Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] ,
[eiser sub 2],
[eiseres sub 3],
[eiseres sub 4],
[eiser sub 5],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 augustus 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 1 december 2015
- de akte van [eisers c.s.] houdende wijziging van eis
- de akte van Hogeschool Utrecht
- door Hogeschool Utrecht ingebrachte producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Naast twijfel of de huidige regeling inzake voorbehouden handelingen in de praktijk haar doel wel bereikt, wordt zij steeds meer als belemmering gezien bij het realiseren van de gewenste taakherschikking in de zorg. Het huidige systeem van toedeling van de bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van die handelingen behoeft herziening om het meer te laten aansluiten op daadwerkelijke competenties dan op traditionele beroepsdomeinen.”
niet(op dat moment) te starten of de aankomende BMH-studenten uitdrukkelijk te wijzen op het risico dat het medische werkveld zich terughoudend zou kunnen opstellen ten opzichte van dit nieuwe beroep. Aan de zorgvuldigheid die Hogeschool Utrecht bij de start van de BMH-opleiding jegens aankomend studenten moet betrachten, mogen hoge eisen worden gesteld. Naar zij moet weten wordt de keus van aankomend studenten om een opleiding te volgen in belangrijke mate bepaald door de omstandigheid of zij in beginsel binnen de nominale studietijd de opleiding kunnen afronden en vervolgens in beginsel voor een op hun opleiding aansluitende functie in aanmerking komen. Dat de studenten van een nieuwe opleiding mogelijk enige scepsis moeten verwachten vanuit het werkveld doet niet af aan de zorgvuldigheid die van Hogeschool Utrecht in dit verband verwacht mag worden.
(€ 925,70 bruto) en een gemiddeld HBO-salaris (volgens de HBO monitor voor een HBO verpleegkundige € 1.981,18) vordert zij als haar schade: € 8.443,84.
5.De beslissing
30 maart 2016voor het nemen van een akte door [eisers c.s.] over hetgeen is vermeld onder 4.17, 4.20 tot en met 4.22 en 4.24, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,