Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerden]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling van de grieven en de vordering
“De kopers zullen eigenaar worden van de onroerende zaken die het onderwerp van deze overeenkomst vormen met ingang van de dag waarop de definitieve koopakte wordt ingeschreven in de grondboeken, na de definitieve en geactualiseerde inschrijving bij het Kadaster [in het Franse origineel: Conservation Foncière, toev. Hof] van [marokkaanse stad] (…)”En onder het kopje “opschortende voorwaarde” is opgenomen:
“Deze ‘voorlopige koopovereenkomst’ wordt uitdrukkelijk verbonden aan de opschortende voorwaarde van het verkrijgen door de verkoper (…), van de actualisering van de eigendomstitel na definitieve inschrijving van het terrein als gevolg van de hierop gerealiseerde constructies, van de indiening van een verzoek tot inschrijving bij het Kadaster van [marokkaanse stad] en van het verkrijgen van de eigendomstitel van het terrein met betrekking tot de eigendom die het onderwerp van deze overeenkomst vormt, vrij van alle schulden en lasten; dit alles onder verantwoording van de verkoper en voor diens rekening en kosten.”
“Na een gesprek met de bank is naar voren gekomen dat er geen mouhafada is voor de grond en villa. Dit is ook de reden dat we de volledige hypotheeksom niet krijgen. (…).”Dit punt is ook aan de orde gekomen ter comparitie van partijen op 19 december 2017. Voorafgaand aan deze zitting heeft [appellant] als productie 4 overgelegd de akte van verkoop van 10 juni 2010 van de grond aan [appellant] . Volgens de beëdigde vertaling van de akte van verkoop van 10 juni 2010 draagt deze akte als opschrift “verkoop onverdeeld onroerend goed van een braakliggend terrein”. Over de herkomst van de eigendom is in de koopakte het navolgende opgenomen:
“De verkoper verklaart dat hij de eigenaar is van het heden te verkopen onroerend goed, aangezien hij dit heeft verkregen middels twee (2) door een adoul opgestelde aktes … [één van 16 januari 1993 en één van 11 maart 2004, toev. hof] …”.
“van de indiening van een verzoek tot inschrijving bij het Kadaster van [marokkaanse stad] en van het verkrijgen van de eigendomstitel van het terrein met betrekking tot de eigendom die het onderwerp van deze overeenkomst vormt”) niet is vervuld, althans dat [appellant] zijn verbintenis tot levering van de volle eigendom door middel van kadastrale inschrijving in het ANCFCC niet kon nakomen. [geïntimeerden] hebben dit in de mail van 30 juli 2013 verwoord, ex artikel 6:80 lid 1 sub a BW, zo verstaat het hof, als “wij annuleren de koop en eisen het gehele voorschotbedrag”. Vervolgens hebben zij per aangetekende brief van 8 oktober 2013 de overeenkomst ontbonden ( [geïntimeerden] verwijzen niet alleen (alinea 2 van de brief) naar de gestelde tekortkomingen van de bouw van de villa – die hier verder niet ter zake doen – maar wijzen er ook op (alinea 3 van de brief) dat de opschortende voorwaarde(n) niet in vervulling is/zijn gegaan).