Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2017, van wie de moeder kampt met een hardnekkige verslaving. De moeder heeft eerder trajecten in moeder-kind-huizen doorlopen, maar viel telkens terug in middelengebruik. De kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft op 21 november 2017 de gecertificeerde instelling gemachtigd om de minderjarige uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening tot 30 augustus 2018. De moeder is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking, met het verzoek deze te vernietigen en de uithuisplaatsing af te wijzen. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 maart 2018 heeft de moeder haar standpunt toegelicht, waarbij zij aangaf dat haar verslaving onder controle is en dat zij bereid is om een langdurig traject te doorlopen voor begeleiding en ondersteuning.
De gecertificeerde instelling heeft echter betoogd dat de veiligheid van de minderjarige voorop staat en dat de huidige opvoedsituatie bij de pleegouders moet worden gecontinueerd. Het hof heeft in zijn overwegingen de zorgen over de verslavingsproblematiek van de moeder en de risico's voor de ontwikkeling van de minderjarige meegewogen. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige, gezien de onzekere situatie van de moeder en haar verleden met terugvallen in verslaving. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter en wijst het verzoek van de moeder af.