ECLI:NL:GHARL:2018:11057

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 december 2018
Publicatiedatum
19 december 2018
Zaaknummer
200.219.134/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindarrest na tussenarrest in vrijwaringszaak tussen maatschap MTS en Liander N.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep in een vrijwaringszaak tussen de maatschap MTS en Liander N.V. De procedure is gestart met een tussenarrest op 31 juli 2018, waarin de appellanten, de maatschap MTS, zijn toegelaten tot bewijs door het horen van getuigen. Echter, op 26 november 2018 hebben de appellanten besloten af te zien van het geplande getuigenverhoor op 4 december 2018. Het hof heeft vervolgens arrest bepaald.

In de verdere beoordeling van het hoger beroep heeft het hof de grieven van de appellanten behandeld. De grieven 1 en 3 zijn verworpen, waarbij het hof zich heeft gehouden aan de overwegingen uit het tussenarrest, met name met betrekking tot de bewijsopdracht en de bewijslastverdeling. Grief 2, die betrekking had op het bewijs, is eveneens afgewezen omdat de appellanten niet zijn geslaagd in het leveren van het opgedragen bewijs. Grief 4, waarin de appellanten aanvoerden dat Liander in het ongelijk had moeten worden gesteld, is ook verworpen. Het hof heeft geoordeeld dat de appellanten terecht zijn veroordeeld in de proceskosten van Liander.

Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, bekrachtigd. De kosten van het hoger beroep zijn vastgesteld op € 716,00 voor griffierecht en € 759,00 voor het salaris van de advocaat. Het arrest is uitgesproken op 18 december 2018 door de rechters E.J. van Sandick, P.P.M. Rousseau en R.F. Groos, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel handel
zaaknummer gerechtshof 200.219.134/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden in de vrijwaringszaak: 46753578)
arrest van 18 december 2018
in zaak van

1.de maatschapMTS. [appellant] en [appellante] ,

gevestigd te Rottum,
2.
[appellant],
3.
[appellante],
beiden wonende te [A] ,
appellanten,
in eerste aanleg: eisers in de vrijwaringszaak,
hierna: gezamenlijk [appellanten] c.s.,
advocaat mr. A.J. Welvering,
tegen:
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in de vrijwaringszaak,
hierna: Liander,
advocaat mr. M. Teekens.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Voor het verloop van de procedure tot 31 juli 2018 wordt verwezen naar het arrest van die datum (hierna: het tussenarrest). [appellanten] c.s. is bij dat arrest toegelaten tot bewijs door het horen van de onder rechtsoverweging 4.13 van het tussenarrest genoemde getuigen. Bij brief van 26 november 2018 heeft [appellanten] c.s. meegedeeld af te zien van het op
4 december 2018 geplande getuigenverhoor.
1.2.
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling van het hoger beroep

2.1.
Het hof blijft bij hetgeen in het tussenarrest reeds is overwogen, waaronder dat
grieven 1 en 3(met betrekking tot de bewijsopdracht en de bewijslastverdeling) falen (zie r.o. 4.8. tussenarrest).
2.2.
In rechtsoverwegingen 4.9. tot en met 4.12. heeft het hof overwogen dat het bewijs niet is geleverd met het voorliggende bewijsmateriaal (waarop
grief 2ziet). In rechtsoverweging 4.13. is het bewijsaanbod van [appellanten] c.s. om met name genoemde getuigen (alsnog) te doen horen gehonoreerd. Nu [appellanten] c.s. van dit getuigenverhoor alsnog heeft afgezien en geen ander bewijs naar voren heeft gebracht, is hij niet geslaagd in het opgedragen bewijs. Dat betekent dat ook
grief 2faalt.
2.3.
Met de vierde grief voert [appellanten] c.s. aan dat Liander in het ongelijk had moeten worden gesteld zodat Liander in de proceskosten veroordeeld moest worden. Zoals uit het voorgaande volgt is dit niet het geval en is [appellanten] c.s. daarom terecht veroordeeld in de proceskosten van Liander zodat
grief 4faalt.
2.4.
Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
2.5.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof [appellanten] c.s. in de kosten van het hoger beroep veroordelen.
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Liander zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht € 716,00
- salaris advocaat € 759,00 (1 punt).

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
3.1.
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 4 april 2017 met zaak-/rolnummer 4673578 CV EXPL 15-13469;
3.2.
veroordeelt [appellanten] c.s. in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Liander vastgesteld op € 716,00 voor verschotten en op € 759,00 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
3.3.
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. E.J. van Sandick, mr. P.P.M. Rousseau en mr. R.F. Groos, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 december 2018.