Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: [appellant] ,
appellant, voor wat betreft geïntimeerden sub 1, 2, 4 tot en met 10, 13-15, 17, 19-20 en 24-25 in principaal hoger beroep, geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. E.H.M. Harbers,
1.[geïntimeerde sub 1] ,
2. [geïntimeerde sub 2] ,
3. [geïntimeerde sub 3] ,
4. [geïntimeerde sub 4] ,
5. [geïntimeerde sub 5] ,
6. [geïntimeerde sub 6] ,
7. [geïntimeerde sub 7] ,
8. [geïntimeerde sub 8] ,
9. [geïntimeerde sub 9] ,
10. [geïntimeerde sub 10] ,
11. [geïntimeerde sub 11] ,
12. [geïntimeerde sub 12] ,
13. [geïntimeerde sub 13] ,
14. [geïntimeerde sub 14] ,
15. [geïntimeerde sub 15] ,
16. de erven van [geïntimeerde sub 16] ,
17. [geïntimeerde sub 17] ,
18. [geïntimeerde sub 18] ,
19. [geïntimeerde sub 19]
20. [geïntimeerde sub 20] ,
21. [geïntimeerde sub 21] ,
22. [geïntimeerde sub 22] ,
23. de erven van [geïntimeerde sub 23] ,
24. [geïntimeerde sub 24] ,
25. [geïntimeerde sub 25] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de aanvulling op antwoordakte van [appellant] .
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
moetveroordelen, ook indien het materiële gelijk bij de eiser ligt maar een formele of externe reden aan toewijzing van de vordering in de weg staat. Dit imperatief is in de rechtspraak van de Hoge Raad keer op keer herhaald. Het hof zal [appellant] dan ook veroordelen in de proceskosten. Een nadere aktewisseling zoals verzocht door geïntimeerden in het principaal appel, appellanten in het incidenteel appel sub 1, 2, 4 tot en met 10, 13-15, 17, 19-20, 24-25 is bij deze stand van zaken overbodig.
3.De beslissing
- geïntimeerden in het principaal appel, appellanten in het incidenteel appel sub 1, 2, 4 tot en met 10, 13-15, 17, 19-20, 24-25 vastgesteld op € 311 voor griffierecht en op
- geïntimeerden sub 11, 12 en 18 vastgesteld op € 311 voor griffierecht en op € 2.685 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en -voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
- geïntimeerden sub 21 en 22 vastgesteld op € 311 voor griffierecht en op € 2.685 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en -voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;