Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Hoveniersbedrijf [X] B.V. tegen de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de naheffingsaanslagen loonheffingen die aan belanghebbende zijn opgelegd over de jaren 2010 tot en met 2014, alsmede de vergrijpboetes die zijn opgelegd wegens vermeende grove schuld. De inspecteur had de naheffingsaanslagen en boetes gehandhaafd na een boekenonderzoek, waarbij werd vastgesteld dat de bestelauto's ter beschikking waren gesteld aan werknemers, waaronder [F]. De rechtbank Gelderland had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, maar de inspecteur ging in incidenteel hoger beroep. Het Hof oordeelde dat de inspecteur terecht een voordeel wegens privégebruik van de bestelauto tot het loon van [F] had gerekend, omdat niet was aangetoond dat de auto voor minder dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden werd gebruikt. Het Hof verwierp ook het standpunt van belanghebbende dat er een verbod op privégebruik was, omdat dit niet voldoende was onderbouwd. De vergrijpboetes werden eveneens bevestigd, omdat de inspecteur niet had aangetoond dat er sprake was van grove schuld aan de zijde van belanghebbende. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de kosten voor de behandeling van het incidenteel hoger beroep werden aan de inspecteur opgelegd.