ECLI:NL:GHARL:2018:4740

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 mei 2018
Publicatiedatum
24 mei 2018
Zaaknummer
200.229.794
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor schenking door bewindvoerders aan kinderen in het kader van bewindvoering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot machtiging voor een schenking door de moeder aan haar kinderen. De moeder, die lijdt aan dementie, heeft een bewindvoerder aangesteld die toestemming vroeg voor een schenking van € 5.320,- per kind. In eerste aanleg had de kantonrechter slechts toestemming verleend voor een schenking van € 1.000,- per kind. De bewindvoerders en een van de kinderen, [kind 3], hebben hiertegen hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is haar wil te bepalen en dat er sprake is van een schenkingstraditie. De bewindvoerders hebben aangetoond dat de financiële positie van de moeder niet in gevaar komt door de gevraagde schenking. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de bewindvoerders alsnog toestemming verleend voor de schenking van € 5.320,- per kind, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.229.794
(zaaknummer rechtbank Gelderland 6301833)
beschikking van 24 mei 2018
inzake
[kind 1],
wonende te [plaatsnaam] ,
en
[kind 2],
wonende te [plaatsnaam] ,
en
[kind 3],
wonende te [plaatsnaam] ,
verzoekers in hoger beroep, hierna afzonderlijk te noemen
“ [kind 1] ”, “ [kind 2] ” en “ [kind 3] ”, en gezamenlijk te noemen “de kinderen”,
advocaat: mr. E.M. van Hemert te Zaandam, gemeente Zaanstad,
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[de moeder],
wonende te residentie “ [residentie] ” te [plaatsnaam] ,
verder te noemen: de moeder.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Zutphen) van 27 september 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 8 december 2017;
- een journaalbericht van mr. Van Hemert van 9 februari 2018 met productie.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 12 april 2018 plaatsgevonden. [kind 1] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. [kind 2] , [kind 3] en de moeder zijn niet verschenen.
2.3
Na de mondelinge behandeling is met toestemming van het hof ingekomen een journaalbericht van mr. Van Hemert van 23 april 2018 met bijlagen.

3.De feiten

3.1
De moeder is geboren op [geboortedatum] . Verzoekers zijn de kinderen van de moeder.
3.2
In 2012 is een bewind ingesteld over de goederen die de moeder als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren en [kind 1] en [kind 2] gezamenlijk benoemd tot haar bewindvoerders.
3.3
Bij verzoekschrift, gedateerd 16 augustus 2017, hebben de bewindvoerders de kantonrechter toestemming verzocht voor een schenking van de moeder aan de kinderen in 2017 van € 5.320,- per kind.
3.4
Bij de bestreden beschikking van 27 september 2017 heeft de kantonrechter de bewindvoerders machtiging verleend voor een schenking van de moeder aan de kinderen van
€ 1.000,- per kind in 2017.

4.De omvang van het geschil

De bewindvoerders en [kind 3] zijn met ongenummerde grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Zij verzoeken het hof, zo begrijpt het hof, de bestreden beschikking te vernietigen en hun verzoek alsnog toe te wijzen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Op grond van artikel 1:441 lid 2 onder a van het Burgerlijk Wetboek behoeft de bewindvoerder toestemming van de rechthebbende of, indien deze daartoe niet in staat of weigerachtig is, machtiging van de kantonrechter voor het beschikken over een onder het bewind staand goed, tenzij de handeling als gewone beheersdaad kan worden beschouwd of krachtens rechterlijk bevel geschiedt.
5.2
Uit de overgelegde medische verklaring van de behandelend arts van de moeder is genoegzaam gebleken dat de moeder, die aan dementie lijdt, niet meer in staat is om haar wil te bepalen. De kinderen hebben dan ook toestemming nodig van de rechter voor de door hen gewenste fiscaal onbelaste schenking van € 5.320,- per kind in 2017.
5.3
Bij de beoordeling van een verzoek als het onderhavige slaat het hof acht op de “Aanbevelingen meerderjarigenbewind” (hierna: de aanbevelingen), zoals deze door het LOVCK met het oog op de gewenste uniformering in de rechtstoepassing binnen de bewindspraktijk zijn vastgesteld.
5.4
Op grond van de aanbevelingen geldt als hoofdregel dat het doen van schenkingen namens een rechthebbende die zijn wil niet kan bepalen slechts wordt toegestaan indien er een schenkingstraditie wordt aangetoond. Ook als sprake is van een schenkingstraditie, wordt een schenking echter in beginsel niet toegestaan wanneer het liquide vermogen van een rechthebbende door de schenking minder wordt dan € 30.000,-.
5.5
Naar het oordeel van het hof is genoegzaam gebleken dat van een schenkingstraditie sprake is. Deze schenkingstraditie is vanaf de start van de onderbewindstelling met toestemming van de kantonrechter voortgezet. Zo is in 2012 bijvoorbeeld toestemming gegeven voor een schenking van € 3.500,- aan [kind 1] , € 4.000,- aan [kind 2] en € 4.000,- aan [kind 3] , in 2014 in totaal € 20.000,- aan [kind 1] en in 2016 € 1.000,- per kind.
De bewindvoerders en [kind 3] hebben met bankafschriften aangetoond dat de moeder in november/december 2017 een spaarsaldo had van ongeveer € 445.000,-. Daarnaast heeft de moeder blijkens een overgelegde notariële akte van 20 november 2017 recht op € 187.697,- uit verkoop van een woning in [plaatsnaam] .
Nu niet te verwachten is dat de fiscaal vrijgestelde schenkingen van in totaal € 15.960,- in 2017 de financiële positie van de moeder, die thans 88 jaar oud is, in het kader van haar toekomstige verzorging in gevaar brengen, zal het hof het verzoek tot schenking van het genoemde bedrag aan de kinderen alsnog toewijzen.
5.6
Uit het voorgaande volgt dat de grieven slagen. Het hof zal de bestreden beschikking vernietigen en beslissen als volgt.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Zutphen van 27 september 2017, en opnieuw beschikkende:
verleent de bewindvoerders alsnog toestemming voor een schenking door de moeder aan de kinderen van € 5.320,- per kind in 2017;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R. Krijger, R. Feunekes en A.L.H. Ernes, bijgestaan door mr. J.M. van Gastel-Goudswaard als griffier, en is op 24 mei 2017 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.