ECLI:NL:GHARL:2018:1312
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- E.A.K.G. Ruys
- W.A. Holland
- Y.A.J.M. van Kuijck
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige hechtenis na verkeerde kennisgeving aan raadsman
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 12 januari 2018. De rechtbank had de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, maar de officier van justitie heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De verdachte, geboren in 1995, was in voorlopige hechtenis genomen op basis van een gevangenhouding die op 31 augustus 2017 was bevolen. Tijdens de behandeling van de vordering tot gevangenhouding was de pro forma-zitting gepland op 29 november 2017. De raadsman van de verdachte, mr. M.F. Wijngaarden, had de verdediging overgenomen van mr. E. Vels en was niet op de hoogte van de zittingsdatum omdat het Openbaar Ministerie abusievelijk de dagvaarding naar zijn oude kantooradres had gestuurd. Hierdoor is de raadsman niet verschenen op de zitting, wat leidde tot verstek en schorsing van het onderzoek tot de volgende zitting op 14 februari 2018.
Mr. Wijngaarden stelde dat het onderzoek ter terechtzitting van 29 november 2017 nietig was, omdat hij geen afschrift van de dagvaarding had ontvangen. De rechtbank volgde deze redenering, maar het hof oordeelde anders. Het hof stelde vast dat er geen sprake was van nietigheid, omdat het onderzoek was geschorst en de raadsman alsnog in de gelegenheid was om te verschijnen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet in zijn belangen was geschaad en dat de gronden voor de voorlopige hechtenis onverkort aanwezig waren. Daarom vernietigde het hof de beschikking van de rechtbank en gelastte de onverwijlde verdere tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis.