Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende [X] [Z] tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin leges zijn geheven voor een omgevingsvergunning. De heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem had bij factuur van 23 september 2016 leges geheven voor het bouwen van een woning aan de [a-straat] 248A te [Z]. De factuur was opgebouwd uit verschillende componenten, waaronder leges voor bouwen, aanleg en strijdig gebruik. Belanghebbende betwistte de hoogte van de leges en stelde dat de factuur onvoldoende gespecificeerd was. Het Hof oordeelde dat de factuur niet per se een gedetailleerde specificatie hoefde te bevatten, aangezien belanghebbende op de hoogte was van de opbouw van de leges door eerdere correspondentie.
Daarnaast was er discussie over de vraag of er sprake was van strijdig gebruik met het bestemmingsplan. Het Hof oordeelde dat de verleende vergunning niet betekende dat er geen strijd met het bestemmingsplan was, maar dat de vergunning juist was verleend om die strijdigheid te legaliseren. Belanghebbende voerde ook aan dat hij eerder leges had betaald voor dezelfde locatie, maar het Hof oordeelde dat dit geen belemmering vormde voor het heffen van nieuwe leges, gezien de verschillende aard van de vergunningen. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en bevestigde het Hof de uitspraak van de rechtbank.