ECLI:NL:GHARL:2018:5919

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 juni 2018
Publicatiedatum
26 juni 2018
Zaaknummer
200.207.861/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een overeenkomst inzake servicekosten in een vakantiepark met toepassing van de Haviltex-maatstaf

In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 26 juni 2018, wordt de uitleg van een serviceovereenkomst tussen Green Spirit B.V. en een eigenaar van een vakantieverblijf op Chalet Parc De Vechtoever behandeld. De zaak betreft de vraag welke kosten Green Spirit aan de eigenaar, hier aangeduid als [geïntimeerde], mag doorberekenen naast de servicekosten. De serviceovereenkomst, die eenzijdig door Green Spirit is opgesteld, vermeldt dat de kosten van gas, water en elektriciteit op basis van een tarief voor huishoudens bestaande uit één gezin worden doorbelast. Dit tarief bestaat echter niet meer sinds de liberalisering van de energiemarkt in 2004.

Het hof stelt vast dat de uitleg van de overeenkomst niet enkel taalkundig kan worden benaderd, maar dat ook de redelijkheid en billijkheid in acht moeten worden genomen. De kernvraag is of Green Spirit enkel de werkelijke verbruikskosten van gas, water en elektriciteit aan [geïntimeerde] mag doorberekenen, zonder opslag. Het hof oordeelt dat de eigenaar, als leek, de overeenkomst redelijkerwijs zo mocht begrijpen dat in de kosten van gas, water en elektriciteit geen opslag was begrepen. Het hof verwijst naar eerdere jurisprudentie en concludeert dat Green Spirit op basis van artikel 3 lid 6 van de overeenkomst alleen de individuele verbruikskosten mag doorberekenen, inclusief de kosten die door de toeleverende bedrijven aan Green Spirit in rekening worden gebracht.

De zaak wordt aangehouden om partijen de gelegenheid te geven zich uit te laten over de gevolgen van het feit dat het tarief voor huishoudens niet meer bestaat. Het hof verwijst de zaak naar de rol voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.207.861/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 4549842 MC EXPL 15-11893)
arrest van 26 juni 2018
in de zaak van
Green Spirit B.V.,
gevestigd te Bilthoven,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Green Spirit,
advocaat: mr. M.C.J. Freijters, kantoorhoudend te Koekange,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [A] ,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. R. Kuizenga, kantoorhoudend te Almere.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 26 september 2017 hier over.
1.2.
Ingevolge het vermelde tussenarrest heeft op 16 april 2018 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Het hiervan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich in afschrift bij de stukken. Green Spirit is bij gelegenheid van de comparitie akte verleend van het in het geding brengen van de bij brief van mr. Freijters van 19 maart 2018 aan het hof toegezonden producties.
1.3.
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald op het dossier dat ten behoeve van de comparitie is overgelegd, aangevuld met het proces-verbaal van de comparitie.

2.De vaststaande feiten

2.1.
De kantonrechter heeft in de rechtsoverwegingen 2.1 en 2.2 van het in hoger beroep bestreden vonnis van 21 december 2016 een aantal feiten vastgesteld. Deze feiten zijn tussen partijen niet in geschil. Het hof zal van de door de rechtbank vastgestelde feiten uitgaan, op
een enkel punt aangevuld met wat verder als gesteld en niet weersproken vaststaat. Die feiten komen op het volgende neer.
2.2.
Green Spirit is eigenaar van het "Chalet Parc De Vechtoever" in Nederhorst Den Berg. [geïntimeerde] heeft in 2003 op het park een perceel grond van Green Spirit gekocht, dat op 8 december 2003 aan [geïntimeerde] is geleverd. Op het perceel heeft [geïntimeerde] een vakantieverblijf geplaatst.
2.3.
Tussen partijen is de "Service overeenkomst Chalet Parc De Vechtoever te Nederhorst Den Berg" (hierna: de serviceovereenkomst) van toepassing. Green Spirit heeft deze serviceovereenkomst eenzijdig opgesteld. [geïntimeerde] heeft geen invloed gehad op de inhoud daarvan.
2.4.
Voor zover voor deze procedure van belang bevat de serviceovereenkomst de volgende bepalingen:
Artikel 1 - Werkzaamheden De Vechtoever[Green Spirit, toevoeging Hof]
De Vechtoever zal zorgdragen voor casu quo uitvoering geven aan de navolgende zaken, zoals een goed beheerder betaamt.
het toezicht houden op de eigendommen, zowel roerend als onroerend, van de eigenaar.
het instrueren en begeleiden van de door De Vechtoever bij het uitvoeren van de werkzaamheden ingeschakelde personen casu quo bedrijven;
de instandhouding van de aanwezige centrale voorzieningen op De Vechtoever;
e instandhouding en het onderhoud van de algemene terreingedeelten, wegen, paden, speelterreinen enzovoorts en de zich daarin/daarop bevindende infrastructurele voorzieningen, te weten:
1.
het grasmaaien van gronden behorende bij de algemene terreinen van Chalet Parc De Vechtoever;
2.
het snoeien van boomopstanden en struiken, welke staan in groenstroken toebehorend aan Chalet Parc De Vechtoever;
3.
het verrichten van onderhoud aan de (semi) verharde wegen en paden, welke toegankelijk zijn voor auto's, fietsers en voetgangers en alleen betreffende klinker- en asfaltwegen, één en ander ter beoordeling van De Vechtoever;
4.
het zonodig vervangen en repareren van de terreinverlichting;
het coördineren van het huisvuilafvoer en de centrale postontvangst (…).
Artikel 3 - Servicekosten
1.
De vergoeding die de eigenaar aan de Vechtoever verschuldigd is voor de tenuitvoerlegging van voormelde werkzaamheden bedraagt per jaar € 1.200,00 (zegge: eenduizend tweehonderd euro), inclusief omzetbelasting (zijnde thans 19%) per perceel (…).
(…)
6.
In de servicekosten zijn niet begrepen:de kosten van gas, water en elektra, alsmede de kosten van rioolrechten en afvalstoffenheffing, huisvuilafvoer, zuiveringslasten, toeristenbelasting en andere overheidsheffingen, omroepbijdrage, kosten C.A.I. en externe bewakingskosten, administratiekosten en toeslagen huisdieren; deze worden afzonderlijk door De Vechtoever, dan wel door de betrokken overheidsinstanties aan de eigenaar doorberekend. Het verbruik van gas, water en elektra wordt separaat per kavel gemeten en naar verbruik periodiek aan de eigenaar in rekening gebracht.De Vechtoever zal de prijzen van gas, water en elektra en overige door haar door te belasten kosten jaarlijks, of zoveel vaker als zij noodzakelijk acht, bekend maken. De door te berekenen kosten zullen gebaseerd zijn op door toeleverende bedrijven gehanteerde tarieven voor huishoudens bestaande uit één gezin. (…)
7.
De hiervoor vermelde vergoeding met betrekking tot de servicekosten zal met inachtneming van voormelde indexering, tevens verhoogd kunnen worden indien De Vechtoever overgaat tot vernieuwing en / of vervanging en /of uitbreiding van de huidige op De Vechtoever aanwezige centrale voorzieningen.
2.5.
Green Spirit heeft in 2014 aan [geïntimeerde] voor water en gas respectievelijk € 2,29 en € 4,28 per kubieke meter in rekening gebracht en voor elektriciteit € 0,32 per kilowatt-uur.
2.6.
[geïntimeerde] heeft bij brieven van 27 augustus 2014 en 16 september 2014 bezwaar gemaakt tegen de door Green Spirit gehanteerde tarieven.

