Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die onder toezicht zijn gesteld door de kinderrechter in de rechtbank Overijssel. De ouders, de vader en de moeder, zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen, die beiden kwetsbaar zijn en kampen met ontwikkelingsproblemen. De vader heeft hoger beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter, waarin de ondertoezichtstelling is uitgesproken, en verzoekt deze te vernietigen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de ouders en hun advocaten aanwezig waren. De raad voor de kinderbescherming heeft verweer gevoerd en de moeder heeft eveneens verweer ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is vanwege de ernstige bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen, die een veilige en stabiele opvoedingssituatie nodig hebben. De ouders zijn momenteel niet in staat om deze situatie te bieden zonder hulpverlening.
Het hof heeft ook zorgen geuit over de vele wisselingen van gezinsvoogden, wat de stabiliteit van de kinderen in gevaar kan brengen. Ondanks de bezorgdheid van de vader over de effectiviteit van de ondertoezichtstelling, heeft het hof geoordeeld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. De beschikking van de kinderrechter is bekrachtigd, en het hof heeft het verzoek van de vader afgewezen.