Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven 1 tot en met 5in hoger beroep gekomen tegen zijn veroordeling om € 11.338,93 (vermeerderd met wettelijke rente) aan [geïntimeerde] te betalen en tegen de afwijzing van zijn reconventionele vorderingen.
4.5 De eerste grief is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat er in dit geval geen sprake is van de situatie dat een beroep op het rechtsgevolg van de tussen partijen overeengekomen afspraak ten aanzien van de lasten van de echtelijke woning naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. [appellant] meent dat het beroep dat [geïntimeerde] op de afspraak doet op grond van deze maatstaven dient te worden afgewezen.
Naar het oordeel van het hof zijn deze stellingen, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van [geïntimeerde] , onvoldoende om tot de door [appellant] gewenste (vergaande) conclusie te komen dat [geïntimeerde] geen beroep zou kunnen doen op de gemaakte afspraak. Het hof is van oordeel dat [appellant] op grond van de door hem aangevoerde omstandigheden zo nodig zelf actie had moeten ondernemen om tot een wijziging van de gemaakte afspraak, dan wel wijziging van de kinderalimentatie met ingang van een eerdere datum te komen. Dat hij dit heeft nagelaten komt voor zijn risico en kan niet op [geïntimeerde] worden afgewenteld. De grief faalt.
.