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1.
[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg – samengevat en na eiswijziging – gevorderd:
 een verklaring voor recht dat artikel 3 lid 6 van de serviceovereenkomst inhoudt dat Green Spirit gehouden is tot de enkele doorberekening van de individuele verbruikskosten van gas, water en licht, zonder opslag, met uitzondering van de kosten die direct met levering van gas, water en elektriciteit door de toeleverende bedrijven in verband staan en door die bedrijven aan Green Spirit afzonderlijk (en aantoonbaar) in rekening worden gebracht;
 dat Green Spirit op grond van artikel 843a Rv wordt veroordeeld tot het overleggen van de jaarafrekeningen die Green Spirit heeft ontvangen van haar toeleveranciers sinds de ondertekening van de serviceovereenkomst;
 een verklaring voor recht dat het door [geïntimeerde] teveel aan Green Spirit betaalde bedrag geen rechtsgrondslag heeft en met terugwerkende kracht vanaf datum ondertekening van de serviceovereenkomst, althans een in goede justitie te bepalen datum, dient te worden aangemerkt als onverschuldigd betaald en dat Green Spirit tot terugbetaling van dit bedrag is gehouden, met wettelijke rente;
 dat Green Spirit wordt veroordeeld tot betaling van door [geïntimeerde] gemaakte buitengerechtelijke incassokosten en van de proceskosten.
3.2.
Green Spirit heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] .
3.3.
De kantonrechter heeft - samengevat - bij vonnis van 21 december 2016:
 voor recht verklaard dat artikel 3 lid 6 van de serviceovereenkomst inhoudt dat Green Spirit gehouden is tot de enkele doorberekening van de individuele gebruikskosten van gas, elektra en water aan [geïntimeerde] , waarbij geen opslag is begrepen, met uitzondering van kosten die direct met de levering van energie en water door de toeleverende bedrijven in verband staan en door de toeleverende bedrijven aan Green Spirit afzonderlijk en aantoonbaar in rekening worden gebracht;
 Green Spirit bevolen de jaarafrekeningen over te leggen die Green Spirit heeft
ontvangen van haar toeleveranciers van energie en water vanaf 25 september 2009;
 Green Spirit veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.Beoordeling van de grieven

