ECLI:NL:GHARL:2018:5373

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juni 2018
Publicatiedatum
12 juni 2018
Zaaknummer
21-003104-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mega-onderzoek Mount Nepal: Valsheid in geschrift, Gewoontewitwassen en Criminele organisatie

In deze zaak, die voortvloeit uit het mega-onderzoek Mount Nepal, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, een rechtspersoon, was betrokken bij een complexe zaak van valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie. De feiten zijn gepleegd in de periode van 5 oktober 2010 tot en met 12 maart 2013, waarbij de verdachte valse facturen heeft opgemaakt en voorhanden heeft gehad, en geldbedragen heeft gewitwashed die afkomstig waren uit misdrijven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen een gestructureerd samenwerkingsverband heeft gevormd met als doel het plegen van misdrijven, waaronder omkoping en valsheid in geschrift. De verdachte heeft valse facturen opgesteld voor diensten die in werkelijkheid niet zijn verricht, en heeft de opbrengsten hiervan gewitwashed. Het hof heeft de tenlasteleggingen van valsheid in geschrift, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie bewezen verklaard. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 25.000,-.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003104-16
Uitspraak d.d.: 6 juni 2018
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 20 mei 2016 met parketnummer 16-994022-13 in de strafzaak tegen
[verdachte],
gevestigd te [vestigingsplaats] .

1.Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

2.Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 november 2017 (regiezitting), 11 april 2018 (inhoudelijke behandeling, requisitoir, deel pleidooi), 18 april 2018, (deel pleidooi, repliek, dupliek en het laatste woord van verdachte), 23 mei 2018 (sluiting van het onderzoek) en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de eerste rechter zal vernietigen en te dien aanzien opnieuw rechtdoende zal bewezen verklaren hetgeen aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 is ten laste gelegd en verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 30.000,-.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsvrouw,
mr. A.E. van der Wal, naar voren is gebracht. Hetgeen in de zaak tegen medeverdachte [betrokkene 2] en de aan hem gelieerde vennootschappen door de raadsman mr. J.W. Soeteman ter verdediging in het pleidooi naar voren is gebracht, geldt met instemming van het hof, ook als ingelast in deze zaak.

3.Voorvraag

3.1
De geldigheid van de dagvaarding
De verdediging heeft aangevoerd dat ten aanzien van het witwassen aan de hand van de tenlastelegging noch het dossier of requisitoir voldoende duidelijk is welke witwashandelingen [betrokkene 2] in privé zou hebben gepleegd. Uit de wijze van ten laste leggen zijn, aldus de raadsvrouw, 128 mogelijke manieren van witwassen te destilleren. Het verwijt is onvoldoende concreet, zodat de verdediging zich onvoldoende kan verweren. De dagvaarding is wat betreft deze feiten onvoldoende duidelijk en moet daarom (partieel) nietig verklaard worden.
3.2
Oordeel hof
Volgens artikel 261 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) behelst de dagvaarding een opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn. Het tweede lid voegt daaraan toe dat de dagvaarding tevens de vermelding behelst van de omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan.
Bij de uitleg van deze bepaling moet voortdurend in het oog worden gehouden dat centraal staat of de verdachte zich op basis van de tenlastelegging goed kan verdedigen. Ook voor de rechter moet de tenlastelegging begrijpelijk zijn. De eis van ‘opgave van het feit’ wordt zo uitgelegd dat het geheel in de eerste plaats duidelijk en begrijpelijk moet zijn, verder niet innerlijk tegenstrijdig en overigens voldoende feitelijk. Een dagvaarding behoeft zich niet uit te laten over de voor de strafbaarheid irrelevant zijnde aard en omvang van nadere bijzonderheden waarvan de vermelding niet op straffe van nietigheid wordt verlangd.
Uit de jurisprudentie volgt dat bij de beoordeling van een nietigheidsverweer ten aanzien van de dagvaarding een aantal factoren dient te worden meegewogen. Eén van die factoren is de vraag of er bij verdachte bij kennisneming van het strafdossier redelijkerwijs twijfel kan bestaan welke specifieke gedragingen hem worden verweten. Een andere factor die moet worden meegewogen is dat in de bewoordingen van de tenlastelegging besloten kan liggen wat het voorwerp van het strafrechtelijk onderzoek vormt. Ook de inhoud van de door de verdediging overgelegde pleitnota mag in de beoordeling van het nietigheids-verweer worden meegenomen, evenals de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting.
Gezien de onderhavige tenlastelegging, waarbij de aan verdachte verweten gedraging is omschreven, in samenhang met de inhoud van het complete dossier, moet de verdachte in staat worden geacht de tekst van de tenlastelegging te kunnen begrijpen. In de kern komt het erop neer dat volgens het openbaar ministerie de in de tenlastelegging genoemde bedragen zijn verkregen door misdrijven en (vervolgens) zijn witgewassen. Het feit dat in de tenlastelegging de in artikel 420bis Sr genoemde varianten van witwassen zijn opgenomen met een aantal verschillende – duidelijk omschreven – bedragen op grond waarvan de verdediging komt tot 128 varianten van witwassen, naar het oordeel van het hof niet leidt tot nietigheid van de tenlastelegging
Voorts is mede gelet op de inhoud van het verhandelde ter terechtzitting niet gebleken dat het voor de verdachte en de verdediging niet duidelijk was tegen welke verdenking de verdachte zich moest verdedigen.
De tenlastelegging behelst naar het oordeel van het hof een voldoende duidelijke opgave van de feiten nu de tekst van de tenlastelegging voldoende duidelijk, begrijpelijk, feitelijk en niet tegenstrijdig is. Het hof is gezien het bovenstaande van oordeel dat de tenlastelegging aan de vereisten van artikel 261 Sv voldoet en verwerpt daarom het nietigheidsverweer van de raadsvrouw.
Het hof verwerpt het verweer en verklaart de dagvaarding -ook ter zake van het (gewoonte)witwassen- geldig.

4.Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

5.De tenlastelegging

De tenlastelegging zoals deze luidt na wijziging ter terechtzitting in eerste aanleg is als bijlage 1 aan dit arrest gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte -al dan niet samen met anderen-
- betrokken is geweest bij het valselijk opmaken van facturen (feit 1);
- valse facturen voorhanden heeft gehad (feit 2 en 3);
- zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen (feit 4)
- heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (feit 5).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

6.Overweging met betrekking tot het bewijs

6.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
6.2
het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak van alle feiten bepleit.
6.3
Het oordeel van het hof
6.3.1.
Voorafgaande opmerkingen
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Niet omdat zulks is betwist, maar omwille van de volledigheid stelt het hof allereerst het volgende vast. [betrokkene 1] verleende zijn diensten veelal via vennootschappen waarvan hij bestuurder was, waaronder verdachte. [betrokkene 1] was de enige bestuurder van verdachte. Alle door of namens verdachte verrichte handelingen zijn door of in opdracht van [betrokkene 1] verricht. Andersom kunnen ook alle door of in opdracht van [betrokkene 1] in het kader van de aan verdachte verweten strafbare feiten verrichte handelingen aan verdachte worden toegerekend. Hetzelfde geldt voor bij [betrokkene 1] aanwezige schuld en/of opzet.
6.3.2
Ereschuld [1]
De verdediging heeft in de door haar gevoerde verweren nadruk gelegd op de ereschuld die tussen
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] zou bestaan. Het hof overweegt hierom als volgt.
De verdediging heeft aangevoerd dat de betalingen die door [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] werden gedaan zagen op een ereschuld. Deze ereschuld zou zijn ontstaan voordat [betrokkene 2] en [betrokkene 1] bij SNSPF werkzaam waren en de betalingen zouden dan ook geen betrekking hebben op hun relatie bij SNSPF.
[betrokkene 2] heeft aangevoerd dat hij [betrokkene 1] in de jaren 2006 tot en met 2009 heeft bijgestaan bij zijn ondernemingen [bedrijf 1] en (later) [bedrijf 2] . [betrokkene 2] heeft de financierings-, kapitaal en corporate governance structuur van [bedrijf 1] vormgegeven en andere financiers voor [bedrijf 1] aangetrokken en is intensief betrokken geweest bij de verkoop van [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] . Daarnaast heeft [betrokkene 2] twee commissariaten in de houdstermaatschappijen van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] vervuld. Omdat [bedrijf 1] en [bedrijf 2] zogenaamde startups waren, waren er geen financiële middelen om [betrokkene 2] voor zijn werkzaamheden te betalen. Daarom heeft [betrokkene 1] in juli 2010 aangeboden om tijdelijk een gedeelte van zijn inkomsten van SNSPF af te staan aan [betrokkene 2] ter aflossing van zijn “ereschuld”
Overweging hof
Op 21 november 2010 stuurt [betrokkene 2] de volgende mail aan [betrokkene 1] : [2]
[naam] ,
Ik zit een beetje de admin te doen en wil even de volgende zaken afstemmen.Ik stuur vanuit de nieuwe BV een nota voor ons gezamenlijk project voor een bedrag van 23262,50 ex btw (dit is tot en met october)Tevens stuur ik twee nota's een vanuit salva 20.000 en een vanuit [bedrijf 4] .Salva omschrijving ,slottermijn TT transactie en de [bedrijf 4] nota "corporate finance advies [bedrijf 2] N.V”.
Laat even weten of je het hier mee eens bent en of de bedragen qua berekening klopt!Ik bel je tussen 7 en acht uur ergens of zie je mail wel eerder verschijnen.Ik weet ook niet meer zeker hoever we prive bij zijn .
[naam] .
[betrokkene 1] antwoord daar het volgende op: [3]
[naam] ,
Ben net thuis en er even in gedoken.
1ste is t/m oktober € 22.723,75 ex BTW (verschil met jouw is verdeling [betrokkene 11] / [betrokkene 10] denk ik)
rest is aug, sept okt. Totaal +/- 30k. Verdeling naar BV's up to you.
Ik bel je zo.
groet,
[naam]
Het hof leidt uit deze email af dat [betrokkene 2] en [betrokkene 1] op 21 november 2010 reeds samen de betalingen van de “Groningers” (zoals [betrokkene 11] en [betrokkene 10] ) aan het verrekenen waren, hetgeen niet aansluit bij de verklaringen dat het om een ereschuld zou gaan.
In het zesde verhoor verklaart [betrokkene 1] dat hij in het kader van de “ereschuld” nooit met [betrokkene 2] over concrete bedragen heeft gesproken. Het initiatief tot betalen en stoppen lag bij hem. Ook hebben zij geen aflossingsschema afgesproken. [4]
Voorts wordt [betrokkene 1] geconfronteerd met het feit dat de navolgende bedragen aan zijn vennootschappen zijn gefactureerd door [betrokkene 2] :
aan [bedrijf 5] € 321.559,--
aan [bedrijf 6] € 159.000, --
aan [bedrijf 7] € 52.916,32
aan [verdachte]
€ 55.112,35 +
Totaalbedrag € 618.587,67.
[betrokkene 1] heeft daarover verklaard dat het wel heel veel geld is en dat hij het op enig moment wel genoeg vond. Hij wist niet hoe hoog het bedrag toen was. [5]
Tegenover de FIOD heeft [betrokkene 2] verklaard dat de betalingen van [betrokkene 1] aan hem tweeledig waren. Op 19 maart 2013 heeft [betrokkene 2] verklaard dat een deel van deze betalingen zag op een nivelleringsfee. [6] In de schriftelijke verklaring van 21 maart 2013, die [betrokkene 2] samen met zijn raadsman heeft opgesteld, verklaart [betrokkene 2] : “De achtergrond van deze kickback is tweeledig. [7] Enerzijds dat [betrokkene 1] dit bedrag mij gunde omdat hij zijn job via mij had gekregen, anderzijds omdat ik hem actief adviseerde over zijn ondernemingen [bedrijf 2] en [bedrijf 1] .
Het hof stelt vast dat [betrokkene 2] pas na zijn invrijheidstelling - en nadat hij kennis heeft kunnen nemen van onder meer de verklaringen van [betrokkene 1] - verklaart dat de betalingen van [betrokkene 1] geheel zagen op de ereschuld die tussen hen bestond.
Daarnaast stelt het hof vast dat niet alleen over de reden van de betalingen verschillend wordt verklaard door [betrokkene 2] en [betrokkene 1] maar ook over de hoogte van de ereschuld wordt niet gelijkluidend verklaard. In eerste instantie verklaart [betrokkene 2] weinig concreet; volgens hem ziet een deel van de betalingen op het feit dat hij “misschien nog wel iets te goed had van [betrokkene 1] ”. [betrokkene 1] vond de genoemde “ereschuld” eindig. Hij had een bedrag in zijn hoofd. [betrokkene 1] heeft aangegeven dat hij niet meer precies weet hoe hoog dat bedrag was, ergens tussen de € 200.000 en € 400.000. [8] [betrokkene 2] verklaart eerst dat hij niet weet hoe hoog de schuld van [betrokkene 1] aan hem is. Later – op 27 augustus 2014, zo’n anderhalf jaar na het beëindigen van de voorlopige hechtenis - verklaart hij dat de ereschuld ziet op een bedrag van ongeveer € 600.000,- [9]
Het hof stelt voorop dat het niet twijfelt aan het feit dat [betrokkene 2] de door hem gestelde werkzaamheden, waaronder het bemiddelen bij het aantrekken van kapitaal, heeft verricht ten behoeve van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Dat is ook de reden dat het hof niet is overgegaan tot het horen van getuigen op dit punt. Niet onderbouwd is dat de getuigen iets kunnen zeggen over afspraken tussen [betrokkene 2] en [betrokkene 1] op dit punt, hooguit zouden zij iets kunnen zeggen over de voor dergelijke werkzaamheden gebruikelijke vergoedingen.
Allereerst is het al opmerkelijk dat [betrokkene 1] in verband met [bedrijf 1] een ereschuld aan [betrokkene 2] zou hebben. Zowel [betrokkene 1] als [betrokkene 2] bezaten al snel na de kapitaaluitbreiding bij [bedrijf 1] slechts een zeer gering aandeel in het kapitaal van [bedrijf 1] . Door een derde zou in totaal (in tranches) ongeveer 17 miljoen euro aan kapitaal zijn ingebracht. Er is slechts één provisienota van [betrokkene 2] (dan wel één zijner vennootschappen) voor de inbreng van kapitaal aangetroffen. Het is het hof niet duidelijk waarom [betrokkene 1] (of zelfs een aan hem gelieerde vennootschap) gehouden zou zijn uit eigen zak de provisie aan [betrokkene 2] (laat staan aan een [betrokkene 2] gelieerde vennootschap die niets met de kapitaalbemiddeling te maken had) te betalen.
Het hof vindt het daarnaast opmerkelijk dat van deze ereschuld niets schriftelijk is vastgelegd. Zo is de hoogte van het bedrag dat [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] verschuldigd niet vastgelegd, hetgeen opvallend is gelet op de concrete werkzaamheden die aan de schuld van [betrokkene 1] ten grondslag zouden liggen. Dit is nog opmerkelijker nu [betrokkene 2] en [betrokkene 1] beiden verschillend verklaren over de hoogte van de schuld, maar tussen hen niet is afgesproken welk bedrag zou worden afbetaald en hoelang [betrokkene 1] door zou moeten gaan met het afbetalen van de schuld. [betrokkene 1] heeft gesteld dat hij stopte met betalen aan [betrokkene 2] omdat hij het bedrag dat hij betaald had wel genoeg vond.
Ook de getuigen die over dit onderwerp zijn gehoord hebben verklaard niets te weten over het bestaan van een ereschuld tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . Zelfs de medewerkers van de accountant [naam] horen pas in maart 2013 (dus ná de aanhouding van [betrokkene 2] ) voor het eerst van het bestaan van deze ereschuld.
Gelet op het feit dat [betrokkene 2] en [betrokkene 1] in november 2010 reeds samen bespraken hoe de betalingen van de “Groningers” moesten worden verdeeld, de wisselende verklaringen over de hoogte van de ereschuld en het ontbreken van ook maar enige objectieve ondersteuning voor het bestaan van die ereschuld, is het hof van oordeel dat een begin van aannemelijkheid voor het bestaan van een ereschuld niet is aangetroffen. Het hiertoe strekkende verweer wordt daarom verworpen.
Daarbij komt – ten overvloede - het volgende: indien er al sprake zou zijn van een ereschuld, dan staat dat nog niet in de weg aan het oordeel dat de door [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] verrichte betalingen door [betrokkene 2] zijn aangenomen “naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten” In dit verband is het van belang dat er een duidelijke relatie is tussen het aantal uren dat een externe voor SNSPF werkt en het bedrag dat [betrokkene 2] ontvangt. De bewering van [betrokkene 2] dat hij aan [betrokkene 1] overliet wat hij (zogenaamd ter delging van de ereschuld) aan [betrokkene 1] kon factureren, is volstrekt ongeloofwaardig gezien de hierboven aangehaalde emailwisseling.
6.4
Nadere bewijsoverwegingen
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Het hof kan zich vinden in de navolgende overwegingen die de rechtbank in haar vonnis met betrekking tot het bewijs heeft opgenomen en hieronder cursief zijn weergegeven. Het hof neemt die overwegingen over en maakt die tot de zijne.
6.4.1.
Bewijsmiddelen
[betrokkene 2] en SNSPF
[betrokkene 2] is sinds de oprichting in 2006 enig aandeelhouder van [bedrijf 8] [10] welke vennootschap enig aandeelhoudster is van [bedrijf 9] sinds de oprichting in 2006 [11] en van [bedrijf 4] sinds de oprichting op 21 september 2010 [12] (hierna respectievelijk: [bedrijf 8] , [bedrijf 9] en [bedrijf 4] ). De vennootschappen zijn zowel statutair als feitelijk gevestigd te Hilversum, met uitzondering van [bedrijf 4] dat feitelijk gevestigd is in Utrecht. [betrokkene 2] is bestuurder van de drie vennootschappen.
Op 25 juni 2009 sluiten SNS Property Finance BV (hierna: SNSPF), [bedrijf 10] en [bedrijf 9] , vertegenwoordigd door [betrokkene 2] , een overeenkomst tot opdracht waarbij [betrokkene 2] wordt aangesteld als directieadviseur. [13] Bij addendum van 27 oktober 2011 is het contract verlengd en [betrokkene 2] aangesteld als “Lid van de Directie, Chief Restructuring Officer” (CRO). [14]
Introductie externen niveau 1[betrokkene 2] was als externe medewerker werkzaam op de afdeling Restructuring & Recovery van SNSPF en heeft na zijn aanstelling meerdere andere externe medewerkers geïntroduceerd uit zijn eigen netwerk, te weten onder meer:
  • [betrokkene 3] ,
  • [betrokkene 4] ,
  • [betrokkene 1] ,
  • [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5] ), en
  • [betrokkene 6] . [15]
[betrokkene 2] bevestigt voornoemde externen uit zijn eigen netwerk te hebben aangedragen bij SNSPF. [16]
[betrokkene 1]is sinds 2005 enig aandeelhouder [17] en bestuurder [18] van [verdachte] , welke vennootschap enig aandeelhoudster en bestuurster is van [bedrijf 11] (hierna: [bedrijf 11] ) [19] , beide gevestigd te Haren.
[bedrijf 5] (hierna: [bedrijf 5] ) is op verzoek van [betrokkene 1] opgericht eind 2010/begin 2011. [bedrijf 5] is gevestigd te Curaçao [20] en [betrokkene 1] is gemachtigd tot de bankrekeningen van [bedrijf 5] . [21]
[betrokkene 1] is vanaf maart 2010 werkzaam geweest bij SNSPF en op interim basis belast met het aansturen van nationale en internationale equity participaties van SNSPF alsmede het behandelen van andere door de directie van SNSPF te bepalen dossiers, hetgeen met zich mee kan brengen dat (tijdelijk) een functie als bestuurder of commissaris dient te worden vervuld. [22] [betrokkene 1] noemt zichzelf interim-manager. [23]
[betrokkene 1] heeft verklaard dat hij in februari/maart 2010 is benaderd door [betrokkene 2] om bij SNSPF te komen werken. [betrokkene 1] is door [betrokkene 2] aangenomen en heeft met hem de arbeidsvoorwaarden besproken. [24] Alle contracten zijn medeondertekend door [betrokkene 2] . [25] [betrokkene 2] bepaalde ook het tarief en het aantal te werken uren. [26]
Introductie externen niveau 2
