3.1Partijen zijn op 24 september 1999 met elkaar gehuwd op huwelijkse voorwaarden, die zij op 23 september 1999 bij notariële akte hebben vastgelegd en die – voor zover hier van belang – luiden als volgt:
‘
Algehele uitsluiting
Artikel 1.
De echtgenoten zijn met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen en met uitsluiting van elk (wettelijk) deelgenootschap gehuwd.
(…)
Vergoedingen
Artikel 3.
De echtgenoten zijn, voor zover niet anders bepaald, verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen van de ene echtgenoot is onttrokken ten bate van de andere echtgenoot, ten bedrage van of naar de waarde ten dage van de onttrekking.
Deze vergoedingen zijn terstond opeisbaar, tenzij de redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzetten
(…)
Aansprakelijkheid voor schulden
Artikel 5.
Voor de schulden van ieder van de echtgenoten is aansprakelijk degene die de desbetreffende schuld heeft doen ontstaan. Voor schulden aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de huishouding is ieder van de echtgenoten voor het geheel aansprakelijk.
Inkomen en belastingen
Artikel 6.A.
1.
Inkomen
a. Onder inkomen wordt verstaan de inkomsten bedoeld in artikel 6.B. verminderd met de daarover verschuldigde belasting op inkomen en premieheffing-volksverzekeringen, waarbij het inkomen dat wordt toegerekend aan één echtgenoot wordt geacht te behoren tot het inkomen van degene die het inkomen feitelijk heeft genoten.
(…)
2.
Belastingen
Indien voor de heffing van inkomstenbelasting dan wel vermogensbelasting de inkomens dan wel vermogens van echtgenoten worden toegerekend aan één echtgenoot, zullen de op de betreffende bestanddelen in mindering komende belastingen en premies
volksverzekeringen alsmede de voordelen ten gevolge van fiscale aftrekbaarheid worden toegerekend aan de echtgenoot op wie de betreffende bestanddelen betrekking hebben terwijl de door de ene echtgenoot terzake betaalde belasting dan wel het genoten voordeel dient te worden verrekend met de andere echtgenoot. Tenzij anders overeengekomen zal voor zover het de inkomstenbelasting betreft bij deze berekening worden uitgegaan van het gemiddelde tarief van de echtgenoot aan wie de inkomsten/aftrekbare kosten zijn toegerekend.
3. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
Inkomsten
Artikel 6.B.
Onder inkomsten worden verstaan:
a. Bruto inkomsten uit arbeid, uit vermogen of in de vorm van periodieke uitkeringen of verstrekkingen.
b. Hetgeen wordt verkregen door toeval of geluk met uitzondering van hetgeen wordt verkregen uit de aanbrengsten ten huwelijk, ten gevolge van schenkingen of vererving. Hetgeen wordt verkregen door toeval of geluk uit wederbelegging van privé-vermogens wordt eveneens niet begrepen onder het begrip inkomsten.
c. Winst uit onderneming volgens de fiscale winst- en verliesrekening evenwel met uitzondering van de boekresultaten behaald op materiële en immateriële activa, indien deze op het tijdstip van het ingaan van de huwelijksvoorwaarden aanwezig waren en hierop tijdens het huwelijk niet werd afgeschreven.
Eveneens worden van de winst uit onderneming uitgezonderd de boekresultaten behaald op materiële en immateriële activa welke na het ingaan der huwelijksvoorwaarden werden verkregen door overname van ouders, direkt dan wel via een maatschap of andere samenwerkingsvorm met ouders, vererving of schenking dan wel niet als belegging worden aangeschaft en aangehouden. De boekresultaten behaald met onroerende vaste activa welke wel als belegging worden aangeschaft en aangehouden en welke niet door schenking of vererving zijn verkregen worden wel tot de winst uit onderneming gerekend.
Tot de winst uit onderneming worden wel gerekend boekresultaten op materiële en immateriële activa waarop tijdens het huwelijk werd afgeschreven echter met dien verstande dat deze boekresultaten geacht zullen worden nimmer meer te bedragen dan het bedrag der tijdens het huwelijk plaatsgevonden hebbende afschrijvingen welke de inkomsten van de ondernemende echtgenoot hebben verlaagd.