4.1.
De grieven leggen het geschil in volle omvang aan het hof voor en lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
4.2.
Kernvraag in deze zaak is de uitleg van artikel 3 lid 6 van de serviceovereenkomst, dat bepaalt welke kosten Green Spirit aan [geïntimeerde] naast de servicekosten in rekening mag brengen.
Het hof stelt voorop dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981,
LJN:AG4158).
Voorts volgt uit HR 20 februari 2004 (
LJN:AO1427) dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben. Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractbevestiging, de wijze van totstandkoming ervan - waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door (juridisch) deskundige raadslieden - en de overige bepalingen ervan (HR 29 juni 2007,
LJN:BA4909 en HR 19 januari 2007,
LJN:AZ3178).
4.3.
Het hof is van oordeel dat voor de door Green Spirit in grief I voorgestane "zo objectieve mogelijke uitleg" van artikel 3 lid 6 van de serviceovereenkomst geen aanleiding bestaat. Weliswaar wordt de bepaling bij alle overeenkomsten met de eigenaren van vakantieverblijven op De Vechtoever gebruikt, maar zij zijn allen contractspartij en geen derden wier rechtspositie door de overeenkomst wordt bepaald of beïnvloed. Het feit dat met individuele kopers over de service-overeenkomst niet pleegt te worden onderhandeld, zoals Green Spirit stelt, maakt dat niet anders en laat onverlet dat bij de uitleg ook subjectieve factoren een rol kunnen spelen. Het hof houdt voor de uitleg van artikel 3 lid 6 van de serviceovereenkomst dus ook rekening met de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Grief I faalt.
4.4.
Bij die uitleg neemt het hof het arrest in aanmerking dat het hof Amsterdam in een vergelijkbaar geschil tussen Green Spirit en een andere eigenaar van een vakantieverblijf op De Vechtoever heeft gewezen, waarin dit hof overwegingen heeft gewijd aan de uitleg van artikel 3 lid 6 van de serviceovereenkomst (hof Amsterdam 9 maart 2010, ECLI:NL:GHAMS:2010:BP5398). Evenals het hof Amsterdam oordeelt het hof als volgt nader over de uitleg van dit artikel.
Uit de tekst van de weergegeven passages van de artikelen 1 en 3 van de serviceovereenkomst volgt onmiskenbaar dat voor zover het om de instandhouding van centrale en infrastructurele voorzieningen op of in het terrein van De Vechtoever zelf gaat, de daarmee gepaard gaande kosten moeten worden begrepen onder de servicekosten. Bij gebreke bovendien van enigerlei verwijzing naar bijkomende kosten (of enigerlei andere vorm van opslag) in de tekst van artikel 3 lid 6 van de overeenkomst heeft [geïntimeerde] (als leek tegenover een professionele wederpartij die de tekst van de overeenkomst eenzijdig heeft opgesteld) de overeenkomst derhalve redelijkerwijs zo mogen begrijpen dat in de "kosten van gas, water en elektra" als uitgezonderd van de servicekosten in artikel 3 lid 6 van de overeenkomst (naast de enkele doorberekening van de individuele verbruikskosten van gas, water en elektriciteit aan de kaveleigenaren) in beginsel geen opslag was begrepen. Dit geldt te meer omdat Green Spirit niet heeft gesteld en evenmin is gebleken dat zij bij het aangaan van de overeenkomst met [geïntimeerde] hem op een andere (door haar voorgestane) uitleg van die bepaling - die, gelet op het voorgaande, niet voor de hand lag - heeft gewezen.
Uit het voorgaande volgt dat Green Spirit op grond van artikel 3 lid 6 van de overeenkomst het recht heeft uitsluitend de individuele verbruikskosten van gas, water en elektriciteit aan [geïntimeerde] door te berekenen. Tot de verbruikskosten moeten eveneens worden gerekend de kosten die direct met deze levering van gas, water en elektriciteit door de toeleverende bedrijven in verband staan en door deze bedrijven aan Green Spirit afzonderlijk (en aantoonbaar) in rekening worden gebracht.
4.5.
Vervolgens komt de vraag aan de orde of uitleg van artikel 3 lid 6 overeenkomstig de Haviltex-maatstaf ertoe kan leiden dat, zoals [geïntimeerde] wenst, Green Spirit hem alleen de kosten in rekening mag brengen die Green Spirit in rekening gebracht krijgt door haar leveranciers. Green Spirit betoogt van niet, nu in de serviceovereenkomst in duidelijke bewoordingen is vermeld dat de door te berekenen kosten gebaseerd zullen zijn op de "door toeleverende bedrijven gehanteerde tarieven voor huishoudens bestaande uit één gezin". Op zich zelf is dat juist, doch niet in geschil is dat de term "tarief voor huishoudens bestaande uit één gezin" dateert uit de tijd waarin er werd uitgegaan van één consumententarief. Een dergelijk tarief bestaat sinds de liberalisering van de energiemarkt per 1 juli 2004 niet meer, zoals ook blijkt uit de processtukken en hetgeen ter comparitie is besproken. De toeleverende bedrijven hanteren kubieke meters en kilowatt-uur als eenheid voor respectievelijk water, gas en elektriciteit en koppelen daar een tarief aan met ieder een andere term. Zo gebruikt de toeleverancier van elektriciteit de term "particuliere klanten" (pagina 2 van productie 2), de leverancier van water "tarieven voor thuis" (pagina 4 van productie 3) en de toeleverancier van gas de term "kleinverbruikers / consumenten" (pagina 1 van productie 4). Van algemene bekendheid is dat die tarieven niet alleen verschillen per aanbieder maar ook kunnen verschillen naarmate de consument ervoor kiest de tarieven al dan niet voor een bepaalde periode vast te zetten. Het debat over de vraag wat de rechtsgevolgen moeten zijn van het gegeven dat "het tarief voor huishoudens bestaande uit één gezin" niet (meer) bestaat en thans tarieven bestaan die per leverancier kunnen verschillen en afhankelijk kunnen zijn van individuele keuzes is nog niet (volwaardig) gevoerd. Het hof zal partijen daarom in de gelegenheid stellen hierover een akte te nemen. Het ligt daarbij op de weg van [geïntimeerde] als oorspronkelijk eisende partij zich daarover als eerste uit te laten.

5.De slotsom

5.1.
Het hof zal partijen, eerst [geïntimeerde] en daarna Green Spirit, in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten overeenkomstig het bepaalde in rechtsoverweging 4.5.
5.2.
De zaak zal naar de rol worden verwezen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verwijst de zaak naar de rol van 24 juli 2018 voor het nemen van een akte aan de zijde van [geïntimeerde] overeenkomstig het bepaalde in rechtsoverweging 4.5;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. L. Janse, mr. B.J.H. Hofstee en mr. M. van den Steenhoven en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2018.