Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot het doen van schenkingen door een bewindvoerder aan de kinderen van de rechthebbende. De bewindvoerder, die de zus van de rechthebbende is, heeft een verzoek ingediend om een machtiging te verkrijgen voor het doen van schenkingen van in totaal € 100.000,- aan haar twee kinderen. De kantonrechter heeft dit verzoek in eerste aanleg afgewezen, waarop de bewindvoerder in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de bewindvoerder in persoon is verschenen, bijgestaan door haar advocaat.
De rechthebbende, geboren in 1935, is niet in staat om zelf toestemming te geven voor de schenkingen, waardoor de bewindvoerder een machtiging van de kantonrechter nodig heeft. Het hof heeft de motivering van de kantonrechter overgenomen en geconcludeerd dat er geen voldoende onderbouwing is voor het verzoek tot schenking. Het hof heeft vastgesteld dat er geen schenkingstraditie bestaat en dat de bewindvoerder niet heeft aangetoond waarom van de hoofdregel, die het verzoek tot schenking afwijst, zou moeten worden afgeweken. De beslissing van de kantonrechter is dan ook bekrachtigd.