Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.[de vader] ,
2.2. [de pleegouders] ,
1.1. Het geding in eerste aanleg
de kinderrechter), van 18 augustus 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2.Het geding in hoger beroep
23 november 2017, waarin de raad bericht niet over relevante rapportages/adviezen te beschikken;
[C] (gezinsvoogd) en mevrouw mr. [D] (jurist).
3.De feiten
18 maart 2016. Deze machtiging is vanwege een gebrek aan een plaatsingsmogelijkheid niet ten uitvoer gelegd. Met ingang van 26 augustus 2016 is wederom een machtiging tot uithuisplaatsing voor beide kinderen verleend, welke ten uitvoer is gelegd met ingang van 27 september 2016. Bij beschikking van 22 februari 2017 heeft de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen in een voorziening voor pleegzorg voorlaatst verlengd tot 26 augustus 2017.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
[E] heeft de verwachting uitgesproken dat langdurig hulpverlening voor de kinderen nodig zal zijn. Er zijn doelen gesteld op de gebieden emotieregulatie en (het versterken van) het zelfbeeld van de kinderen. Na een periode van stabiliseren kan, als dat nodig is, traumabehandeling worden gestart.
6.De beslissing
A.W. Jongbloed, bijgestaan door mr. L.S. Veldmans als griffier, en is op 22 februari 2018 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.