3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Unigro oefent als bedrijf de groothandel in levensmiddelen en aanverwante artikelen uit. Unigro heeft onder meer als winkelformule de "Super". Zelfstandige eigenaren van levensmiddelenbedrijven kunnen met Unigro een samenwerkingsovereenkomst aangaan, waaruit onder meer het hanteren van deze winkelformule voortvloeit. Aan de Jupiterstraat 6 in Enschede is zo'n Super gedreven door de zelfstandige ondernemer [betrokkene 1]. De bedrijfsresultaten waren zeer negatief, reden waarom de exploitatie door [betrokkene 1] is gestaakt in de maand juli 1992. De vestiging is toen niet gesloten. In de winkel van [betrokkene 1] werd door verweerder in cassatie [verweerder], als zelfstandig ondernemer, een slagerij uitgeoefend (winkel in winkel). [verweerder] voerde in zijn slagerij de productgroepen vlees, vleeswaren en kaas. Deze slagerij is door [verweerder] na juli 1992 gecontinueerd.
(ii) Unigro en [verweerder] hebben vervolgens een samenwerkingsovereenkomst gesloten op 23 september 1992. Kort gezegd kwam deze erop neer dat [verweerder] als zelfstandig ondernemer het levensmiddelenbedrijf zou voortzetten, inclusief de van oudsher door hem reeds gedreven slagerij, met gebruikmaking van de Super-formule, en wel in het pand aan de Jupiterstraat 6 in Enschede. Naast hetgeen door partijen is vastgelegd in de op schrift gestelde samenwerkingsovereenkomst, zijn zij overeengekomen dat Unigro aanpassingen zou verrichten/bekostigen aan de winkel. Voorts heeft Unigro aan [verweerder] een bedrag toegezegd van ƒ 25.000,-- bestemd voor reclame-uitingen, op het moment dat er in de buurt een vestiging zou worden geopend van Albert Heijn. Vlak voor het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst heeft [verweerder] een tweede slagerij geopend, elders (aan de Daalweg) in Enschede.
(iii) Voorafgaand aan het sluiten van de samenwerkings-overeenkomst zijn exploitatiebegrotingen gemaakt ten aanzien van de kalenderjaren 1992, 1993 en 1994. De cijfers in deze begrotingen ten aanzien van het slagerij-gedeelte (vlees, vleeswaren en kaas) waren afkomstig van [verweerder]. De cijfers van de andere productgroepen waren afkomstig van Unigro. [Verweerder] had geen inzicht in de totstandkoming van deze door Unigro opgestelde cijfers. Het gaat hier met name om de jaaromzet en de brutowinst (in procenten en in absolute bedragen). Voor het kalenderjaar 1992 is de prognose van de omzet bijna ƒ 3.400.000,-- en die van de brutowinst bijna ƒ 718.000,--. De prognose voor 1993 luidt: ruim ƒ 3.600.000,-- omzet en ruim ƒ 772.000,-- brutowinst. De prognose voor 1994 luidt: bijna ƒ 3.800.000,-- omzet en een brutowinst van ruim ƒ 808.000,--. Unigro heeft haar prognose over 1992 gebaseerd op de cijfers van de voorganger van [verweerder], [betrokkene 1], in 1991. Unigro heeft daarnaast geen vergelijkingsmateriaal gebruikt. [Betrokkene 1] heeft in 1991 een netto omzet behaald van ƒ 2.443.792,-- en een brutowinst van ƒ 375.752,--. Volgens de genoemde productie heeft [betrokkene 1] in 1992, omgerekend op jaarbasis, een netto omzet behaald van ƒ 2.333.500,-- en een brutowinst van ƒ 338.936,--.
(iv) Unigro heeft aan [verweerder] de koopsom voor het onderhavige levensmiddelenbedrijf geleend. [Verweerder] heeft de geldlening niet terugbetaald. Unigro heeft terzake een vordering van ƒ 266.939,--. Unigro heeft [verweerder] bevoorraad. Een gedeelte van de geleverde voorraden is evenmin door [verweerder] betaald. Unigro heeft terzake een vordering ten bedrage van ƒ 121.214,31,--. In hoofdsom is [verweerder] aan Unigro aldus een bedrag verschuldigd van ƒ 388.153,31.
(v) Volgens de op de samenwerkingsovereenkomst van toepassing zijnde algemene verkoopvoorwaarden is [verweerder] aan Unigro over de gefactureerde bedragen een direct ingaande rente verschuldigd van, op jaarbasis, 3 procent boven het geldende promessedisconto van de Nederlandse Bank. In dezelfde bepaling van de algemene verkoop-voorwaarden is vastgelegd, toegepast op de onderhavige zaak, dat zodra Unigro de inning van haar vordering uit handen heeft gegeven [verweerder] verplicht is een bedrag voor buitengerechtelijke kosten ad 15% van de openstaande vordering aan Unigro te betalen.
(vi) Ter zake van de geldlening is tussen partijen een rente overeengekomen van 3% boven het promessedisconto van De Nederlansche Bank, vermeerderd met eventuele tijdelijke bankopslagen, zoals deze door de bankier van Unigro worden berekend over debetstanden in rekening-courant. [Verweerder] is over dit gedeelte van de hoofdsom derhalve dezelfde rente verschuldigd als, op grond van de algemene verkoopvoorwaarden, over het door hem onbetaald gelaten gedeelte van de geleverde voorraden.
(vii) In verband met de ontstane betalingsachterstand op de facturen voor door Unigro aan [verweerder] geleverde voorraden heeft Unigro tegenover [verweerder] op 7 juli 1993 een beroep gedaan op haar eigendomsvoorbehoud. Partijen zijn overeengekomen dat [verweerder] de geleverde voorraden zou uitverkopen. Dit is gebeurd. De exploitatie van de onderhavige vestiging door [verweerder] is voortgezet tot en met 24 juli 1993.