Uitspraak
1.[Appellant 1] ,
[Appellant 2],
[Appellanten] .en waar nodig ieder afzonderlijk ook te noemen:
[Appellant 1]respectievelijk
[Appellant 2],
1.[geintimeerde 1] ,
[geintimeerde 2] ,
[geintimeerden]en waar nodig ieder afzonderlijk ook te noemen:
[geintimeerde 1]respectievelijk
[geintimeerde 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“rechtgevende op het (…) gebruik van het appartement op de bovenste 2 verdiepingen (…), plaatselijk bekend [adres] te (…) [woonplaats]”(productie 1 bij conclusie van antwoord, hierna ook te noemen: het appartement of de woning).
“over geluidshinder of andere zaken”, dat de houten vloer al in het appartement lag toen zij dit kochten, dat de toenmalige verkopers hen hebben verzekerd dat de vloer voldeed aan
“de geluidsnormen die gesteld worden aan deze woningen”, dat de toenmalige verkopers hen een
“geluidsmeting rapport”hebben
“gestuurd waarin dit ook wordt bevestigd”, dat het
“natuurlijk wel een oud huis”betreft zonder
“betonnen vloeren met de nieuwste geluidsisolatie”en dat zij
“dus (…) naar eigen inzicht wel enige rekening”houden met [X] . Bij diezelfde mail heeft [geintimeerde 1] [Appellant 1] verder, voor zover relevant, medegedeeld dat hij van de toenmalige verkopers begrepen heeft
“dat er een sceptic tank aanwezig is die buiten gebruik is en dat er een aansluiting op het riool is”, dat zij
“de reguliere rioolbelastingen betalen”, dat hij niet weet
“of er in de toekomst wellicht iets met een standpijp moet gebeuren”en dat naar zijn weten
“er in ieder geval nooit een beerput geleegd”is
“de afgelopen jaren.”
“natuurlijk gebruikelijk”is
“om rekening te houden met elkaar”en dat hij aanneemt dat als rioolrechten betaald worden
“er een normale aansluiting moet zijn”, maar dat dit
“even met de onderbuurman”moet worden uitgezocht.
“conclusie is dat de vloer voldoet aan de norm die de gemeente stelt.”
“het geluidsrapport (…) in samenhang met de door de onderbuurman vermeende geluidsoverlast.”
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Grief 2is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter betreffende de door [Appellanten] . gestelde klachten met betrekking tot de vloer.
“nog een septictank (met overloop naar gemeentelijk riool) aanwezig”is,
“welke niet meer in gebruik is.”en dat het appartement is aangesloten op het gemeenteriool, met een
“Aansluiting voor uitsluitend gebruik”, terwijl vast is komen te staan dat de beerput/septic tank (hierna ook te noemen: septic tank) wel degelijk nog in gebruik is en dat het appartement geen eigen aansluiting op het riool heeft. [geintimeerden] hebben dan ook onjuiste informatie verschaft. [Appellanten] . wijzen daarbij op een in 2015 op hun verzoek door All Riool Service verrichte camera-inspectie, waaruit is gebleken dat de standleiding van het appartement uitkomt op een oude grespijp die onder het souterrain van het appartement van [X] door op het riool uitkomt en dat ook het appartement van [X] op deze grespijp op het riool uitkomt.
“bleek dat er geen beerput of septic tank was, slechts een regenwaterput op de plek waarvan men dacht dat er een beerput of sceptic tank lag”. Daarmee spreken zij zichzelf tegen althans hebben zij onvoldoende gesteld over het nog in gebruik zijn van de septic tank. Ook het verwijt over het ontbreken van een eigen aansluiting op het riool is onvoldoende onderbouwd. De door [Appellanten] . beschreven situatie van de riolering is zonder nadere toelichting, welke ontbreekt, niet zonder meer niet aan te merken als een rechtstreekse en uitsluitende aansluiting op het gemeenteriool. Een verticale standleiding, zoals in dit geval, komt immers doorgaans uit op een horizontale, iets op afschot liggende (gres)buis naar het gemeenteriool. Het enkele feit dat ook het appartement van [X] via de gresbuis afwatert, maakt niet dat van een riolering uitsluitend bestemd voor het appartement van [Appellanten] . geen sprake kan zijn.
“de laatste tijd last van ratten in het souterrain”heeft, dat
“iemand van de gemeente van de dienst plaagdierenbestrijding”geconcludeerd heeft dat de ratten zich kunnen
“nestelen in de beerput”, dat
“zij zich onder het huis”kunnen
“begeven via de gresbuis”, dat
“Wanneer die gresbuis lek is (zeer waarschijnlijk) (…) de ratten vrij spel”hebben en dat
“Het advies van de gemeentefunctionaris luidde: De beerput opheffen (…).”
“Het systeem met de beerput (…) oud en gammel”is en dat
“Dit kan betekenen dat in de toekomst de standpijp van het bovenhuis moet worden verplaatst.”
“Wanneer die gresbuis lek is (zeer waarschijnlijk) (…) de ratten vrij spel”hebben. Als bron van de overlast wordt in de brief de septic tank genoemd. In de antwoordbrief van [geintimeerde 1] van 17 april 2008 staat, voor zover thans van belang, slechts vermeld dat [geintimeerde 1] zich kan vinden in het
“voorstel om de beerput op te heffen en daarmee de oorzaak van de rattenplaag weg te nemen”.
“te voldoen aan de eisen die het Bouwbesluit stelt aan de karakteristieke isolatie-index voor contactgeluid.
”, dat de
“contactgeluidisolatie (…) voldoet aan de in het Bouwbesluit gestelde eis voor de nieuwbouw woningen, met uitzondering van”de woonkamer van het appartement en dat
“bij toepassing van harde vloerafwerkingen”de contactgeluidisolatie niet voldoet.