Uitspraak
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Amsterdam(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aftrekbaarheid van de aanschafkosten van een jacquet door een predikant. De belanghebbende, verbonden aan de Gereformeerde Gemeente van [Z], had in 2013 een jacquet aangeschaft voor zijn ambt. De Inspecteur van de Belastingdienst had de kosten van het jacquet niet in aftrek toegelaten, omdat het volgens hem niet voldeed aan de criteria voor werkkleding zoals vastgelegd in de Wet IB 2001.
De rechtbank Gelderland had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de specifieke kenmerken van het jacquet en de context waarin het gedragen wordt. Het Hof oordeelde dat het jacquet nagenoeg uitsluitend geschikt is voor de uitoefening van het ambt van predikant, en dat de belanghebbende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het jacquet niet voor privégelegenheden draagt.
Het Hof concludeerde dat de kosten van het jacquet als werkkleding moeten worden aangemerkt en dat de Inspecteur ten onrechte de aftrek had geweigerd. Het hoger beroep werd gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de aanslag werd verminderd. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, die in totaal op € 2.502 werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen.