Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
9.1 Boete
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de beroepen van belanghebbende gegrond verklaarde voor wat betreft de boetebeschikkingen, maar de overige beroepen ongegrond verklaarde. De Inspecteur had aan belanghebbende naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd over verschillende tijdvakken van 2008 tot en met 2012, alsook boetes wegens grove schuld. De rechtbank heeft de boetes verminderd en de Inspecteur veroordeeld tot schadevergoeding aan belanghebbende.
In hoger beroep is de vraag aan de orde of de naheffingsaanslagen en boetes terecht zijn opgelegd. Belanghebbende stelt dat de voorbelasting in het vierde kwartaal van 2012 volledig aftrekbaar is, omdat zij in dat kwartaal alleen belaste handelingen heeft verricht. De Inspecteur betwist dit en stelt dat de voorbelasting pro rata aftrekbaar is. Het Hof oordeelt dat de kosten gemengde kosten zijn en dat de pro rata voor het vierde kwartaal 100% bedraagt, waardoor de naheffingsaanslag voor dat tijdvak moet worden verminderd.
Daarnaast wordt de vraag van de boetes behandeld. Het Hof oordeelt dat de boetes voor de tijdvakken 2008 tot en met 2011 terecht zijn opgelegd, maar vernietigt de boete voor 2012, omdat belanghebbende zich op een pleitbaar standpunt heeft beroepen. Het Hof kent belanghebbende een schadevergoeding toe voor immateriële schade en veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van proceskosten. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en de naheffingsaanslagen en boetes worden aangepast.