Nadat hij [betrokkene 1] had aangenomen is [betrokkene 9] aangenomen bij SNS via [betrokkene 1] , aldus [betrokkene 2] . [27] Vervolgens zijn toen nog een aantal mensen aangebracht waaronder [betrokkene 13] , [betrokkene 12] , [betrokkene 11] , [betrokkene 10] en [betrokkene 8] . [betrokkene 1] heeft met deze mensen gesprekken gevoerd. [28] [betrokkene 9] werd als eerste, medio 2010, aangenomen. [29] [betrokkene 14] heeft verklaard dat een aantal van deze mensen via hem bij SNSPF is gaan werken. [30]
In het bij [betrokkene 1] aangetroffen excelbestand genaamd “detachering” [31] zijn werkbladen opgenomen met de namen: [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam] . Dit zijn voornamen van medewerkers van SNSPF (de rechtbank begrijpt respectievelijk: [betrokkene 9] , [betrokkene 13] , [betrokkene 12] , [betrokkene 10] , [betrokkene 11] , [betrokkene 8] en [betrokkene 7] ). Over de periode augustus 2010 tot en met december 2012 is per persoon vermeld:
- hoeveel uur de medewerker bij SNSPF heeft gewerkt;
- hoeveel vergoeding deze medewerker bij SNSPF heeft gedeclareerd;
- hoeveel [betrokkene 1] bij deze medewerker declareerde en
- hoe deze declaratie verdeeld werd tussen: [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [betrokkene 14] , [betrokkene 9] , [betrokkene 13] en [betrokkene 12] . [32]
Volgens [betrokkene 1] betreft dit zijn administratie van deze groep; hij hield dit overzicht maandelijks bij. [33] De bedragen die op dit spreadsheet staan, komen overeen met de afspraken die hij met de betreffende mensen heeft gemaakt. [34] De facturen die [betrokkene 1] voor het verkrijgen van deze vergoedingen stuurde voegde hij ook in de administratie van zijn eigen vennootschappen. [35] Als mensen anderen aanbrachten kregen zij een deel van die fee. [36] [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij het zich niet kan voorstellen dat de mensen van deze groep zoals genoemd op het overzicht- niet wisten dat de fee werd verdeeld over meerdere personen. [37] Hij heeft [betrokkene 2] verteld over deze afspraken en het betalen van de bemiddelingsfees. [betrokkene 2] wist dat een gedeelte van hun uurtarief naar [betrokkene 1] ging. [38] [betrokkene 1] heeft [betrokkene 2] hierover ingelicht enkele maanden nadat de eerste van die groep, [betrokkene 9] , was aangenomen. [39]
[betrokkene 2] en [betrokkene 1] hebben afgesproken dat [betrokkene 1] een gedeelte van deze fees betaalde aan [betrokkene 2] ; dit was ongeveer 50% van de bemiddelingsfee die [betrokkene 1] overhield na verrekening van de ontvangsten met anderen. [betrokkene 2] factureerde vanuit zijn vennootschappen. Dit liep vanaf augustus/september 2010 tot en met het eerste kwartaal van 2012. [betrokkene 1] heeft hierover buiten [betrokkene 2] niemand binnen SNSPF ingelicht. [40] De omschrijving op de facturen van [betrokkene 2] aan [betrokkene 1] , te weten “honorering advisering [bepaald kwartaal]” klopt niet volgens [betrokkene 1] . [41]
[betrokkene 2] heeft verklaard dat hij in het vierde kwartaal van 2010 wist dat [betrokkene 1] afspraken had gemaakt met andere externen en betalingen van hen ontving. [42] Ook vond er een aantal verrekeningen plaats met andere mensen, waaronder [betrokkene 14] . [betrokkene 2] vermoedt dat [betrokkene 1] hem op de hoogte heeft gebracht van de omstandigheid dat ook [betrokkene 9] betalingen ontving. [43] Hij heeft met [betrokkene 1] afgesproken dat [betrokkene 1] een deel van de door hem ontvangen betalingen aan hem doorbetaalde [44] , zijnde de helft van wat [betrokkene 1] overhield na verrekeningen. [45] Alle betaalde facturen zijn verwerkt in de administratie van [bedrijf 4] . [46] [betrokkene 2] heeft de betalingen niet gemeld bij SNS. [47]
[bedrijf 4] , de vennootschap van [betrokkene 2] , heeft gefactureerd aan de vennootschappen van [betrokkene 1] . Twee van deze facturen waren gericht aan [verdachte] . Deze facturen zijn op respectievelijk 30 december 2010 en 6 maart 2011 voldaan, te weten een bedrag van in totaal € 53.062,50. [48] Deze twee facturen zijn opgesteld onder de naam “ [bedrijf 4] ” in plaats van “ [bedrijf 4] ” waarbij wordt verwezen naar het KvK-nummer [nummer] en btw-nummer [nummer] van [bedrijf 4] . [49]
[betrokkene 9]
heeft tussen mei en juli 2010 contact gezocht met [betrokkene 1] . [betrokkene 1] heeft hem gevraagd of hij geïnteresseerd was in een functie bij SNSPF. [betrokkene 1] gaf aan dat hij [betrokkene 9] zou introduceren bij [betrokkene 2] als [betrokkene 9] in deze functie geïnteresseerd was. Nadat [betrokkene 9] zijn cv had opgestuurd, kreeg hij een gesprek met [betrokkene 2] . [50] Na het gesprek met [betrokkene 2] heeft [betrokkene 9] gebeld met [betrokkene 1] om hem te bedanken voor de introductie. [betrokkene 1] vroeg hem daarop een vergoeding van € 50,- per door [betrokkene 9] gewerkt uur bij SNSPF. [betrokkene 1] stelde voor dat [betrokkene 9] zijn facturen voor SNSPF aan hem stuurde, zodat [betrokkene 1] kon zien hoeveel uren [betrokkene 9] had gewerkt. [51] Op de facturen van [betrokkene 1] , die [betrokkene 9] ontving, stond steeds de omschrijving “advies”. [betrokkene 9] verklaart daarover dat het in feite ging om bemiddelingsfee, en dat de omschrijving op de factuur -achteraf gezien- dus niet goed is geweest. [52]
[betrokkene 1] verklaart dat hij enkele maanden na de afspraak met [betrokkene 9] [betrokkene 2] van deze afspraak op de hoogte heeft gebracht. Verder heeft [betrokkene 1] dit aan niemand binnen SNS verteld. [53]
De vennootschappen van [betrokkene 1] hebben gefactureerd aan de vennootschap van [betrokkene 9] : [bedrijf 12] (hierna: [bedrijf 12] ). Een deel van deze facturen was afkomstig van [verdachte] . Deze facturen zijn door [bedrijf 12] in de periode van 10 november 2010 tot en met 8 maart 2012 voldaan, te weten een bedrag van € 138.900,- (exclusief btw). [54] Daarnaast is door [bedrijf 12] een bedrag van € 9.075,- (exclusief btw) betaald aan [verdachte] op basis van een factuur afkomstig van [bedrijf 11] . [55]
Uit het excelbestand dat bij [betrokkene 1] is aangetroffen, blijkt dat van de € 50,- die [betrokkene 9] per gewerkt uur afdroeg aan [betrokkene 1] € 25,- werd doorbetaald aan [betrokkene 2] . [56]
[betrokkene 8]heeft verklaard dat hij in november of december 2010 is benaderd door [betrokkene 14] en [betrokkene 9] of hij beschikbaar was voor een klus bij SNS. Eén van hen zou [betrokkene 8] introduceren bij [betrokkene 1] . Enkele dagen later werd [betrokkene 8] gebeld door [betrokkene 1] en volgde er een gesprek in een hotel bij Haren. In dat gesprek vertelde [betrokkene 1] dat hij zelf ook iets bij SNS deed. [57] Aan het einde van het gesprek gaf [betrokkene 1] aan dat hij verwachtte dat [betrokkene 8] wel iets voor SNS zou kunnen betekenen. [betrokkene 1] gaf verder aan dat, als [betrokkene 8] zou worden aangenomen, hij een aanbrengfee wilde ontvangen van een bepaald bedrag. [betrokkene 1] heeft vervolgens aan [betrokkene 8] meegedeeld dat hij hem zou introduceren. Enkele dagen later werd [betrokkene 8] gebeld en is er een afspraak gemaakt met [betrokkene 2] en [naam] . [58] Een paar dagen na dit gesprek werd aan [betrokkene 8] telefonisch meegedeeld dat men hem een contract wilde aanbieden voor € 220,- per uur. [betrokkene 8] heeft hiermee ingestemd. [betrokkene 8] heeft vervolgens contact opgenomen met [betrokkene 1] en meegedeeld dat [betrokkene 1] € 70,- per uur zou ontvangen. [59] De facturen die [betrokkene 8] aan SNS stuurde gingen via [betrokkene 1] . Zodoende was [betrokkene 1] op de hoogte van het aantal uren dat door [betrokkene 8] werd gedeclareerd. [60]
Op de vraag of [betrokkene 1] mensen binnen SNSPF op de hoogte heeft gebracht van deze afspraak met [betrokkene 8] , antwoordt [betrokkene 1] dat alleen [betrokkene 2] ervan af wist. [61]
De vennootschappen van [betrokkene 1] hebben gefactureerd aan de vennootschap van [betrokkene 8] : [bedrijf 13] (hierna: [bedrijf 13] ). Een deel van deze facturen was afkomstig van [verdachte] . Deze facturen zijn door [bedrijf 13] in de periode van 26 januari 2011 tot en met 14 januari 2012 voldaan, te weten een bedrag van € 137.165,- (exclusief btw). [62]
Uit het excelbestand dat bij [betrokkene 1] is aangetroffen, blijkt dat de € 70,- die door [betrokkene 8] aan [betrokkene 1] werd betaald, als volgt werd verdeeld:
- [betrokkene 1] : € 22,50;
- [betrokkene 2] : € 22,50;
- [betrokkene 9] : € 25,00. [63]
[betrokkene 7]
verklaart dat hij in april 2011 is benaderd door [betrokkene 1] om voor SNSPF aan de slag te gaan. [betrokkene 1] heeft [betrokkene 7] in contact gebracht met SNSPF en het cv van [betrokkene 7] voorgelegd aan [betrokkene 2] . [64] In het gesprek met [betrokkene 2] heeft [betrokkene 7] aangegeven dat hij het logisch zou vinden als hij hetzelfde uurtarief zou krijgen als [betrokkene 8] , namelijk € 220,-. [betrokkene 7] had van [betrokkene 8] begrepen dat er sprake was van een bemiddelingsfee en dat [betrokkene 8] 30 procent van zijn uurtarief afstond aan [betrokkene 1] . [65] Ook aan [betrokkene 7] vroeg [betrokkene 1] een bemiddelingsfee. [betrokkene 7] kreeg per maand één factuur van [betrokkene 1] . Daarop stond het aantal uren maal € 70,-. Op de facturen stond als omschrijving: adviesdiensten. Achteraf gezien zou het volgens [betrokkene 7] beter zijn geweest als daarop bemiddelingsfee had gestaan. De prestatie zag namelijk op de bemiddeling van [betrokkene 1] tussen [betrokkene 7] en SNSPF. [66]
[betrokkene 1] verklaart dat hij SNSPF niet op de hoogte heeft gebracht van de afspraak die hij had met [betrokkene 7] . [67] Alleen [betrokkene 14] , [betrokkene 2] en -naar [betrokkene 1] aanneemt- [betrokkene 8] waren op de hoogte van deze afspraak. [68]
De vennootschappen van [betrokkene 1] hebben gefactureerd aan de vennootschap van [betrokkene 7] : [bedrijf 14] (hierna: [bedrijf 14] ). Een deel van deze facturen was afkomstig van [verdachte] . Deze facturen zijn door [bedrijf 14] in de periode van 1 juli 2011 tot en met 15 januari 2012 voldaan, te weten een bedrag van € 66.990,- (exclusief btw). [69]
Uit het excelbestand dat bij [betrokkene 1] is aangetroffen, blijkt dat de € 70,- die door [betrokkene 7] aan [betrokkene 1] werd betaald, als volgt werd verdeeld:
- [betrokkene 1] : € 23,50;
- [betrokkene 2] : € 23,25;
- [betrokkene 14] : € 23,25. [70]
[betrokkene 13]
verklaart dat hij in augustus 2010 via [betrokkene 14] in contact kwam met [betrokkene 1] . [71] [betrokkene 14] heeft meer dan een goed woordje voor [betrokkene 13] gedaan bij [betrokkene 1] . [72] Daarna heeft een gesprek plaatsgevonden met [betrokkene 2] . Met [betrokkene 2] heeft [betrokkene 13] ook onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden. Het uurtarief werd € 225,-. [73] In een gesprek met [betrokkene 14] zijn [betrokkene 13] en [betrokkene 12] een fee overeengekomen van € 75,- per gewerkt uur. Op verzoek van [betrokkene 14] is de betaling van de fee door een aan [betrokkene 1] gelieerde vennootschap gefactureerd en is aan die vennootschap ook betaald. Dit was een expliciet verzoek van [betrokkene 14] . [betrokkene 13] stuurde elke maand zijn factuur op aan SNSPF. Vervolgens kreeg hij dan een factuur van [betrokkene 1] , met daarop de omschrijving “declaratie betreffende adviesdiensten t.b.v. [bedrijf 15] ” voor de betreffende maand. Het bedrag op de factuur kon [betrokkene 13] herleiden tot de afspraak die met [betrokkene 14] was gemaakt over de betaling van een fee. [74]
[betrokkene 1] verklaart dat hij binnen SNSPF, behalve aan [betrokkene 2] , niemand iets heeft verteld over de betalingen die [betrokkene 13] aan hem deed. [75] De omschrijving op de facturen, die aan [betrokkene 13] gericht waren, had volgens [betrokkene 1] anders moeten luiden, namelijk bemiddelingsfee. [76]
De vennootschappen van [betrokkene 1] hebben gefactureerd aan de vennootschap van [betrokkene 13] : [bedrijf 15] (hierna: [bedrijf 15] ). Een deel van deze facturen was afkomstig van [verdachte] . Deze facturen zijn door [bedrijf 15] in de periode van 11 november 2010 tot en met 14 januari 2012 voldaan, te weten een bedrag van € 142.443,75 (exclusief btw). [77]
Uit het excelbestand dat bij [betrokkene 1] is aangetroffen, blijkt dat de € 75,- die door [betrokkene 13] aan de vennootschappen van [betrokkene 1] werd betaald, als volgt werd verdeeld:
- [betrokkene 1] : € 25,-;
- [betrokkene 2] : € 25,-;
- [betrokkene 14] : € 25,-. [78]
[betrokkene 13] verklaart dat via hem [betrokkene 11] en [betrokkene 10] zijn komen werken bij SNSPF. In een gesprek met [betrokkene 14] -waar ook [betrokkene 12] bij aanwezig was- heeft [betrokkene 13] aangegeven dat hij het wel redelijk zou vinden dat zij voor het aanbrengen van deze medewerkers een correctie op hun te betalen fee zouden ontvangen. Ongeveer een week erna kwam [betrokkene 14] hierop terug en stelde voor dat zij € 7,50 per persoon per medewerker zouden krijgen. [betrokkene 13] heeft hiervoor correctiefacturen gestuurd aan [betrokkene 1] met daarop dezelfde omschrijving als de facturen die hij van [betrokkene 1] ontving: adviesdiensten. [betrokkene 13] verklaart dat de omschrijving op de factuur niet correct was, maar dat hij bewust aansluiting heeft gezocht bij de facturen die door [betrokkene 1] aan hem werden gestuurd. [betrokkene 13] betaalde steeds het netto verschuldigde bedrag aan de vennootschap van [betrokkene 1] . [79] Facturen voor [bedrijf 15] werden door [betrokkene 13] opgemaakt. [80]
[bedrijf 15] heeft in de periode van 20 november 2010 tot en met 14 januari 2012 een bedrag van in totaal € 24.862,52 (exclusief btw) gefactureerd aan [verdachte] . [81] Daarvan is alleen de eerste factuur van € 798,75 (exclusief btw) door [verdachte] op 29 november 2010 betaald. [82] De overige factuurbedragen zijn in de periode van 30 december 2010 tot en met 14 januari 2012 [83] verrekend met de bedragen die [betrokkene 1] aan [betrokkene 13] in rekening bracht. [84] Van de betaling op 1 november 2011 (over september 2011) is geen onderliggende factuur aangetroffen. Het factuurbedrag betrof (kennelijk) € 1.983,87 (exclusief btw). [85]
[betrokkene 12]verklaart dat hij in augustus 2010 via [betrokkene 14] in contact is gekomen met [betrokkene 1] . [86] [betrokkene 12] heeft vervolgens zijn cv aan [betrokkene 1] gemaild. Daarna heeft [betrokkene 12] een gesprek gehad met [betrokkene 2] , waarin de werkzaamheden en het uurtarief zijn besproken. [betrokkene 12] heeft met [betrokkene 2] onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden. Ongeveer twee weken later kreeg [betrokkene 12] een concept contract met daarin een uurtarief van € 225,-. Met [betrokkene 14] maakte [betrokkene 12] de afspraak dat hij 30 procent (€ 75,-) per gewerkt uur zou afdragen aan [betrokkene 14] . Op verzoek van [betrokkene 14] werden de betalingen van deze afdracht gedaan via [betrokkene 1] . [87]
De vennootschappen van [betrokkene 1] hebben gefactureerd aan de vennootschap van [betrokkene 12] : [bedrijf 18] (hierna: [bedrijf 18] ). Een deel van deze facturen was afkomstig van [verdachte] . Deze facturen zijn door [bedrijf 18] in de periode van 12 november 2010 tot en met 17 januari 2012 voldaan, te weten een bedrag van € 148.721,25 (exclusief btw). [88]
Uit het excelbestand dat bij [betrokkene 1] is aangetroffen, blijkt dat de € 75,- die door [betrokkene 12] aan de vennootschappen van [betrokkene 1] werd betaald, als volgt werd verdeeld:
- [betrokkene 1] : € 25,-;
- [betrokkene 2] : € 25,-;
- [betrokkene 14] : € 25,-. [89]
De omschrijving op de facturen, die aan [betrokkene 12] gericht waren, had volgens [betrokkene 1] anders moeten zijn, namelijk bemiddelingsfee. [90] [betrokkene 1] verklaart dat hij binnen SNSPF, behalve aan [betrokkene 2] , niemand iets heeft verteld over de betalingen die [betrokkene 13] aan hem deed. [91] Over [betrokkene 12] verklaart [betrokkene 1] gelijkluidend. [92]
[betrokkene 12] verklaart dat [betrokkene 13] op enig moment mensen heeft aangebracht bij [betrokkene 1] . In een gesprek met [betrokkene 14] heeft [betrokkene 13] onderhandeld en een korting gekregen van € 15,- per door [betrokkene 11] en [betrokkene 10] gewerkt uur. Deze korting heeft [betrokkene 13] met [betrokkene 12] gedeeld. [93] In eerste instantie zou de fee worden verrekend met de fee die werd betaald. Op verzoek van [betrokkene 14] is deze fee toch gefactureerd. De facturering van deze fee deed [betrokkene 12] via [bedrijf 19] [94] [betrokkene 12] wist hoeveel er gefactureerd moest worden, omdat [betrokkene 1] de uren van [betrokkene 11] en [betrokkene 10] aan hem doorstuurde. [95]
[bedrijf 19] heeft in de periode van 25 november 2010 tot en met 19 februari 2012 een bedrag van in totaal € 24.963,77 (exclusief btw) gefactureerd aan [verdachte] . Deze facturen zijn in de periode van 3 december 2010 tot en met 16 maart 2012 voldaan. [96] De factuur van 19 februari 2012 (over de maand januari 2012) is verzonden door [verdachte] , maar door [bedrijf 19] betaald aan [bedrijf 11] . [97]
[betrokkene 10] en [betrokkene 11]
[betrokkene 10] verklaart dat hij via [betrokkene 13] in contact is gekomen met [betrokkene 1] . Als zij (de rechtbank begrijpt: [betrokkene 10] en [betrokkene 11] ) aangenomen zouden worden bij SNSPF, dan wilde [betrokkene 1] daarvoor een vergoeding van 30 procent van hun uurloon. Uiteindelijk stelde [betrokkene 10] facturen op voor SNSPF van de gewerkte uren van [betrokkene 10] en [betrokkene 11] . Op basis van die gewerkte uren ontvingen zij van [betrokkene 1] een factuur waarop hij 30 procent in rekening bracht. De facturen van [betrokkene 1] waren afkomstig van [verdachte] . [98] [betrokkene 1] gaf aan dat hij liever niet wilde dat deze afspraak bekend werd. [99] Er zijn volgens [betrokkene 10] door [betrokkene 1] geen andere diensten of adviezen gegeven door [betrokkene 1] . Alle facturen die hij stuurde hadden betrekking op de introductie bij SNS. [100]
[betrokkene 11] verklaart dat hij via [betrokkene 10] in contact is gekomen met [betrokkene 1] . Uiteindelijk heeft een gesprek plaatsgevonden met [betrokkene 2] , waarin een bandbreedte is genoemd van het uurtarief. Later zijn de contracten toegestuurd, waarin een vergoeding stond van € 225,- per uur. [101] Op de facturen van [betrokkene 1] stond “adviesdiensten”. Er hebben niet daadwerkelijk adviesdiensten plaatsgevonden, [betrokkene 1] heeft alleen de introductie van [betrokkene 11] en [betrokkene 10] bij SNSPF verricht. [102]
[betrokkene 1] verklaart dat SNSPF niet op de hoogte was van de vergoeding die hij ontving van [betrokkene 10] en [betrokkene 11] . [betrokkene 1] heeft alleen [betrokkene 2] verteld dat hij deze vergoeding ontving. Daarnaast waren [betrokkene 14] , [betrokkene 12] en [betrokkene 13] op de hoogte van de afspraak tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 10] en [betrokkene 11] . [103]
De vennootschappen van [betrokkene 1] hebben gefactureerd aan de vennootschap van [betrokkene 11] en [betrokkene 10] : [bedrijf 16] . (hierna: [bedrijf 16] ). Een deel van deze facturen was afkomstig van [verdachte] . [verdachte] heeft in de periode van 17 november 2010 tot en met 12 januari 2012 in totaal een bedrag aan € 116.812,50 (exclusief btw) gefactureerd aan [bedrijf 16] , met als omschrijving “Adviesdiensten t.b.v. [bedrijf 16] . - dhr. [betrokkene 10] ”. Deze facturen zijn in de periode van 29 november 2010 tot en met 6 februari 2012 voldaan. Verder heeft [verdachte] in de periode van 17 november 2010 tot en met 14 januari 2012 facturen gestuurd voor een totaalbedrag van € 151.500,- (exclusief btw) naar [bedrijf 16] , met de omschrijving “Adviesdiensten t.b.v. [bedrijf 16] . - dhr. [betrokkene 11] ”. Deze facturen zijn in de periode van 3 december 2010 tot en met 6 februari 2012 voldaan. [104]
Uit het excelbestand dat bij [betrokkene 1] is aangetroffen, blijkt dat de € 75,- die door [betrokkene 11] en [betrokkene 10] aan de vennootschappen van [betrokkene 1] werd betaald, als volgt werd verdeeld:
- [betrokkene 1] : € 20,-;
- [betrokkene 2] : € 20,-;
- [betrokkene 14] : € 20,-;
- [betrokkene 13] : € 7,50;
- [betrokkene 12] : € 7,50. [105]
[betrokkene 14][bedrijf 17] (hierna: [bedrijf 17] ) is het bedrijf van de dochter van [betrokkene 14] , waarvan hij feitelijk leidinggevende en algemeen tekenbevoegd is. [106] [bedrijf 17] is gevestigd te Praag, Tsjechië. [107]
[betrokkene 14] heeft verklaard dat een aantal mensen via hem bij SNSPF is gaan werken. [108] Toen [betrokkene 1] hem vroeg of hij nog mensen kende, heeft [betrokkene 14] [betrokkene 13] en [betrokkene 12] aanbevolen. [betrokkene 1] zei dat hij bij de inbreng van deze mensen wilde verdienen en zei dat [betrokkene 14] er ook aan kon verdienen. Via [betrokkene 13] heeft [betrokkene 14] cv’s doorgestuurd van [betrokkene 11] en [betrokkene 10] . Ook [betrokkene 7] heeft hij aanbevolen. [betrokkene 14] stuurde de cv’s door naar [betrokkene 1] voor een introductie bij SNSPF. [109] [betrokkene 14] kreeg een vergoeding voor het aanbrengen van deze externen, een bedrag per door de jongens gewerkt uur. Bij [betrokkene 12] en [betrokkene 13] was dat € 25,- per uur, bij [betrokkene 11] en [betrokkene 10] was dat bedrag wat lager. [110] De betalingen liepen via [betrokkene 1] . [111] De verdeling van de betaling van [betrokkene 11] en [betrokkene 10] met [betrokkene 13] heeft hij besproken met [betrokkene 1] . [betrokkene 14] heeft niet met [betrokkene 1] besproken of SNS van de afspraken wist. [112]
[betrokkene 1] heeft verklaard dat er personen door bemiddeling van [betrokkene 14] bij SNSPF zijn gekomen. Met deze personen is door [betrokkene 14] een bemiddelingsfee afgesproken, die verdeeld werd onder hem, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . [113] [betrokkene 1] heeft met [betrokkene 14] afspraken gemaakt over het aanbrengen van mensen. [betrokkene 14] zou een deel van het tarief krijgen dat de aangenomen mensen zouden betalen. [114] [betrokkene 1] gaf aan [betrokkene 14] door wat gefactureerd kon worden. [betrokkene 14] stuurde dan een factuur vanuit [bedrijf 17] in Tsjechië naar [bedrijf 11] of [verdachte] . [115] [betrokkene 14] kreeg een deel van de bemiddelingsfee van [betrokkene 13] , [betrokkene 12] , [betrokkene 11] , [betrokkene 10] , en [betrokkene 7] . [116] [betrokkene 1] heeft hierover buiten [betrokkene 2] niemand binnen SNSPF ingelicht. [117]
Voor het ontvangen van de betalingen maakte [betrokkene 14] maandelijks een factuur op op naam van [bedrijf 17] . [betrokkene 1] gaf aan hem door hoeveel hij kon factureren. De factuur verzond [betrokkene 14] naar [betrokkene 1] . De omschrijving op de facturen heeft hij zelf bedacht. Fysiek heeft hij geen werkzaamheden verricht voor [verdachte] . [118] De gefactureerde bedragen heeft hij ontvangen, deels op de rekening van [bedrijf 17] en deels op zijn eigen rekening. [119]
In de periode van 3 december 2010 tot en met 14 januari 2012 is door [bedrijf 17] een totaalbedrag van € 187.429,64 (exclusief btw) gefactureerd aan [verdachte] . Deze facturen zijn in de periode van 22 november 2010 tot en met 16 januari 2012 voldaan. [120]
Aanvullende bewijsmiddelen voor gewoontewitwassen en criminele organisatie
Bestemming ontvangsten[betrokkene 1] heeft via zijn vennootschappen in de periode van 10 november 2010 tot en met 30 januari 2013 voornoemde gefactureerde betalingen ontvangen van de vennootschappen [bedrijf 14] , [bedrijf 13] , [bedrijf 12] , [bedrijf 16] , [bedrijf 18] en [bedrijf 15] . [121] Een deel hiervan, te weten een bedrag van € 1.074.013,- (inclusief btw), is ontvangen op de rekening van [verdachte] . [122] (…)
Correspondentie [betrokkene 1] en [betrokkene 2]Tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] vindt op 21 november 2010 de volgende emailcorrespondentie plaats. [123]
[betrokkene 2] aan [betrokkene 1] :
Ik zit een beetje de admin te doen en wil even de volgende zaken afstemmen;Ik stuur vanuit de nieuwe Bv een nota voor ons gezamenlijke project (voorloper [bedrijf 5] ) voor een bedrag van 23262,50 ex btw (dit is tot en met october).
Tevens stuur ik twee nota’s een vanuit salva 20.000 en een vanuit [bedrijf 4] . (…)
Laat even weten of je het hier mee eens bent en of de bedragen qua berekening klopt! (…)
[betrokkene 1] aan [betrokkene 2] :
1ste is t/m oktober 22.723,75 ex BTW (verschil met jouw is verdeling[betrokkene 11] / [betrokkene 10] denk ik) (…)
In reactie op een e-mail van [betrokkene 11] en [betrokkene 10] stuurt [betrokkene 1] op 18 december 2012 het volgende bericht: [124]
Jullie hebben kennelijk niet begrepen (of willen niet begrijpen) hoe de contractverlengingen tot stand gekomen zijn; dat is echt niet zomaar op initiatief van SNSPF. (…) Toch is er aardig wat lobby werk aan vooraf gegaan, het is ten slotte ook niet toevallig dat van de groep Groningers vrijwel alle contracten verlengd zijn.
Vergeet ook niet wiens handtekening onder jullie contract staat. (…)
Aanvulling hof op de bewijsmiddelen voor witwassen
Volgens de bankafschriften van rekening 61.70.05.044 van [verdachte] en rekening 57.52.81.278 van [bedrijf 11] B.V. heeft [betrokkene 1] , in totaal € 908.341,98 (exclusief BTW) aan kick-backs uitbetaald. [125] Aan het eind van het boekjaar 2012 van [verdachte] heeft [betrokkene 1] een bedrag van € 598.699,- in rekening courant opgenomen. [126]
6.4.2
Bewijsoverwegingen
Het hof kan zich ook vinden in de navolgende overwegingen die de rechtbank in haar vonnis met betrekking tot het bewijs heeft opgenomen en hieronder cursief zijn weergegeven. Het hof neemt die overwegingen over en maakt die tot de zijne.
Algemeen
Vervolging rechtspersonen en/of natuurlijke personen
De rechtbank overweegt allereerst dat de vervolging of het daderschap van een rechtspersoon de vervolging of het daderschap van natuurlijke personen niet uitsluit. Het staat het Openbaar Ministerie in beginsel vrij te beslissen of de rechtspersoon en/of de natuurlijke persoon op grond van het eigen daderschap wordt vervolgd (HR 21-10-1986, NJ 1987, 362 en ECLI:NL:PHR:2007:BA7261). De stelling dat het daderschap van een rechtspersoon daderschap van een natuurlijk persoon uitsluit, vindt in zijn algemeenheid geen steun in het recht.
Toerekening aan rechtspersonen
Daarnaast is voor de onderstaande bewijsoverwegingen van belang dat een rechtspersoon (in de zin van artikel 51 Sr) kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de betreffende gedraging redelijkerwijs aan hem kan worden toegerekend. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon (ECLI:NL:HR:2003:AF7938).
6.5
Valsheid in geschrift
De rechtbank heeft met betrekking tot de valsheid in geschrift in het bijzonder het volgende overwogen waarbij het hof zich aansluit.
Valsheid facturen
Door de verdediging is betoogd dat de facturen niet vals zijn omdat -kort gezegd- beide partijen wisten wat de onderliggende prestatie was, de omschrijving voldoende juist is en de gefactureerde bedragen niet te hoog zijn.
(…)
Valse omschrijving werkzaamheden op de facturen
De rechtbank is van oordeel dat alle hiervoor besproken facturen, opgenomen in het bewijsoverzicht Bijlage II, valselijk zijn opgemaakt. Daarbij is van belang dat de facturen betrekking hadden op de betaling voor de onderling gemaakte afspraken. Anders dan de omschrijvingen op de facturen suggereren, werden met de facturen dan ook geen adviezen of andere werkzaamheden in rekening gebracht. Aan de hand van de omschrijving op de facturen kan dus niet worden afgeleid op welke onderliggende afspraken en betalingen de facturen in werkelijkheid betrekking hadden. De facturen zijn opgemaakt ten behoeve van de verzwegen omkoping en de bijbehorende betaalstroom en zijn bedoeld om deze betalingen een titel te verschaffen. Met de opgenomen valse omschrijvingen is de werkelijke aard van deze betaalstroom verhuld.
Ook ten tijde van het opmaken van de facturen door [betrokkene 1] en het verkrijgen van de door anderen opgemaakte facturen had hij wetenschap van de aard van de betalingen waarop deze facturen betrekking hadden en had hij daarmee ten minste voorwaardelijk opzet op de valsheid hiervan. Hij heeft de aanmerkelijke kans op de valsheid van deze facturen willens en wetens aanvaard.
Bewijsbestemming als waren de facturen echt en onvervalst
De verdediging heeft ook betoogd dat geen sprake is geweest van een oogmerk om de facturen als echt en onvervalst te gebruiken. De facturen zijn wel gebruikt, maar de ontvanger is hierdoor niet misleid aangezien het zowel voor de opsteller als de geadresseerde duidelijk was waar de facturen op zagen.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Het oogmerk van de verdachte moet zijn gericht op het gebruik als echt en onvervalst. Dit impliceert een gerichtheid op misleiding. Dit betekent dat er derden in het spel moeten zijn, die niet van de valsheid op de hoogte zijn. Het gebruik van het geschrift hoeft niet daadwerkelijk plaats te vinden. Het verweer van de verdediging wordt verworpen, nu facturen naar hun aard reeds in het maatschappelijk verkeer (ook jegens derden) een bewijsbestemming hebben. Bovendien zijn de facturen in dit geval ook nog opgenomen in de bedrijfsadministratie(s) waarmee temeer vast staat dat de facturen bestemd waren voor het gebruik door derden -anderen dan de geadresseerden- als waren zij echt en onvervalst, bijvoorbeeld de fiscus en/of accountants (ECLI:NL:GHAMS:2015:1212). De rechtbank acht dan ook bewezen dat de facturen valselijk zijn opgemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te (doen) gebruiken. Ook hebben de betalers deze door anderen opgemaakte valse facturen voorhanden gehad, terwijl zij wisten dat deze geschriften een zodanige bewijsbestemming hadden.
Anders dan de rechtbank acht het hof het medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen.
Het hof vindt daartoe aansluiting in het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2012 waarin is overwogen:
"Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd tezamen en in vereniging met de rechtspersoon [A] doordat het door hem begane strafbare feit tevens aan die rechtspersoon kan worden toegerekend op de grond dat hij als "feitelijk bestuurder" van [A] moet worden aangemerkt. Aldus heeft het Hof miskend dat de enkele omstandigheid dat de verboden gedraging van de verdachte aan de rechtspersoon kan worden toegerekend, niet kan meebrengen dat de verdachte het strafbare feit tezamen met de rechtspersoon heeft medegepleegd."
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het opmaken (feit 1) en voorhanden hebben (feiten 2 en 3) van valse facturen.
6.6
Gewoontewitwassen
Aan verdachte is onder feit 4 (niveau 2) ten laste gelegd dat hij geldbedragen heeft witgewassen door - kort weergegeven):
a. door de werkelijke aard en/of herkomst van die gelden te verbergen of te verhullen en
b. door die geldbedragen over te dragen of gebruik te maken van die geldbedragen.
De advocaat-generaal acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend te bewijzen.
De verdediging heeft betoogd dat verdachte van deze feiten dient te worden vrijgesproken van het verhullen omdat er geen verhullende handelingen zijn gepleegd die het zicht op de geldbedragen hebben bemoeilijkt en de dagvaarding ten aanzien van het overdragen en/of gebruik maken nietig dient te worden verklaard omdat onvoldoende duidelijk is waar de verdenking betrekking op heeft.
Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat de betalingen van de geldbedragen aan de hand van facturen en bankafschriften gemakkelijk te volgen zijn.
Ad a.
Het hof stelt voorop dat noch de tekst van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht noch de wetsgeschiedenis eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepaling omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig door hemzelf begaan misdrijf, wordt veroordeeld wegens witwassen. Dit betekent niet dat elke gedraging die in artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is omschreven, onder alle omstandigheden de kwalificatie witwassen rechtvaardigt.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft.
Het hof stelt vast dat [betrokkene 1] gedurende de ten laste gelegde periode een geldbedrag van in totaal € 885.559,86 (exclusief btw) heeft ontvangen op de rekening van [verdachte]
.Verdachte heeft dit bedrag op grond van valsheid in geschrift verkregen. Het hof is daarbij van oordeel dat het opmaken en versturen van de valse facturen om de geldbedragen te verkrijgen het gronddelict is en die facturen zijn gebruikt om de geldbedragen te verkrijgen. Naar het oordeel van het hof zijn deze gedragingen het gronddelict zodat zij niet kunnen worden gezien als de vereiste “extra verhullende handeling” na het ontvangen van dit uit misdrijf verkregen geld.
Dit betekent dat het onder 4 bewezen verklaarde verwerven en voorhanden hebben niet kan worden gekwalificeerd en daarom geen strafbaar feit oplevert. De verdachte dient derhalve ter zake van de onderdelen van die bewezen verklaarde feiten te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ad b.
Het hof heeft hiervoor onder paragraaf 3.1 het verweer tot nietigheid van de dagvaarding met betrekking tot het witwassen verworpen.
Volgens de bankafschriften van rekening 61.70.05.044 van [verdachte] en rekening 57.52.81.278 van [bedrijf 11] B.V. heeft [betrokkene 1] , in totaal € 908.341,98 (exclusief BTW) aan kickbacks uitbetaald. [127] Bovendien heeft [betrokkene 1] aan het eind van het boekjaar 2012 van [verdachte] in een rekeningcourant een bedrag van € 598.699,- opgenomen. [128] Het ontvangen geld is daardoor -ten minste deels- gebruikt en is daarmee in het financiële en economische verkeer gebracht.
Pleegperiode en gewoonte
Witwassen moet worden beschouwd als een voortdurend delict. Dit brengt mee dat de pleegperiode doorloopt zolang de verdachten ten aanzien van deze geldbedragen nog steeds witwashandelingen verrichten (ECLI:NL:HR:2014:956). Dat deze handelingen nog altijd voortduren of worden verricht kan echter aan de hand van het dossier niet worden vastgesteld. Het specifieke moment waarop zij -bijvoorbeeld door gebruik- niet meer over de geldbedragen konden beschikken, is niet vast te stellen aan de hand van het dossier. Daarom wordt in het voordeel van verdachten aangesloten bij data waarvan gesteld kan worden dat zij in de periode daaraan voorafgaand in ieder geval hebben kunnen beschikken over de geldbedragen en in welke periode ook omzetting/overdraging/gebruik heeft plaatsgevonden.
Vastgesteld kan worden dat de witwashandelingen in ieder geval hebben plaatsgevonden voorafgaand aan de aanhouding van [betrokkene 1] op 12 maart 2013. Niet blijkt dat hij na de datum van zijn aanhouding nog over dit geld kon beschikken of ten aanzien hiervan witwashandelingen heeft verricht. Om te kunnen witwassen moet verdachte kunnen beschikken over het van misdrijf afkomstige voorwerp. Het einde van de pleegperiode wordt daarom vastgesteld op 12 maart 2013.
Het hof is ten slotte van oordeel dat, gelet op de bewezen verklaarde periode, de hoeveelheid witgewassen geldbedragen en de verschillende verrichte witwashandelingen, de verdachte van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Anders dan de rechtbank acht het hof het medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen.
Het hof vindt daartoe aansluiting in het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2012 waarin is overwogen:
"Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd tezamen en in vereniging met de rechtspersoon [A] doordat het door hem begane strafbare feit tevens aan die rechtspersoon kan worden toegerekend op de grond dat hij als "feitelijk bestuurder" van [A] moet worden aangemerkt. Aldus heeft het Hof miskend dat de enkele omstandigheid dat de verboden gedraging van de verdachte aan de rechtspersoon kan worden toegerekend, niet kan meebrengen dat de verdachte het strafbare feit tezamen met de rechtspersoon heeft medegepleegd."
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen met betrekking tot het gebruik van de door misdrijf verkregen gelden (feit 4). Met betrekking tot het verwerven en voorhanden hebben van die geldbedragen wordt verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging.
6.7
Criminele organisatie (niveau 2)
De verdediging heeft betoogd dat geen sprake was van (wetenschap van) een samenwerkingsverband tussen verdachten, geen opzet op deelneming aan een criminele organisatie en ook geen opzet op het oogmerk van die organisatie tot het plegen van strafbare feiten.
De rechtbank heeft met betrekking tot de criminele organisatie in het bijzonder het volgende overwogen waarbij het hof zich aansluit.
Criminele organisatie
De rechtbank overweegt allereerst dat met een criminele organisatie ex artikel 140 Sr wordt bedoeld een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met als oogmerk het plegen van misdrijven. Niet is vereist dat de betrokkenen bekend zijn met alle personen die deel uitmaken van de organisatie. Verdachten moeten een aandeel hebben in het samenwerkingsverband, dan wel de gedragingen ondersteunen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor opzettelijke deelneming is voldoende dat verdachten in algemene zin weten dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Ook rechtspersonen kunnen deelnemen aan een criminele organisatie.
Deelneming niveau 2
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de gebezigde bewijsmiddelen, in niveau 2 sprake is geweest van een gestructureerd samenwerkingsverband, opgericht en geleid door [betrokkene 2] en [betrokkene 1] . Het oogmerk van de organisatie was gericht op de passieve en actieve niet-ambtelijke omkoping, de hiermee samenhangende valsheid in geschrift en het gewoontewitwassen. [verdachte] heeft niet alleen wetenschap gehad van het oogmerk van de organisatie, maar zij heeft ook een aandeel gehad in de gedragingen die strekken tot verwezenlijking hiervan.
[verdachte] heeft een substantieel aandeel gehad in en ondersteuning gegeven aan gedragingen strekkende tot uitvoering van het oogmerk van de organisatie. Allereerst heeft [verdachte] zelf bijgedragen door valse facturen op te (laten) maken en de hieruit voortvloeiende ontvangsten wit te wassen. Daarnaast kan de vennootschap wetenschap worden toegerekend van vergelijkbare deelneming door en het verrichte aandeel van anderen aan/bij de organisatie. De handelingen die door [betrokkene 1] zelf zijn verricht hebben immers plaatsgevonden en/of zijn verricht in de sfeer van de vennootschap en kunnen ook aan haar (als medepleger) worden toegerekend. [betrokkene 2] wist ten minste vanaf eind 2010 dat een deel van het uurtarief van de door hem en [betrokkene 1] aangebrachte verdachten betaald en vervolgens verdeeld werd. [betrokkene 1] heeft alle gelden geïnd en verdeeld. [betrokkene 2] heeft van alle betalers zijn deel ontvangen. Ook had hij wetenschap van de betrokkenheid en het verrichte aandeel van de door de betrokkenen gebruikte vennootschappen bij de organisatie. Niemand heeft de betaalstromen gemeld bij SNS(PF). Het samenwerkingsverband heeft hierdoor onafgebroken en gedurende een langere periode kunnen bestaan, terwijl het aantal medewerkers van SNSPF dat bij de betalingen betrokken raakte toenam.
Conclusie
Het hof concludeert dat [verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit de in de bewezenverklaring nader te noemen verdachte natuurlijke personen en hun vennootschappen (feit 5).

7.Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
De volledige bewezenverklaring is opgenomen in bijlage 2 van dit arrest.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

8.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Het onder 2 en 3 bewezen verklaarde levert op:
telkens:
opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken, begaan door een rechtspersoon
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, begaan door een rechtspersoon

9.Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

10.Oplegging van straf en/of maatregel

10.1
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 tot en met 5 wordt veroordeeld tot een geldboete van € 30.000,-
10.2
De verdediging heeft (ten aanzien van de vennootschappen van [betrokkene 1] ) geen strafmaatverweer gevoerd.
10.3
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op het maatschappelijk functioneren van verdachte en haar draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie waarbinnen omkoping, valsheid in geschrift en witwassen plaats vond. [verdachte] heeft voor ruim € 800.000,- gefactureerd aan verschillende medewerkers van SNSPF. Daarnaast heeft [verdachte] ook ruim € 300.000,- betaald aan personen die betrokken waren bij betaling van retourfees binnen SNSPF. Verder heeft [verdachte] valse facturen die ten grondslag lagen aan deze betalingen voorhanden gehad. Ook werden de ontvangen geldbedragen witgewassen door deze in rekening courant op te nemen en zodoende in het financiële verkeer te brengen.
[verdachte] heeft onder een schijn van legale bedrijfsvoering deelgenomen aan het financieel economisch verkeer. Daardoor is het vertrouwen dat in rechtspersonen moet kunnen worden gesteld, ondergraven. Het hof neemt dit [verdachte] zeer kwalijk.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat [verdachte] niet eerder is veroordeeld.
Met de rechtbank vindt het hof oplegging van een geldboete passend. Bij de bepaling van de hoogte hiervan heeft het hof in het bijzonder gelet op de volgende omstandigheden. [verdachte] heeft als deelnemer aan de criminele organisatie een valse factuurstroom op gang gebracht en de opbrengst witgewassen. Hierbij was sprake van een intensieve en langdurige samenwerking tussen de verdachte natuurlijke personen, hun vennootschappen en [verdachte] . Mede door deze organisatie hebben de omkopings- en betalingsconstructies kunnen blijven voortbestaan. Ook [verdachte] heeft hiermee een substantiële rol gehad in de criminele organisatie die zich bezig hield met omkoping, valsheid in geschrift en gewoontewitwassen.
Gelet op deze omstandigheden, de duur van de bewezen verklaarde periode en de hoogte van de ontvangen en betaalde bedragen acht de rechtbank een geldboete van € 25.000,- passend en geboden.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 51, 57, 140, 225 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 4 bewezen verklaarde voorhanden hebben en/of verwerven niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 25.000,-- (vijfentwintigduizend euro).
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R. de Groot en mr. P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.W. Jansink en B.J. Berendsen, griffiers,
en op 6 juni 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Bijlage 1: de tenlastelegging
Aan [verdachte] is ten laste gelegd dat
1 (niveau 2):
zij in of omstreeks de periode van 5 oktober 2010 tot en met 14 januari 2012
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam en/of Leusden, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
acht (8), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
gericht aan [betrokkene 7] en/of [bedrijf 14] ten bedrage van
in totaal circa Euro 66.990,- (exclusief btw) (te weten: D-0343 en/of D-0344
en/of D-0820 en/of D-0821 en/of D-0822 en/of D-0823 en/of D-0824 en/of D-0825),
en/of
dertien (13), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
gericht aan [betrokkene 8] en/of [bedrijf 13] ten bedrage van in
totaal circa Euro 137.165,- (exclusief btw) (te weten: D-0177 en/of D-0355
en/of D-0853 en/of D-0854 en/of D-0855 en/of D-0856 en/of D-0857 en/of D-0858
en/of D-0859 en/of D-0860 en/of D-0861 en/of D-0862 en/of D-0863),
en/of
zeventien (17), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of
[betrokkene 1] gericht aan [betrokkene 9] en/of [bedrijf 12] ten bedrage van in totaal
circa Euro 138.900,- (exclusief btw) (te weten: D-0366 en/of D-0367 en/of
D-0897 en/of D-0898 en/of D-0899 en/of D-0900 en/of D-0901 en/of D-0902 en/of
D-0903 en/of D-0904 en/of D-0905 en/of D-0906 en/of D-0907 en/of D-0908 en/of
D-0909 en/of D-0910 en/of D-0911),
en/of
vijftien (15), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of
[betrokkene 1] gericht aan [betrokkene 10] en/of [bedrijf 16] (thans genaamd
[bedrijf 20] ) ten bedrage van in totaal circa Euro 116.812,50 (exclusief btw)
(te weten: D-0382 en/of D-0383 en/of D-0958 en/of D-0959 en/of D-0960 en/of
D-0961 en/of D-0962 en/of D-0963 en/of D-0964 en/of D-0965 en/of D-0966 en/of
D-0967 en/of D-0968 en/of D-0969 en/of D-0970),
en/of
vijftien (15), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of
[betrokkene 1] gericht aan [betrokkene 11] en/of [bedrijf 16] (thans genaamd
[bedrijf 20] ) ten bedrage van in totaal circa Euro 151.500,- (exclusief btw)
(te weten: D-0394 en/of D-0395 en/of D-1002 en/of D-1003 en/of D-1004 en/of
D-1005 en/of D-1006 en/of D-1007 en/of D-1008 en/of D-1009 en/of D-1010 en/of
D-1011 en/of D-1012 en/of D-1013 en/of D-1014),
en/of
zestien (16), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
gericht aan [betrokkene 12] en/of [bedrijf 18] ten bedrage van
in totaal circa Euro 148.721,25 (exclusief btw) (te weten: D-0405 en/of D-0406
en/of D-1050 en/of D-1051 en/of D-1052 en/of D-1053 en/of D-1054 en/of D-1055
en/of D-1056 en/of D-1057 en/of D-1058 en/of D-1059 en/of D-1060 en/of D-1061
en/of D-1062 en/of D-1063),
en/of
zestien (16), althans een of meer, factu(u)r(en) van haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
gericht aan [betrokkene 13] en/of [bedrijf 15] ten bedrage van in
totaal circa Euro 142.443.75 (exclusief btw) (te weten: D-0422 en/of D-0423
en/of D-1116 en/of D-1117 en/of D-1118 en/of D-1119 en/of D-1120 en/of D-1121
en/of D-1122 en/of D-1123 en/of D-1124 en/of D-1125 en/of D-1126 en/of D-1127
en/of D-1128 en/of D-1129),
zijnde telkens (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten
opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers
heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd
met de waarheid -zakelijk weergegeven-
op/in die factu(u)r(en vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 7] en/of [bedrijf 14] , terwijl in
werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn
geheel, door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve
van/voor [betrokkene 7] en/of [bedrijf 14]
en/of
op/in die factu(u)r(en vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 8] en/of [bedrijf 13] , terwijl in werkelijkheid
die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 8]
en/of [bedrijf 13]
en/of
op/in die factu(u)r(en vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 9] en/of [bedrijf 12] , terwijl in werkelijkheid die
werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 9] en/of
[bedrijf 12]
en/of
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 10] en/of [bedrijf 16] , terwijl in werkelijkheid
die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 10]
en/of [bedrijf 16]
en/of
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 11] en/of [bedrijf 16] , terwijl in werkelijkheid die
werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 11]
en/of [bedrijf 16]
en/of
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 12] en/of [bedrijf 18] , terwijl in
werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn
geheel, door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve
van/voor [betrokkene 12] en/of [bedrijf 18]
en/of
op/in die factu(u)r(en) vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 13] en/of [bedrijf 15] , terwijl in
werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn
geheel, door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve
van/voor [betrokkene 13] en/of [bedrijf 15]
en/of (telkens)
op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) vermeld dat/die in
werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in
die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
2 (niveau 2):
zij in of omstreeks de periode van 30 november 2010 tot en met 12 maart 2013
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
voorhanden heeft gehad
twee (2), althans een of meer, factu(u)r(en) van [bedrijf 4] (" [bedrijf 4]
") en/of [betrokkene 2] gericht aan haar, verdachte en/of [betrokkene 1]
ten bedrage van in totaal circa Euro 53.062,50 (exclusief btw) (te
weten: D-0118 en/of D-0119),
zijnde telkens (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
(telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die
geschrift(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware dat/die geschrift(en)
echt en onvervalst, en bestaande die valsheid en/of vervalsing (telkens)
hierin
dat op/in die factu(u)r(en) is vermeld dat door [bedrijf 4] (" [bedrijf 4]
") en/of [betrokkene 2] werkzaamheden en/of diensten (te
weten: "corporate finance advies" en/of "advisering") zijn verricht ten
behoeve van/voor haar, verdachte en/of [betrokkene 1] , terwijl in werkelijkheid
die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door
[bedrijf 4] (" [bedrijf 4] ") en/of [betrokkene 2] zijn
verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte en/of [betrokkene 1]
en/of
dat op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) is/zijn vermeld dat/die in
werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in
die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten;
3 (niveau 2):
zij in of omstreeks de periode van 20 november 2010 tot en met 12 maart 2013
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voorhanden
heeft gehad
twaalf (12), althans een of meer, factu(u)r(en) van [bedrijf 12] en/of [betrokkene 9]
gericht aan haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] ten bedrage van in totaal circa
Euro 45.762,50 (exclusief btw) (te weten: D-0373 en/of D-0374 en/of D-0921
en/of D-0922 en/of D-0923 en/of D-0924 en/of D-0925 en/of D-0926 en/of D-0927
en/of D-0928 en/of D-0929 en/of D-0930)
en/of
veertien (14), althans een of meer, factu(u)r(en) van [bedrijf 19]
en/of [betrokkene 12] , gericht aan haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] ten bedrage van in totaal circa Euro 24.963,77
(exclusief btw) (te weten: D-0411 en/of D-0412 en/of D-1074 en/of D-1075 en/of
D-1076 en/of D-1077 en/of D-1078 en/of D-1079 en/of D-1080 en/of D-1081 en/of
D-1082 en/of D-1083 en/of D-1084 en/of D-1086),
en/of
veertien (14), althans een of meer, factu(u)r(en) van [bedrijf 15]
en/of [betrokkene 13] , gericht aan haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] ten bedrage
van in totaal circa Euro 24.862,52 (exclusief btw) (te weten: D-0427 en/of
D-0428 en/of D-1140 en/of D-1141 en/of D-1142 en/of D-1143 en/of D-1144 en/of
D-1145 en/of D-1146 en/of D-1147 en/of D-1148 en/of D-1149 en/of D-1150 en/of
D-1151),
en/of
zestien (16), althans een of meer, factu(u)r(en) van [bedrijf 17] en/of [betrokkene 14]
gericht aan haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] ten bedrage van in
totaal circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (te weten: D-0431 en/of D-0204 en/of
D-1160 en/of D-1161 en/of D-1162 en/of D-1163 en/of D-1164 en/of D-1165 en/of
D-1166 en/of D-1167 en/of D-1168 en/of D-0465 en/of D-0466 en/of D-0467 en/of
D-0468 en/of D-0469)
zijnde telkens (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
(telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat/die
geschrift(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware dat/die geschrift(en)
echt en onvervalst, en bestaande die valsheid en/of vervalsing (telkens)
hierin
dat op/in die factu(u)r(en is vermeld dat door [bedrijf 12] en/of [betrokkene 9]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advies") zijn verricht ten behoeve
van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] , terwijl in werkelijkheid die
werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn geheel, door [bedrijf 12]
en/of [betrokkene 9] , zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en/of
dat op/in die factu(u)r(en is vermeld dat door [bedrijf 19]
en/of [betrokkene 12] werkzaamheden en/of diensten (te weten:
"werkzaamheden inzake [bedrijf 16] " en/of "werkzaamheden betreffende [bedrijf 16] ")
zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] , terwijl
in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet, althans niet in zijn
geheel, door [bedrijf 19] en/of [betrokkene 12] ,
zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en/of
dat op/in die factu(u)r(en) is vermeld dat door [bedrijf 15] en/of [betrokkene 13]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advieswerkzaamheden t.b.v.
[bedrijf 16] ") zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet,
althans niet in zijn geheel, door [bedrijf 15] en/of [betrokkene 13] zijn
verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en/of
dat op/in die factu(u)r(en) is vermeld dat door [bedrijf 17] en/of [betrokkene 14]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advisory and consultancy
services") zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet,
althans niet in zijn geheel, door [bedrijf 17] en/of [betrokkene 14] zijn
verricht ten behoeve van haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en/of (telkens)
dat op/in die factu(u)r(en) (een) factuurbedrag(en) is/zijn vermeld dat/die in
werkelijkheid geen, althans niet volledig, betrekking heeft/hebben op de in
die factu(u)r(en) vermelde(n) werkzaamheden en/of diensten;
4 (niveau 2):
zij in of omstreeks de periode van 10 november 2010 tot en met heden te Haren
(Groningen) en/of Amsterdam en/of Hilversum en/of Leusden en/of Utrecht en/of
Groningen en/of Sneek en/of Enschede, in elk geval in Nederland, en/of te
Willemstad, in elk geval op Curaçao, en/of te Praag, in elk geval in
Tsjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(van) één of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) tot een
totaalbedrag van circa Euro 885.559,86- (exclusief btw/zonder btw) (zie: o.a.
AH-042 en/of AH-049 en/of AH-066 en/of AH-067 en/of AH-068 en/of AH-069 en/of
AH-070), bestaande uit,
circa Euro 66.990,-(exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 7] ) op basis
van de factu(u)r(en) D-0343 en/of D-0344 en/of D-0820 en/of D-0821 en/of
D-0822 en/of D-0823 en/of D-0824 en/of D-0825)
en/of
circa Euro 137.165,- (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 8] ) op basis van de
factu(u)r(en) D-0177 en/of D-0355 en/of D-0853 en/of D-0854 en/of D-0855 en/of
D-0856 en/of D-0857 en/of D-0858 en/of D-0859 en/of D-0860 en/of D-0861 en/of
D-0862 en/of D-0863)
en/of
circa Euro 138.900,- (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 9] ) op basis van de
factu(u)r(en) D-0366 en/of D-0367 en/of D-0897 en/of D-0898 en/of D-0899 en/of
D-0900 en/of D-0901 en/of D-0902 en/of D-0903 en/of D-0904 en/of D-0905 en/of
D-0906 en/of D-0907 en/of D-0908 en/of D-0909 en/of D-0910 en/of D-0911)
en/of
circa Euro 9.075,- (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 9] ) op basis van de
factuur D-0368)
en/of
circa Euro 116.812,50 (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 10] ) op basis
van de factu(u)r(en) D-0382 en/of D-0383 en/of D-0958 en/of D-0959 en/of
D-0960 en/of D-0961 en/of D-0962 en/of D-0963 en/of D-0964 en/of D-0965 en/of
D-0966 en/of D-0967 en/of D-0968 en/of D-0969 en/of D-0970)
en/of
circa Euro 151.500,- (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 11] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0394 en/of D-0395 en/of D-1002 en/of D-1003 en/of D-1004
en/of D-1005 en/of D-1006 en/of D-1007 en/of D-1008 en/of D-1009 en/of D-1010
en/of D-1011 en/of D-1012 en/of D-1013 en/of D-1014)
en/of
circa Euro 148.721,25 (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 12] ) op
basis van de factu(u)r(en) D-0405 en/of D-0406 en/of D-1050 en/of D-1051 en/of
D-1052 en/of D-1053 en/of D-1054 en/of D-1055 en/of D-1056 en/of D-1057 en/of
D-1058 en/of D-1059 en/of D-1060 en/of D-1061 en/of D-1062 en/of D-1063)
en/of
circa Euro 116.396,11 (exclusief btw) (ontvangen (van [betrokkene 13] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0422 en/of D-0423 en/of D-1116 en/of D-1117 en/of D-1118
en/of D-1119 en/of D-1120 en/of D-1121 en/of D-1122 en/of D-1123 en/of D-1124
en/of D-1125 en/of D-1126 en/of D-1127 en/of D-1128 en/of D-1129
minus/verrekend met de factu(u)r(en) D-0428 en/of D-1140 en/of D-1141 en/of
D-1142 en/of D-1143 en/of D-1144 en/of D-1145 en/of D-1146 en/of D-1147 en/of
D-1148 en/of D-1149 en/of D-1150 en/of D-1151 en/of één (1) tot op heden
onbekend gebleven factuur)
en/of (vervolgens) van die circa Euro 885.559,86 (exclusief btw/zonder btw)
circa Euro 45.762,50 (exclusief btw) (betaald (aan [betrokkene 9] ) op basis van de
factu(ur(en) D-0373 en/of D-0374 en/of D-0921 en/of D-0922 en/of D-0923 en/of
D-0924 en/of D-0925 en/of D-0926 en/of D-0927 en/of D-0928 en/of D-0929 en/of
D-0930)
en/of
circa Euro 22.961,27 (exclusief btw) (betaald (aan [betrokkene 12] ) op basis
van de factu(u)r(en) D-0411 en/of D-0412 en/of D-1074 en/of D-1075 en/of
D-1076 en/of D-1077 en/of D-1078 en/of D-1079 en/of D-1080 en/of D-1081 en/of
D-1082 en/of D-1083 en/of D-1084)
en/of
circa Euro 978,75 (exclusief btw) (betaald (aan [betrokkene 13] ) op basis van de
factuur D-0427)
en/of
circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (betaald (aan [betrokkene 14] ) op basis van
de factu(u)r(en) D-0431 en/of D-0204 en/of D-1160 en/of D-1161 en/of D-1162
en/of D-1163 en/of D-1164 en/of D-1165 en/of D-1166 en/of D-1167 en/of D-1168
en/of D-0465 en/of D-0466 en/of D-0467 en/of D-0468 en/of D-0469)
en/of
circa Euro 53.062,50 (exclusief btw) (betaald (aan [betrokkene 2] ) op basis
van de factu(u)r(en) D-0118 en/of D-0119),
in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen/verhuld en/of heeft/hebben
verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op/het/de
voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie het/dat/die voorhanden
heeft/hebben gehad
en/of dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben omgezet en/of heeft/hebben
overgedragen en/of van dat/die voorwerp(en)/geldbedrag(en) gebruik
heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s), daarvan een gewoonte
heeft/hebben gemaakt;
5 (niveau 2):
zij in of omstreeks de periode van 5 oktober 2010 tot en met 4 maart 2013 te
Leusden en/of Sint-Michielsgestel en/of Hilversum en/of Utrecht en/of Haren
(Groningen) en/of Amsterdam en/of Groningen en/of Enschede, in elk geval in
Nederland en/of te Willemstad, in elk geval op Curaçao, en/of te Praag, in
elk geval in Tsjechië, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, te
weten een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen,
bestaande uit o.a. haar, verdachte, en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1]
en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 7] en/of [betrokkene 8] en/of [betrokkene 9]
en/of [betrokkene 12] en/of [betrokkene 13] en/of [betrokkene 14] en/of [bedrijf 4]
(" [bedrijf 4] ") en/of [bedrijf 11] en/of
[bedrijf 5] en/of [bedrijf 14] en/of [bedrijf 13]
en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 16] en/of [bedrijf 18] en/of [bedrijf 19]
en/of [bedrijf 15] en/of [bedrijf 17] ,
welke organisatie tot oogmerk heeft/had het plegen van misdrijven, namelijk
onder meer
-oplichting van SNS Property Finance BV (met ingang van 1 januari 2014
genaamd Propertize BV) en/of SNS Reaal NV (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
-verduistering in dienst betrekking bij SNS Property Finance BV en/of SNS
Reaal NV (artikel 321/322 Wetboek van Strafrecht)
-actieve en/of passieve niet-ambtelijke omkoping (artikel 328ter Wetboek van
Strafrecht)
-(gewoonte)witwassen (artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht)
-valsheid in geschrifte (artikel 225 Wetboek van Strafrecht);
Bijlage 2: de bewezenverklaring

1.1 (niveau 2):

zij in
of omstreeksde periode van 5 oktober 2010 tot en met 14 januari 2012
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam en/of Leusden, in elk gevalin Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
acht (8)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]
gericht aan
[betrokkene 7] en/of[bedrijf 14] ten bedrage van
in totaal circa Euro 66.990,- (exclusief btw) (te weten: D-0343 en
/ofD-0344
en
/ofD-0820 en
/ofD-0821 en
/ofD-0822 en
/ofD-0823 en
/ofD-0824 en
/ofD-0825),
en
/of
dertien (13)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]
gericht aan
[betrokkene 8] en/of[bedrijf 13] ten bedrage van in
totaal circa Euro 137.165,- (exclusief btw) (te weten: D-0177 en
/ofD-0355
en
/ofD-0853 en
/ofD-0854 en
/ofD-0855 en
/ofD-0856 en
/ofD-0857 en
/ofD-0858
en
/ofD-0859 en
/ofD-0860 en
/ofD-0861 en
/ofD-0862 en
/ofD-0863),
en
/of
zeventien (17)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte,
en/of
[betrokkene 1]gericht aan
[betrokkene 9] en/of[bedrijf 12] ten bedrage van in totaal
circa Euro 138.900,- (exclusief btw) (te weten: D-0366 en
/ofD-0367 en
/of
D-0897 en
/ofD-0898 en
/ofD-0899 en
/ofD-0900 en
/ofD-0901 en
/ofD-0902 en
/of
D-0903 en
/ofD-0904 en
/ofD-0905 en
/ofD-0906 en
/ofD-0907 en
/ofD-0908 en
/of
D-0909 en
/ofD-0910 en
/ofD-0911),
en
/of
vijftien (15)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte,
en/of
[betrokkene 1]gericht aan
[betrokkene 10] en/of[bedrijf 16]
(thans genaamd
[bedrijf 20] )ten bedrage van in totaal circa Euro 116.812,50 (exclusief btw)
(te weten: D-0382 en
/ofD-0383 en
/ofD-0958 en
/ofD-0959 en
/ofD-0960 en
/of
D-0961 en
/ofD-0962 en
/ofD-0963 en
/ofD-0964 en
/ofD-0965 en
/ofD-0966 en
/of
D-0967 en
/ofD-0968 en
/ofD-0969 en
/ofD-0970),
en
/of
vijftien (15)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte,
en/of
[betrokkene 1]gericht aan
[betrokkene 11] en/of[bedrijf 16]
(thans genaamd
[bedrijf 20] )ten bedrage van in totaal circa Euro 151.500,- (exclusief btw)
(te weten: D-0394 en
/ofD-0395 en
/ofD-1002 en
/ofD-1003 en
/ofD-1004 en
/of
D-1005 en
/ofD-1006 en
/ofD-1007 en
/ofD-1008 en
/ofD-1009 en
/ofD-1010 en
/of
D-1011 en
/ofD-1012 en
/ofD-1013 en
/ofD-1014),
en
/of
zestien (16)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte, en/of
[betrokkene 1]
gericht aan
[betrokkene 12] en/of[bedrijf 18] ten bedrage van
in totaal circa Euro 148.721,25 (exclusief btw) (te weten: D-0405 en
/ofD-0406
en
/ofD-1050 en
/ofD-1051 en
/ofD-1052 en
/ofD-1053 en
/ofD-1054 en
/ofD-1055
en
/ofD-1056 en
/ofD-1057 en
/ofD-1058 en
/ofD-1059 en
/ofD-1060 en
/ofD-1061
en
/ofD-1062 en
/ofD-1063),
en
/of
zestien (16)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]
gericht aan
[betrokkene 13] en/of[bedrijf 15] ten bedrage van in
totaal circa Euro 142.443.75 (exclusief btw) (te weten: D-0422 en
/ofD-0423
en
/ofD-1116 en
/ofD-1117 en
/ofD-1118 en
/ofD-1119 en
/ofD-1120 en
/ofD-1121
en
/ofD-1122 en
/ofD-1123 en
/ofD-1124 en
/ofD-1125 en
/ofD-1126 en
/ofD-1127
en
/ofD-1128 en
/ofD-1129),
zijnde telkens
(een
)geschrift
(en)dat
/diebestemd was
/warenom tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt
en/of doen opmaken en/of laten
opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers
heeft
/hebbenzij, verdachte,
en/of haar mededader(s)valselijk en
/ofin
strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 7] en/of [bedrijf 14] , terwijl in
werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet,
althans niet in zijn
geheel,door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve
van/voor [betrokkene 7] en/of [bedrijf 14]
en
/of
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 8] en/of [bedrijf 13] , terwijl in werkelijkheid
die werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn geheel,door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 8]
en/of [bedrijf 13]
en
/of
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 9] en/of [bedrijf 12] , terwijl in werkelijkheid die
werkzaamheden en/of diensten niet,
althans niet in zijn geheel,door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 9] en/of
[bedrijf 12]
en
/of
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 10] en/of [bedrijf 16] , terwijl in werkelijkheid
die werkzaamheden en/of diensten niet,
althans niet in zijn geheel,door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 10]
en/of [bedrijf 16]
en
/of
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 11] en/of [bedrijf 16] , terwijl in werkelijkheid die
werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn geheel,door haar,
verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve van/voor [betrokkene 11]
en/of [bedrijf 16]
en
/of
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 12] en/of [bedrijf 18] , terwijl in
werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn
geheel,door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve
van/voor [betrokkene 12] en/of [bedrijf 18]
en/of
op
/indie factu
(u)r
(en
)vermeld dat door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "adviesdiensten") zijn verricht ten
behoeve van/voor [betrokkene 13] en/of [bedrijf 15] , terwijl in
werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn
geheel,door haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] zijn verricht ten behoeve
van/voor [betrokkene 13] en/of [bedrijf 15]
en
/of (telkens
)
op
/indie factu
(u
)r
(en) (een
)factuurbedrag
(en)vermeld dat
/diein
werkelijkheid geen
, althans niet volledig,betrekking heeft
/hebbenop de in
die factu
(u
)r
(en)vermelde
(n)werkzaamheden en/of diensten,
zulks
(telkens
)met het oogmerk om dat
/diegeschrift
(en)als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
2 (niveau 2):
zij in
of omstreeksde periode van 30 november 2010 tot en met 12 maart 2013
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam, in elk gevalin Nederland
, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk
voorhanden heeft gehad
twee (2)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van [bedrijf 4] (" [bedrijf 4]
")
en/of [betrokkene 2]gericht aan haar, verdachte
en/of [betrokkene 1]
ten bedrage van in totaal circa Euro 53.062,50 (exclusief btw) (te
weten: D-0118 en
/ofD-0119),
zijnde telkens
(een
)geschrift
(en)dat
/diebestemd was
/warenom tot bewijs van
enig feit te dienen, terwijl zij, verdachte
, en/of haar mededader(s)
(telkens
)wist
(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden,dat dat
/die
geschrift
(en)bestemd was
/warentot gebruik als ware dat
/diegeschrift
(en)
echt en onvervalst, en bestaande die valsheid
en/of vervalsing (telkens
)
hierin
dat op
/indie factu
(u
)r
(en)is vermeld dat door [bedrijf 4] (" [bedrijf 4]
") en/of [betrokkene 2] werkzaamheden en/of diensten (te
weten: "corporate finance advies" en/of "advisering") zijn verricht ten
behoeve van/voor haar, verdachte en/of [betrokkene 1] , terwijl in werkelijkheid
die werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn geheel,door
[bedrijf 4] (" [bedrijf 4] ") en/of [betrokkene 2] zijn
verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte en/of [betrokkene 1]
en
/of
dat op
/indie factu
(u
)r
(en) (een
)factuurbedrag
(en)is
/zijnvermeld dat
/diein
werkelijkheid geen
, althans niet volledig,betrekking heeft
/hebbenop de in
die factu
(u
)r
(en)vermelde
(n)werkzaamheden en/of diensten;
3 (niveau 2):
zij in
of omstreeksde periode van 20 november 2010 tot en met 12 maart 2013
te Haren (Groningen) en/of Amsterdam, in elk gevalin Nederland,
tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk voorhanden
heeft gehad
twaalf (12)
, althans een of meer,factu
(u
)r
(en)van [bedrijf 12]
en/of [betrokkene 9]
gericht aan haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]ten bedrage van in totaal circa
Euro 45.762,50 (exclusief btw) (te weten: D-0373 en
/ofD-0374 en
/ofD-0921
en
/ofD-0922 en
/ofD-0923 en
/ofD-0924 en
/ofD-0925 en
/ofD-0926 en
/ofD-0927
en
/ofD-0928 en
/ofD-0929 en
/ofD-0930)
en
/of
veertien (14), althans een of meer, factu
(u)r
(en
)van [bedrijf 19]
en/of [betrokkene 12], gericht aan haar,
verdachte,
en/of [betrokkene 1]ten bedrage van in totaal circa Euro 24.963,77
(exclusief btw) (te weten: D-0411 en
/ofD-0412 en
/ofD-1074 en
/ofD-1075 en
/of
D-1076 en
/ofD-1077 en
/ofD-1078 en
/ofD-1079 en
/ofD-1080 en
/ofD-1081 en
/of
D-1082 en
/ofD-1083 en
/ofD-1084 en
/ofD-1086),
en
/of
veertien (14)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van [bedrijf 15]
en/of [betrokkene 13], gericht aan haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]ten bedrage
van in totaal circa Euro 24.862,52 (exclusief btw) (te weten: D-0427 en
/of
D-0428 en
/ofD-1140 en
/ofD-1141 en
/ofD-1142 en
/ofD-1143 en
/ofD-1144 en
/of
D-1145 en
/ofD-1146 en
/ofD-1147 en
/ofD-1148 en
/ofD-1149 en
/ofD-1150 en
/of
D-1151),
en
/of
zestien (16)
, althans een of meer,factu
(u)r
(en
)van [bedrijf 17]
en/of [betrokkene 14]
gericht aan haar, verdachte,
en/of [betrokkene 1]ten bedrage van in
totaal circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (te weten: D-0431 en
/ofD-0204 en
/of
D-1160 en
/ofD-1161 en
/ofD-1162 en
/ofD-1163 en
/ofD-1164 en
/ofD-1165 en
/of
D-1166 en
/ofD-1167 en
/ofD-1168 en
/ofD-0465 en
/ofD-0466 en
/ofD-0467 en
/of
D-0468 en
/ofD-0469)
zijnde telkens
(een
)geschrift
(en)dat
/diebestemd was
/warenom tot bewijs van
enig feit te dienen, terwijl zij, verdachte
, en/of haar mededader(s)
(telkens
)wist
(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden,dat dat
/die
geschrift
(en)bestemd was
/warentot gebruik als ware dat
/diegeschrift
(en)
echt en onvervalst, en bestaande die valsheid
en/of vervalsing (telkens
)
hierin
dat op
/indie factu
(u
)r
(en)is vermeld dat door [bedrijf 12] en/of [betrokkene 9]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advies") zijn verricht ten behoeve
van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] , terwijl in werkelijkheid die
werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn geheel,door [bedrijf 12]
en/of [betrokkene 9] , zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en
/of
dat op
/indie factu(u)r(en is vermeld dat door [bedrijf 19]
en/of [betrokkene 12] werkzaamheden en/of diensten (te weten:
"werkzaamheden inzake [bedrijf 16] " en/of "werkzaamheden betreffende [bedrijf 16] ")
zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1] , terwijl
in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet
, althans niet in zijn
geheel,door [bedrijf 19] en/of [betrokkene 12] ,
zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en/of
dat op
/indie factu
(u
)r
(en)is vermeld dat door [bedrijf 15]
en/of[betrokkene 13]werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advieswerkzaamheden t.b.v.
[bedrijf 16] ") zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet,
althans niet in zijn geheel,door [bedrijf 15] en/of [betrokkene 13] zijn
verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en
/of
dat op
/indie factu(u)r(en) is vermeld dat door [bedrijf 17]
en/of [betrokkene 14]
werkzaamheden en/of diensten (te weten: "advisory and consultancy
services") zijn verricht ten behoeve van/voor haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
, terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden en/of diensten niet
,
althans niet in zijn geheel,door [bedrijf 17] en/of [betrokkene 14] zijn
verricht ten behoeve van haar, verdachte, en/of [betrokkene 1]
en
/of
dat op
/indie factu
(u
)r
(en) (een
)factuurbedrag
(en)is
/zijnvermeld dat
/diein
werkelijkheid geen
, althans niet volledig,betrekking heeft
/hebbenop de in
die factu
(u
)r
(en)vermelde
(n)werkzaamheden en/of diensten;
4 (niveau 2):
zij in
of omstreeksde periode van 10 november 2010 tot en met 12 maart 2013
te Haren
(Groningen) en/of Amsterdam en/of Hilversum en/of Leusden en/of Utrecht en/of
Groningen en/of Sneek en/of Enschede, in elk gevalin Nederland,
en/of te
Willemstad, in elk geval op Curaçao, en/of te Praag, in elk geval in
Tsjechië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(van
) één of meervoorwerp
(en
), te weten
een of meergeldbedrag
(en
)tot een
totaalbedrag van circa Euro 885.559,86- (exclusief btw/zonder btw)
(zie: o.a.
AH-042 en/of AH-049 en/of AH-066 en/of AH-067 en/of AH-068 en/of AH-069 en/of
AH-070), bestaande uit,
circa Euro 66.990,-(exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 7]
)op basis
van de factu
(u)r
(en
)D-0343 en
/ofD-0344 en
/ofD-0820 en
/ofD-0821 en
/of
D-0822 en
/ofD-0823 en
/ofD-0824 en
/ofD-0825)
en
/of
circa Euro 137.165,- (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 8]
)op basis van de
factu
(u)r
(en
)D-0177 en
/ofD-0355 en
/ofD-0853 en
/ofD-0854 en
/ofD-0855 en
/of
D-0856 en
/ofD-0857 en
/ofD-0858 en
/ofD-0859 en
/ofD-0860 en
/ofD-0861 en
/of
D-0862 en
/ofD-0863)
en
/of
circa Euro 138.900,- (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 9]
)op basis van de
factu
(u)r
(en
)D-0366 en
/ofD-0367 en
/ofD-0897 en
/ofD-0898 en
/ofD-0899 en
/of
D-0900 en
/ofD-0901 en
/ofD-0902 en
/ofD-0903 en
/ofD-0904 en
/ofD-0905 en
/of
D-0906 en
/ofD-0907 en
/ofD-0908 en
/ofD-0909 en
/ofD-0910 en
/ofD-0911)
en
/of
circa Euro 9.075,- (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 9]
)op basis van de
factuur D-0368)
en
/of
circa Euro 116.812,50 (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 10]
)op basis
van de factu
(u)r
(en
)D-0382 en
/ofD-0383 en
/ofD-0958 en
/ofD-0959 en
/of
D-0960 en
/ofD-0961 en
/ofD-0962 en
/ofD-0963 en
/ofD-0964 en
/ofD-0965 en
/of
D-0966 en
/ofD-0967 en
/ofD-0968 en
/ofD-0969 en
/ofD-0970)
en
/of
circa Euro 151.500,- (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 11]
)op basis van
de factu
(u)r
(en
)D-0394 en
/ofD-0395 en
/ofD-1002 en
/ofD-1003 en
/ofD-1004
en
/ofD-1005 en
/ofD-1006 en
/ofD-1007 en
/ofD-1008 en
/ofD-1009 en
/ofD-1010
en
/ofD-1011 en
/ofD-1012 en
/ofD-1013 en
/ofD-1014)
en
/of
circa Euro 148.721,25 (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 12]
)op
basis van de factu
(u)r
(en
)D-0405 en
/ofD-0406 en
/ofD-1050 en
/ofD-1051 en
/of
D-1052 en
/ofD-1053 en
/ofD-1054 en
/ofD-1055 en
/ofD-1056 en
/ofD-1057 en
/of
D-1058 en
/ofD-1059 en
/ofD-1060 en
/ofD-1061 en
/ofD-1062 en
/ofD-1063)
en
/of
circa Euro 116.396,11 (exclusief btw) (ontvangen
(van [betrokkene 13]
)op basis van
de factu
(u)r
(en
)D-0422 en
/ofD-0423 en
/ofD-1116 en
/ofD-1117 en
/ofD-1118
en
/ofD-1119 en
/ofD-1120 en
/ofD-1121 en
/ofD-1122 en
/ofD-1123 en
/ofD-1124
en
/ofD-1125 en
/ofD-1126 en
/ofD-1127 en
/ofD-1128 en
/ofD-1129
minus/verrekend met de factu
(u)r
(en
)D-0428 en
/ofD-1140 en
/ofD-1141 en
/of
D-1142 en
/ofD-1143 en
/ofD-1144 en
/ofD-1145 en
/ofD-1146 en
/ofD-1147 en
/of
D-1148 en
/ofD-1149 en
/ofD-1150 en
/ofD-1151 en
/oféén (1) tot op heden
onbekend gebleven factuur)
en
/of (vervolgens
)van die circa Euro 885.559,86 (exclusief btw/zonder btw)
circa Euro 45.762,50 (exclusief btw) (betaald
(aan [betrokkene 9]
)op basis van de
factu
(u)r
(en
)D-0373 en
/ofD-0374 en
/ofD-0921 en
/ofD-0922 en
/ofD-0923 en
/of
D-0924 en
/ofD-0925 en
/ofD-0926 en
/ofD-0927 en
/ofD-0928 en
/ofD-0929 en
/of
D-0930)
en
/of
circa Euro 22.961,27 (exclusief btw) (betaald
(aan [betrokkene 12]
)op basis
van de factu
(u)r
(en
)D-0411 en
/ofD-0412 en
/ofD-1074 en
/ofD-1075 en
/of
D-1076 en
/ofD-1077 en
/ofD-1078 en
/ofD-1079 en
/ofD-1080 en
/ofD-1081 en
/of
D-1082 en
/ofD-1083 en
/ofD-1084)
en
/of
circa Euro 978,75 (exclusief btw) (betaald
(aan [betrokkene 13]
)op basis van de
factuur D-0427)
en
/of
circa Euro 187.429,64 (zonder btw) (betaald
(aan [betrokkene 14]
)op basis van
de factu
(u)r
(en
)D-0431 en
/ofD-0204 en
/ofD-1160 en
/ofD-1161 en
/ofD-1162
en
/ofD-1163 en
/ofD-1164 en
/ofD-1165 en
/ofD-1166 en
/ofD-1167 en
/ofD-1168
en
/ofD-0465 en
/ofD-0466 en
/ofD-0467 en
/ofD-0468 en
/ofD-0469)
en
/of
circa Euro 53.062,50 (exclusief btw) (betaald
(aan [betrokkene 2]
)op basis
van de factu
(u)r
(en
)D-0118 en
/ofD-0119),
in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
de werkelijke aard
en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsingheeft
/hebbenverborgen/verhuld
en/of heeft/hebben
verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op/het/de
voorwerp(en)/geldbedrag(en) was/waren en/of wie het/dat/die voorhanden
heeft/hebben gehad
en
/of dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)voorhanden heeft/hebben gehad en
/of
heeft
/hebbenverworven en
/ofheeft
/hebbenomgezet
en/of heeft/hebben
overgedragenen
/ofvan
dat/die
voorwerp(en)/geldbedrag
(en
)gebruik
heeft
/hebbengemaakt,
terwijl zij, verdachte
, en/of haar mededader(s) (telkens
)wist
(en)dat
dat
/die voorwerp(en)/geldbedrag
(en) geheel of gedeeltelijk- onmiddellijk
of
middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf,
terwijl zij, verdachte
, en/of haar mededader(s),daarvan een gewoonte
heeft
/hebbengemaakt.
5 (niveau 2):
zij in
of omstreeksde periode van 5 oktober 2010 tot en met 4 maart 2013
te
Leusden en/of Sint-Michielsgestel en/of Hilversum en/of Utrecht en/of Haren
(Groningen) en/of Amsterdam en/of Groningen en/of Enschede, in elk gevalin
Nederland
en/of te Willemstad, in elk geval op Curaçao, en/of te Praag, in
elk geval in Tsjechië,opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, te
weten een organisatieverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen,
bestaande uit o.a. haar, verdachte, en
/of[betrokkene 2] en
/of[betrokkene 1]
en/of [betrokkene 5] en/of [betrokkene 7] en/of [betrokkene 8]en
/of[betrokkene 9]
en
/of[betrokkene 12] en
/of[betrokkene 13] en
/of[betrokkene 14] en
/of[bedrijf 4]
(" [bedrijf 4] ") en
/of[bedrijf 11] en
/of
[bedrijf 5]
en/of [bedrijf 14] en/of [bedrijf 13]
en
/of[bedrijf 12] en
/of[bedrijf 16]
en/of [bedrijf 18]en
/of[bedrijf 19]
en
/of[bedrijf 15] en
/of[bedrijf 17] ,
welke organisatie tot oogmerk
heeft/had het plegen van misdrijven, namelijk
onder meer
-oplichting van SNS Property Finance BV (met ingang van 1 januari 2014
genaamd Propertize BV) en/of SNS Reaal NV (artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
-verduistering in dienst betrekking bij SNS Property Finance BV en/of SNS
Reaal NV (artikel 321/322 Wetboek van Strafrecht)
-actieve en/of passieve niet-ambtelijke omkoping
(artikel 328ter Wetboek van
Strafrecht)
-(gewoonte)witwassen
(artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht)
-valsheid in geschrifte
(artikel 225 Wetboek van Strafrecht);
Bijlage 3: bewijsmiddelenoverzicht facturen

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende FIOD dossier, nummer 51693, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (onderzoek Mount Nepal, inhoudende 28 ordners). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. AH staat voor ambtshandeling, V staat voor proces-verbaal van verhoor verdachte en G staat voor proces-verbaal verhoor getuige. Waar wordt verwezen naar D betreft het andere geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5, van het Wetboek van Strafvordering.
2.D-0269
3.D-0269
4.V04-06, pagina 3
5.V04-06, pagina 6
6.V01-10, pagina 4 en 5
7.D-0258
8.V04-05, pagina 5
9.V01-12, pagina 10
10.D-0167
11.D-1342
12.D-0152
13.D-0186, pagina 2
14.D-0187, pagina 1
15.AH-059, pagina 5
16.V01-01, pagina 6
17.AH-020, pagina 2
18.D-1330
19.D-1330
20.V04-05, pagina 10
21.V04-05, pagina 11
22.D-0275, pagina 1 en 2
23.V04-05, pagina 3
24.V04-05, pagina 4.
25.AH-063, pagina 11 en 12
26.V01-02, pagina 4
27.V01-10, pagina 3
28.V01-10, pagina 4
29.D-0258, pagina 3
30.V15-01, pagina 3
31.D-0230
32.AH-042, pagina 2
33.V04-07, pagina 9
34.V04-07, pagina 10
35.De verklaring van [betrokkene 1] ter terechtzitting van 22 maart 2016.
36.V04-05, pagina 6
37.V04-07, pagina 10
38.V04-05, pagina 7
39.V04-06, pagina 8
40.V04-05, pagina 8
41.V04-05, pagina 10
42.V01-12, pagina 6
43.V01-10, pagina 4
44.D-0258, pagina 2
45.D-0258, pagina 3
46.V01-12, pagina 11-13
47.V01-10, pagina 2
48.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
49.AH-049, pagina 2
50.V10-01, pagina 3
51.V10-01, pagina 4
52.V10-01, pagina 5
53.V04-06, pagina 13
54.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
55.AH-066, pagina 29
56.AH-042, pagina 13
57.V09-01, pagina 4
58.V09-01, pagina 5
59.V09-01, pagina 6
60.V09-01, pagina 7
61.V04-05, pagina 7
62.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
63.AH-042, pagina 10
64.V08-01, pagina 3
65.V08-01, pagina 4
66.V08-01, pagina 5
67.V04-06, pagina 10
68.V04-06, pagina 11
69.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
70.AH-042, pagina 8
71.V11-01, pagina 3
72.V11-01, pagina 3
73.V11-01, pagina 4
74.V11-01, pagina 6
75.V04-07, pagina 12
76.V04-07, pagina 11
77.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
78.AH-042, pagina 25
79.V11-01, pagina 8
80.V11-03, pagina 7
81.AH-067, pagina 28
82.D-0386
83.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
84.AH-042, pagina 25
85.AH-067, pagina 28
86.V12-01, pagina 3
87.V12-01, pagina 5
88.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
89.AH-042, pagina 21
90.V04-07, pagina 12
91.V04-07, pagina 12
92.V04-07, pagina 13
93.V12-01, pagina 7
94.V12-02, pagina 10
95.V12-03, pagina 4
96.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
97.AH-068, pagina 31 en D-1192
98.V14-01, pagina 4
99.V14-01, pagina 6
100.V14-01, pagina 7
101.V13-01, pagina 3
102.V13-01, pagina 8
103.V4-07, pagina 16
104.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
105.AH-042, pagina 16 en 18
106.V15-01, pagina 2
107.AH-042, pagina 27
108.V15-01, pagina 3
109.V15-01, pagina 4
110.V15-01, pagina 5
111.V15-01, pagina 8
112.V15-01, pagina 9
113.V04-07, pagina 14
114.V04-05, pagina 6
115.V04-05, pagina 8
116.V04-05, pagina 9
117.V04-05, pagina 8
118.V15-01, pagina 5
119.V15-01, pagina 6
120.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
121.Bijlage II: bewijsmiddelenoverzicht facturen
122.AH-077, pagina 4
123.D-0269
124.D-0175
125.Proces-verbaal AH-117, pagina 13; Proces-verbaal AH 42, pagina 4
126.Proces-verbaal AH-117, bijlage 27, pagina 15.
127.Proces-verbaal AH-117, pagina 13; Proces-verbaal AH 42, pagina 4
128.Proces-verbaal AH-117, bijlage 27, pagina 15.