Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de naheffingsaanslag omzetbelasting en de daarbij opgelegde belastingrente en verzuimboete heeft vernietigd. De belanghebbende, een woningbouwcorporatie, had over het tijdvak van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 een naheffingsaanslag ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de Inspecteur niet had aangetoond dat de belanghebbende niet voldeed aan de voorwaarden voor de overgangsregeling in het Besluit van 23 december 2009, waardoor de integratieheffing achterwege zou blijven. De Inspecteur ging in hoger beroep, waarbij de vraag centraal stond of de belanghebbende vóór 31 december 2009 een aanvang had gemaakt met de realisatie van de onroerende zaken, en of er contractueel vastgelegde verplichtingen waren aangegaan. Het hof oordeelde dat de belanghebbende niet aan deze voorwaarden voldeed, en dat de Inspecteur de naheffingsaanslag terecht had opgelegd. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent de boetebeschikking, het griffierecht en de proceskosten.