Onder winst uit onderneming wordt verder en overeenkomstig het voorgaande verstaan:
1. De normale fiscale jaarwinst.
2. Winst verkregen bij overdracht onderneming.
3. Winst verkregen hij staking van onderneming.
4. Overlijdenswinst.
5. Fictieve stakingswinst ten gevolge van echtscheiding casu quo overlijden van de
echtgenote van de ondernemer.
d. De jaarlijkse waardeveranderingen van aandelen.
Zulks wordt echter alleen als inkomsten aangemerkt indien de aandelen behoren tot een aanmerkelijk belang, onder de jaarlijkse waardeveranderingen der aandelen te begrijpen de jaarlijkse waardeveranderingen van de intrinsieke waarde der aandelen waarbij als uitgangspunt geldt de fiscale jaarlijkse eindbalans gecorrigeerd met boekresultaten op vaste activa.
Bij aanmerkelijk belang in een beleggingsmaatschappij worden boekresultaten op vaste activa, die zuiver als belegging worden aangehouden, niet uitgezonderd.
Dit geldt niet voor die vaste activa die reeds voor het ingaan der huwelijksvoorwaarden één der echtgenoten toebehoorden en nadien in de beleggingsmaatschappij zijn ingebracht dan wel reeds behoorden tot de vaste activa van de beleggingsmaatschappij noch voor de vaste activa die door schenking of vererving zijn verkregen en vervolgens in de beleggingsmaatschappij zijn ingebracht.
Indien de betreffende aandelen worden verkocht bedragen de inkomsten het verschil tussen opbrengstprijs verminderd met de gecorrigeerde intrinsieke waarde aan het begin van het lopend boekjaar.
Bij het eind van het huwelijk wordt de waardeverandering in dat jaar niet geacht inkomsten te zijn.
e. Uitkeringen uit hoofde van koopsommen en dergelijke waarvan de koopsom ten laste van één der echtgenoten is gekomen voorzover die uitkeringen het totaal van de koopsom te boven gaan.
Kosten huishouding
Artikel 7
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding (…) worden voldaan uit de inkomens van de echtgenoten naar evenredigheid daarvan; voor zover deze inkomens ontoereikend zijn worden deze kosten voldaan uit ieders vermogen naar evenredigheid daarvan. (…)
2. De echtgenoot die over enig kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan zijn aandeel ingevolge het hiervoor bepaalde, heeft het recht het teveel bijgedragene terug te vorderen van de andere echtgenoot.
3. Het recht het aldus teveel bijgedragene terug te vorderen verjaart niet en vervalt evenmin door tijdsverloop.
(…)
Verrekening van inkomsten
Artikel 9
De echtgenoten verplichten zich over elk kalenderjaar hetgeen van hun inkomen in de zin van artikel 6, onder aftrek van hetgeen daarvan is besteed voor de gemeenschappelijke huishouding, overblijft onderling te verrekenen in die zin, dat de ene echtgenoot een vordering verkrijgt op de andere echtgenoot ten bedrage van de helft van het aan diens zijde overblijvende als hiervoor bedoeld. Indien de echtgenoten over en weer een vordering op elkaar krijgen worden de vorderingen door een desbetreffende verklaring verrekend tot het bedrag van de kleinste vordering. Indien aan een echtgenoot langs andere weg iets ten goede komt of is gekomen van het overblijvende van het inkomen van de andere echtgenoot, wordt zijn vordering dienovereenkomstig verminderd.
(…)
Artikel 11.
Het recht tot het vorderen van de verrekening verjaart niet en vervalt evenmin door tijdsverloop.
Artikel 12.
Geen verrekening heeft plaats:
a. over de tijd, dat de echtgenoten anders dan in onderling overleg niet samenwonen of dat tussen hen scheiding van tafel en bestaat;
b. over het kalenderjaar dat het inkomen als bedoeld in artikel 9 van een echtgenoot, onder aftrek van de kosten van de huishouding, tengevolge van verlies in een zelfstandig uitgeoefend beroep of bedrijf van die echtgenoot negatief is en over volgende kalenderjaren indien en voorzover het voor verrekening overeenkomstig artikel 9 vatbare inkomen van de betreffende echtgenoot niet het bedrag van het verlies heeft bereikt;
(…)
d. voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.