ECLI:NL:GHARL:2018:6539
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Overgang van onderneming in faillissement na pre-pack en de toepassing van artikel 7:666
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ging het om de overgang van onderneming in het kader van een faillissement na een pre-pack. De zaak werd aangespannen door de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en CNV Vakmensen, die als appellanten optraden tegen Heiploeg Seafood International B.V. en Heitrans International B.V., gezamenlijk aangeduid als Heiploeg-nieuw. De bonden stelden dat de arbeidsvoorwaarden van de overgaande werknemers niet verslechterd mochten worden, maar dat deze toezegging niet was nagekomen door de betrokken partijen. Het hof oordeelde dat de nieuwe grondslag van de vordering van de bonden buiten beschouwing moest worden gelaten, omdat Heiploeg-nieuw niet ondubbelzinnig had ingestemd met deze uitbreiding.
Het hof verwees naar een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin werd geoordeeld dat een transactie die wordt uitgevoerd door middel van een pre-pack, kan vallen onder de faillissementsprocedure. Het hof benadrukte dat de voorwaarden voor deze uitzondering strikt moeten worden uitgelegd en dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan. Het hof concludeerde dat de faillissementsprocedure was ingeleid met het oog op de liquidatie van het vermogen van Heiploeg-oud, en dat de overeenkomst met Parlevliet en Van der Plas B.V. onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie was gesloten. Hierdoor werd de vordering van de bonden afgewezen en werd het bestreden vonnis bekrachtigd.
De uitspraak werd gedaan op 17 juli 2018, waarbij de bonden in de kosten van het geding in hoger beroep werden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Heiploeg-nieuw werden vastgesteld op € 711,- aan griffierecht en € 3.222,- voor salaris van de advocaat. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het de kostenveroordeling betreft.