Uitspraak
1.primair:
1.subsidiair:
1.meer subsidiair:
1.meest subsidiair:
(het hof begrijpt: de Posbank-zaak)meer van weet (p. 927 e.v.). Uit het voorgaande blijkt dat aan verdachte verschillende vragen zijn gesteld over zijn betrokkenheid bij de Posbank-zaak. Echter valt op dat de undercoveragenten met enige regelmaat slechts passief op uitlatingen van verdachte reageren. Zij stellen dan geen nadere vragen, maar antwoorden bijvoorbeeld slechts met “ja” of “hmmm”. Daarbij komt dat verdachte ook uit zichzelf bepaalde informatie toevoegt, zoals de voornaam van [medeverdachte] (p. 917), de omstandigheid dat hij “het ding” heeft gedumpt “ergens in het kanaal” (p. 929) en tot slot de omstandigheid dat hij alles (de munitie) van tevoren heeft schoongemaakt (p. 944).
(het hof begrijpt: de parkeerplaats Bloemers). Hij zag toen niemand meer. Er lag ook niemand meer op de grond.
(het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte] )al eens had besproken dat [medeverdachte] verdachtes rug moest dekken als het mis zou gaan. Verdachte zou de deal doen en als het mis ging, moest [medeverdachte] schieten. Zij hadden afgesproken geen levende getuigen achter te laten. Het slachtoffer
(het hof begrijpt: [slachtoffer] )kwam opeens uit de bosjes en begon zich ermee te bemoeien. Er ontstond ruzie. Daarna liep het slachtoffer richting zijn auto en zei hij dat hij de politie ging bellen. Verdachte en [medeverdachte] stonden achter de Audi van [medeverdachte] . Op dat moment maakte verdachte een snijbeweging bij zijn keel naar [medeverdachte] . Daarop liep [medeverdachte] naar de andere kant van de kofferbak. Vervolgens riep verdachte het slachtoffer terug. Toen hij zich omdraaide, schoot [medeverdachte] het slachtoffer in zijn borst. Vervolgens is verdachte met het slachtoffer in de Omega
(het hof begrijpt: Opel Omega)naar Erp gereden. [medeverdachte] reed daar ook naartoe. Verdachte kende de plek waar de auto in brand is gestoken. Desgevraagd vertelde verdachte dat [medeverdachte] een Browning 9 had.
1.primair:
of omstreeks20 januari 2003 te Rheden
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader
(s)met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een of meer kogels in/door het lichaam van die [slachtoffer] hebben/heeft geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
of omstreeks20 januari 2003 te Erp, gemeente [plaats 1]
, en/of (elders) in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk brand heeft gesticht, hierin bestaande dat verdachte
en/of verdachtes mededader(s)opzettelijk een brandbare
(vloei
)stof (
motorbenzine)
hebben/heeft gesprenkeld en/of gegoten in/rondom/over een auto (Opel Omega met kenteken [kenteken] ) en
/of (vervolgens
) een molotovcocktail hebben/heeft aangestoken en/ofeen bol met een brandbare (vloei)stof (
motorbenzine)
hebben/heeft besprenkeld en
/ofaangestoken en
/of (vervolgens) die molotovcocktail en/ofdie brandende bol in
/tegendie auto
hebben/heeft gegooid
en/of (aldus) die (vloei)stof in/op/rondom die auto in brand hebben/heeft gestoken en/of brand hebben/heeft gesticht, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking hebben/heeft gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan brand is ontstaan, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor (in de nabijheid staande) struiken, planten, bomen, gras en/of heide, in elk gevalgemeen gevaar voor goederen, te duchten was.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) jaren.
€ 121.215,95 (honderdeenentwintigduizend tweehonderdvijftien euro en vijfennegentig cent)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 121.215,95 (honderdeenentwintigduizend tweehonderdvijftien euro en vijfennegentig cent)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
240 (tweehonderdveertig) dagen hechtenis,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 19.800,00 (negentienduizend achthonderd euro)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 19.800,00 (negentienduizend achthonderd euro)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 19.800,00 (negentienduizend achthonderd euro)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 19.800,00 (negentienduizend achthonderd euro)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 19.800,00 (negentienduizend achthonderd euro)ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 19.800,00 (negentienduizend achthonderd euro)als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.