Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 19 juli 2017, waarin de kinderrechter de minderjarige onder toezicht heeft gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) en een machtiging tot uithuisplaatsing heeft verleend. De moeder verzoekt de machtiging te verkorten van een jaar naar negen maanden, terwijl de raad voor de kinderbescherming verweer voert en de beschikking wil bekrachtigen.
De feiten zijn als volgt: de ouders hebben samen drie minderjarigen, waarvan de oudste [de minderjarige1] onder toezicht is gesteld en uithuisgeplaatst. De moeder heeft verklaard dat zij zich kan verenigen met de uithuisplaatsing, maar is van mening dat de duur van de machtiging te lang is. De raad voor de kinderbescherming heeft twijfels over de mogelijkheden van de ouders en benadrukt dat er een ouderschapsbeoordeling moet plaatsvinden, wat tot nu toe niet is gebeurd.
Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor uithuisplaatsing aanwezig zijn en dat de moeder momenteel niet in staat is om een veilige opvoedingssituatie te bieden. De moeder woont weer samen met de vader, wat zorgwekkend is gezien de eerdere huiselijk geweldsituaties. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat en de noodzaak van een ouderschapsbeoordeling door de GI wordt benadrukt.