In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de vaststelling van kinder- en partneralimentatie na de echtscheiding van partijen. De man, een Amerikaanse militair gelegerd in Duitsland, en de vrouw, die met de kinderen in Nederland woont, zijn in 2010 getrouwd en in 2016 gescheiden. Tijdens de echtscheidingsprocedure is overeengekomen dat de man € 650,- per kind per maand zou betalen als kinderalimentatie. De rechtbank heeft in een eerdere beschikking de kinderalimentatie vastgesteld op € 198,- per kind per maand en de partneralimentatie op € 538,- per maand. De man is in hoger beroep gegaan en verzoekt de kinderalimentatie te verlagen naar € 125,- per maand voor beide kinderen en de partneralimentatie te laten vervallen. De vrouw heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt de kinderalimentatie te verhogen naar € 300,- per kind per maand en de partneralimentatie op haar behoefte van € 1.448,- netto per maand vast te stellen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de draagkracht van beide partijen en de zorgregeling voor de kinderen. Het hof heeft geoordeeld dat de man € 223,- per kind per maand aan kinderalimentatie en € 540,- per maand aan partneralimentatie moet betalen, met ingang van 10 augustus 2016. De eerdere beschikkingen van de rechtbank zijn deels bekrachtigd en deels vernietigd.