Uitspraak
[appellant],
Univé,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Deze comparitie, waarvan proces-verbaal is opgemaakt, heeft op 8 maart 2018 plaatsgevonden.
2.Naamswijziging
3.Vaststaande feiten
- 2009 - van de shovel waren al in het formulier vermeld en hoefden niet te worden ingevuld. In het formulier is op de plaats waar het chassisnummer kon worden vermeld handgeschreven iets ingevuld en ook weer doorgehaald.
[E] , voor zover van belang, een verklaring afgelegd. In het door [E] opgestelde en door [appellant] ondertekende verslag van die verklaring is onder meer het volgende vermeld. (In het verslag wordt met “V” een vraag van [E] bedoeld en met “A” een antwoord van [appellant] ):
“V: Door wie is de bon (nummer 35, d.d. 16-11-2012) opgemaakt en ondertekend met
Onderhoudsboekje (bij verkoop verstrekken aan de nieuwe eigenaar).
EG-verklaring (bij verkoop verstrekken aan de nieuwe eigenaar).
“A: Ik kan geen EG-verklaring (EG-Konformitätserklärung) van mijn gestolen shovel aan u
dat het door u ingeleverde sleuteltje van het contactslot geen originele sleutel is;
“Ik weet dat het over de shovel zal gaan. Ik heb dat van [appellant] [toevoeging hof: [appellant] ] gehoord. (…) De shovel is gejat. Toen hij hem gekocht heeft, was ik erbij. Een paar jaar geleden heeft hij tegen mij gezegd dat de shovel gestolen was.hoe het ging toen hij de shovel kocht? Ik was die dag bij hem, toevallig. Toen was hij al die shovel aan het testen en zo. Die shovel kwam al aanrijden, dat zag ik. Ik weet niet wie die verkoper was. Het was een oude man. Hoe hij eruit zag? Dat weet ik niet. Het was wel een oude man. Hij sprak gewoon Nederlands. Ik heb niet met hem gesproken. Zij gingen die shovel testen, dat heb ik gezien. Hoe de shovel eruit zag? Rood-grijs. Ik weet het merk zo niet. Wie die shovel testte? [appellant] . Toen ben ik naar binnen gegaan en een poosje later weer naar buiten. Toen waren ze aan het onderhandelen. De shovel zag er als nieuw uit. Van de onderhandelingen heb ik niets gehoord. Na een tijdje gingen ze naar de kantine. Daar was [J] ook. We zaten met zijn vieren in de kantine. [appellant] zei dat hij het wel een mooi ding vond. Toen kwam er geld op tafel. [J] bracht dat geld. Hoeveel? Het ging om 45.000 euro. Ik was erbij toen ze het gingen tellen. Toen is de shovel verkocht. Dat geld is gegeven aan de verkoper. Door wie? [appellant] en [J] . [appellant] telde het geld en gaf het aan die man. Ik weet dat het 45.000 euro was, dat vergeet je niet nee. Hoe dat bedrag was opgebouwd? Een deel ervan bestond uit briefjes van 100 euro. Het waren alleen maar biljetten van 100. Of ik dat zeker weet? Ja. Misschien dat er ook briefjes van 50 bij waren. Ik weet dat niet zeker. Ik heb gezien dat ze het telden. Wanneer dit zich afspeelde? Misschien vijf-zes jaar geleden of zo. In welke tijd van het jaar? Ik weet niet of het zomer, winter, herfst of lente was. Of er ook een kwitantie is afgegeven of een rekening? Dat kan ik mij niet herinneren.(…)Ik weet dat er een sleutel is afgegeven aan [appellant] door die man. Hoeveel sleutels? Een of twee, ik weet het niet precies. De shovel omschrijf ik verder als volgt: er zat geen dak op. Erzat wel een soort beugel op, zo’n boog. Verder dus rood, wit of grijs. Hij zag er vrij nieuw uit. Alle onderdelen zaten erbij. Welke? Zo’n vork waarmee je dingen kunt oppakken. Die werd ook getest.Die man was een oudere man. Hij had grijs haar. Ik schat ouder dan vijftig jaar. Verdere bijzonderheden weet ik niet. Na de koop van de shovel heb ik die shovel ook nog wel vaker gezien. Daarna heeft [appellant] een oudere shovel gekocht, ik bedoel toen de eerste gestolen werd. Niet meteen maar wel een tijdje daarna. Of ik iets weet over de diefstal? Ik weet dat die vrij nieuwe shovel gestolen was. Wanneer na die koop, hoe lang ongeveer? Dat weet ik niet. Ook niet bij benadering.(…)Of die verkoper groot of klein was? Dat weet ik niet meer. Of ik zeker weet dat [appellant] het geld geteld heeft? Ja. Ik weet niet meer of er een bonnetje of een factuur of kwitantie is gemaakt.”
4.De procedure en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
de grieven I tot en met VIIkomt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank dat hij niet voldoende heeft onderbouwd dat hij de door hem verzekerde shovel heeft gekocht en in bezit en eigendom heeft verkregen of er enig ander verzekerd (vermogens)belang in heeft gehad. De grieven richten zich tegen het oordeel zelf en de verschillende gronden waarop de rechtbank dit oordeel heeft gebaseerd. Omdat de grieven met elkaar samenhangen, zal het hof ze tezamen bespreken.
6.De beslissingHet gerechtshof, alvorens nader te beslissen:draagt [appellant] op te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit volgt dat hij door koop in november 2012 op 23 augustus 2013 rechthebbende was op de door hem bij Univé verzekerde shovel;bepaalt dat, indien [appellant] dat bewijs (ook) door middel van getuigen wenst te leveren, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. H. de Hek, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum1 mei 2018, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;