In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de gemeente De Wolden voor de trage besluitvorming rondom een bouwaanvraag van appellanten, die eigenaar waren van een woning die door brand was verwoest. Appellanten hebben in hoger beroep de gemeente aangeklaagd voor schadevergoeding, omdat zij van mening zijn dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door de bouwaanvraag niet tijdig te behandelen en door de eisen die de welstandscommissie stelde. De procedure in eerste aanleg werd door de kantonrechter afgewezen, waarna appellanten in hoger beroep gingen. Het hof heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken, waaronder de rol van de welstandscommissie en de tijdsduur van de besluitvorming. Het hof concludeert dat de gemeente binnen de wettelijk gestelde termijn heeft gehandeld en dat de vertraging niet aan de gemeente kan worden toegerekend. De gemeente heeft de bouwaanvraag op 31 oktober 2012 ingediend en de vergunning op 26 november 2012 verleend, wat binnen de wettelijke termijn viel. Het hof oordeelt dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de schade die appellanten hebben geleden door de vertraging in de besluitvorming. De grieven van appellanten falen en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, waarbij appellanten in de kosten van het hoger beroep worden veroordeeld.