Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.1. [geïntimeerde 1] ,wonende te [plaatsnaam] ,2. [geïntimeerde 2] ,wonende te [plaatsnaam] ,3. [geïntimeerde 3] ,wonende te [plaatsnaam] ,4. [geïntimeerde 4] ,wonende te [plaatsnaam] ,5. [geïntimeerde 5] ,wonende te [plaatsnaam] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
Nurse Practioners(later: verpleegkundig specialisten) en de
Physician Assistantsdie evenmin een BIG-registratie nodig hadden om werkzaam te zijn en pas zes jaar na de start van de opleiding een BIG-registratie verkregen. Ook stelt HU dat een BIG-registratie niet zomaar kan worden aangevraagd en verkregen, omdat een beroepsgroep die daarvoor in aanmerking wil komen, zoals de BMH’er, eerst zijn meerwaarde in het werkveld moet bewijzen voordat een traject in gang kan worden gezet om registratie in het BIG-register mogelijk te maken. Voorts wijst HU erop dat de experimenteerbepaling (artikel 36a Wet BIG) pas in 2012 van kracht is geworden. Het hof overweegt dat HU haar standpunt ter zake de
Nurse Practionersen de
Physician Assistantsonvoldoende heeft toegelicht om een vergelijking met de BMH’ers te kunnen maken. Ook over het punt van het niet vooraf kunnen aanvragen van BIG-registratie acht het hof zich onvoldoende geïnformeerd. Niet blijkt dan ook dat HU erop mocht vertrouwen, dat zij eventuele twijfels over de juridische inbedding van de MH’er toereikend kon wegnemen.
Voor oplossingen van de resterende problematiek rond stageplaatsen zien werkveld en instellingen diverse oplossingsrichtingen die in bijgaande notitie zijn geschetst.
Probleemanalyse
Bij de BMH is de inzetbaarheid van de afgestudeerden in het zorgproces nog onduidelijk.Dit betekent overigens niet dat ziekenhuizen hierin niet willen investeren, alleen niet in die sterke mate waarin steeds meer Hogescholen starten met deze opleiding en de explosief groeiende instroom. De NVZ adviseert u deze ontwikkeling meer gedoseerd te laten verlopen.” (onderstreping toegevoegd, hof)
nietzou zijn gelegen in het ontbreken van een voldoende juridische inbedding doordat geen BIG-registratie volgde, maar enkel te wijten zou zijn aan het plotseling verslechterde arbeidsmarktperspectief.
5.De slotsom
€ 2.128,-(2 punten x tarief II)