”
Het geschil in eerste aanleg, de beslissing van de kantonrechter en de executie van het vonnis
- € 1.441,26 wegens huurachterstand over de periode vanaf december 2011 tot mei 2013, te vermeerderen met de wettelijke rente,
- € 3.960,- wegens huurachterstand over de periode vanaf mei 2013 tot en met december 2013, te vermeerderen met de wettelijke rente,
- € 495,- per maand voor iedere maand of gedeelte van een maand dat [appellante] het gehuurde na 1 juni 2015 in gebruik heeft,
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, vermeerderd met de wettelijke rente.
5.De beoordeling van de grieven
grief 1komt [appellante] hiertegen op.
grief 2komt [appellante] tegen deze overweging op. Volgens [appellante] heeft de kantonrechter op geen enkele wijze gemotiveerd hoe hij tot die overweging komt en is een dergelijke overweging ook volstrekt onbegrijpelijk.
grief 3dat zij de werklieden heeft gehinderd en verwijt de kantonrechter dat hij tot dit oordeel is gekomen zonder, gelet op de gemotiveerde betwisting, nader onderzoek te doen.
grieven 6, 7 en 8komt [appellante] tegen deze beslissingen op. Deze grieven slagen niet. Als veronderstellende wijs wordt aangenomen dat [geïntimeerde1] niet beschikt over een splitsingsvergunning, in het gehuurde gebreken zijn waardoor [appellante] (mogelijk) overlast zal gaan ondervinden van de beneden huurders en [appellante] problemen kan hebben met continuering van haar telefoon- en internet abonnement als de beneden huurders op hetzelfde adres bij een andere provider een telefoon- en internetabonnement aanvragen, dan zijn dat omstandigheden die niet rechtvaardigen dat [appellante] zich op een wijze gedraagt die op zichzelf een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Deze grieven falen derhalve.
grieven 4, 5 en 9tegen deze rechtsoverwegingen op.
- [appellante] heeft stelselmatig de huur te laat, te weten achteraf in plaats van vooraf, betaald en heeft bovendien op gezette tijden een substantiële huurachterstand laten ontstaan;
- [appellante] heeft ook ruimtes in het pand die niet tot het gehuurde behoorde in gebruik genomen, waaronder in het bijzonder het dakterras;
- [appellante] heeft de door [geïntimeerden] c.s. ingeschakelde werklieden bij het uitvoeren van de renovatiewerkzaamheden in het pand gehinderd;
- [appellante] heeft de verhuur van de ruimte op de benedenverdieping bemoeilijkt door potentiële huurders af te schrikken;
- [appellante] heeft aan de huurders op de benedenverdieping zodanige overlast veroorzaakt dat zij de huurovereenkomst hebben opgezegd en zijn vertrokken.