Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
1 augustus 2008 een behoefte dekkende bijdrage in haar kosten van levensonderhoud dient te voldoen van € 4.092,- bruto per maand. In de beschikking van het hof is de behoefte van de vrouw aan de hand van een door haar overgelegde behoeftelijst bepaald op € 7.221,- netto per maand. De netto behoeftigheid van de vrouw is in die beschikking bepaald op € 1.964,- per maand, zijnde bruto € 4.092,- per maand. De man heeft destijds onvoldoende onderbouwd dat hij niet in staat is die bijdrage te voldoen, aldus het hof in die beschikking. Het door de man ingesteld cassatieberoep, dat betrekking had op de behoeftigheid van de vrouw, is bij beschikking van de Hoge Raad van 12 november 2010 verworpen.
21 juni 2016, heeft de vrouw verzocht de door de man aan haar verschuldigde partneralimentatie vanaf 1 december 2012 te wijzigen.
25 november 2008 gewijzigd in die zin dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud dient te voldoen:
4.De omvang van het geschil
30 september 2016 bij de rechtbank door de man ingediende zelfstandig verzoek;
5.De motivering van de beslissing
25 november 2008. Daartoe heeft zij aangevoerd dat haar pensioenuitkering per
1 november 2012 is verlaagd met een bedrag van € 1.805,- bruto per maand, waardoor zij een hogere aanvullende behoefte heeft. Omdat de vrouw in de veronderstelling was dat ook het pensioen van de man was verlaagd en hij geen inkomen meer genoot, anders dan een onkostenvergoeding voor de auto waarover hij kan beschikken, heeft de vrouw in eerste instantie naar aanleiding van deze verlaging geen verzoek tot wijziging van de partneralimentatie ingediend. Het is de vrouw bekend geworden dat de man, in tegenstelling tot hetgeen hij in de procedure in 2008 beweerde, zijn werkzaamheden niet heeft beëindigd en in elk geval in de jaren 2009 tot en met 2014 een zeer substantieel inkomen heeft genoten.
25 november 2008 dienen te leiden.
€ 4.756,- bruto per maand.
€ 6.477,- bruto per maand in 2016. Nu de man hiertegen, in het licht van de door de vrouw overgelegde financiële gegevens, onvoldoende heeft ingebracht, zal het hof hiervan eveneens uitgaan voor wat betreft de periode vanaf 21 juni 2016.
€ 6.477,- bruto per maand en over de periode vanaf 1 juni 2017 € 5.356,- bruto per maand.