In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een schadestaatprocedure naar aanleiding van een eerder vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De appellanten, bestaande uit verschillende besloten vennootschappen, hebben in hoger beroep een schadevergoeding gevorderd van € 442.839,65. Dit bedrag is opgebouwd uit schade die is geleden door onterechte inning van facturen door de Attitude Group (AG) en de verkoop van intellectuele eigendomsrechten aan Carthago ICT B.V. De rechtbank had eerder vastgesteld dat AG onrechtmatig had gehandeld door zonder de vereiste toestemming van de aandeelhoudersvergadering het intellectuele eigendom te verkopen, wat leidde tot schade voor de appellanten.
De procedure in hoger beroep omvatte een beoordeling van de grieven van beide partijen, waarbij de rechtbank de waarde van de intellectuele eigendomsrechten en de bijbehorende service level agreements (SLA's) heeft vastgesteld op € 27.452,-. De deskundige die door de rechtbank was benoemd, heeft de economische waarde van de activa beoordeeld en geconcludeerd dat de verkoopprijs aan Carthago te laag was, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 17.147,36 voor de appellanten. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van de ingangsdatum van de wettelijke rente, die is vastgesteld op 25 november 2010, en de beslagkosten, die zijn verhoogd naar € 1.696,52.
Het hof heeft geoordeeld dat de deskundige zorgvuldig te werk is gegaan en dat de schadevergoeding terecht is toegewezen. De grieven van de appellanten zijn in hun geheel afgewezen, met uitzondering van de punten met betrekking tot de wettelijke rente en de beslagkosten. Het hof heeft AG c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding en de beslagkosten, en heeft de proceskosten aan beide partijen toegewezen.