Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
26 juni 2018
[Z](hierna: belanghebbende),
inspecteurvan de
Belastingdienst/Midden- en kleinbedrijf/Kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur).
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
€ 8.522 € 18.663 € 13.106 € 10.311
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
17/00704(tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010) en in de zaak
17/00705(1 januari 2011 tot en met 31 december 2011) ongegrond is.
zaak 17/00706) heeft belanghebbende wel btw in aftrek gebracht die de bouw van de loods betreft, en deze btw is nageheven. Ter zitting van het Hof heeft de Inspecteur zich op het standpunt gesteld akkoord te gaan met de visie van belanghebbende dat de loods haar eigendom is. In hoger beroep resteert daarmee de vraag of belanghebbende recht op aftrek van btw dient te worden ontzegd om de redenen die de Inspecteur heeft gesteld: (primair) belanghebbende verricht met de loods geen belaste economische activiteiten en (subsidiair) belanghebbende komt op basis van de pro rata regeling geen recht op aftrek toe. Belanghebbende is de tegengestelde mening toegedaan.
17/00704(tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010) en in de zaak
17/00705(1 januari 2011 tot en met 31 december 2011) ongegrond en het hoger beroep in de zaak
17/00706gegrond.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank in de zaak met nummer 17/00706, behoudens de beslissingen omtrent de proceskosten en het griffierecht,
- vernietigt de uitspraak op bezwaar,
- vermindert de naheffingsaanslag met een bedrag van € 9.975 tot een bedrag van € 7.896,
- vermindert de boetebeschikking met € 998 tot het bedrag van € 788,
- draagt de Inspecteur op de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig te verminderen,
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van het hoger beroep berekend op het bedrag van € 1.002,
- gelast de Inspecteur het in verband met het hoger beroep betaalde griffierecht van € 501 aan belanghebbende te vergoeden.