Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Start onderzoek
De oorzaken van de onderzochte stroomstoringen zijn niet technisch maar werden veroorzaakt door opzet.”
2.1 Resultaten uit het gesprek met de heer [appellant]
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling van het hoger beroep
nadatde doorbranding had plaatsgehad, maar hij heeft niet gezien dat [appellant] de voltage-schakelaars heeft omgezet. Beeldmateriaal is evenmin voorhanden.
nahet ontstaan van de storing (om 8.42 uur) ter plaatse, en niet daarvoor. De verklaring die AkzoNobel daarvoor heeft gegeven, namelijk dat de tijdregistratie van de camera mogelijk niet correct was, acht het hof niet aannemelijk en het hof gaat hieraan voorbij (waarbij ook wordt gewezen op de verklaring van getuige [medewerker] van Hoffmann die inhoudt dat de technici van Hoffmann hebben aangegeven dat zij de tijd correct hebben ingesteld). AkzoNobel heeft haar verwijten richting [appellant] over de storing van 16 september 2016 daarnaast gebaseerd op zijn bekentenis, zoals neergelegd in het rapport Hoffmann. Het hof hecht aan die bekentenis echter niet de waarde die AkzoNobel daaraan hecht. Allereerst heeft [appellant] in zijn verklaring niet erkend dat hij de geheugenkaart uit de houder heeft gehaald, maar slechts dat hij die kaart had aangeduwd dan wel aan de kaart had gerammeld, dat hij dat had moeten melden en dat àls de storing door die handeling is veroorzaakt hij daarvoor verantwoordelijk is. Maar daarnaast heeft het hof bedenkingen bij de omstandigheden waaronder [appellant] verklaring bij Hoffmann tot stand is gekomen. De onderzoeker van Hoffmann is in algemene zin een gesprek met [appellant] aangegaan over het ontstaan van de storingen, zonder te melden dat [appellant] daarvan concreet werd verdacht en zonder melding te maken van de camerabeelden. Het verhoor was dus onaangekondigd, het heeft bijna acht uur geduurd, er heeft geen band meegedraaid om het verhoor op te nemen en tot slot is er een verklaring opgesteld die [appellant] onmiddellijk, na uren verhoord te zijn, moest ondertekenen. Ook in zoverre komt aan de erkentenis van het rapport slechts beperkte waarde toe. Tot slot is door AkzoNobel weliswaar gesteld dat zich na het vertrek van [appellant] geen onverklaarbare storingen meer hebben voorgedaan, maar dat is door [appellant] gemotiveerd betwist en door AkzoNobel niet nader onderbouwd.