Uitspraak
[appellant],
Zilveren Kruis,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. inzake de terugvordering van een Persoonsgebonden Budget (PGB). Het hof behandelt de zaak naar aanleiding van een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 8 november 2017. De appellant, die een PGB had ontvangen, heeft onvoldoende verantwoording afgelegd over de besteding van de ontvangen gelden. Zilveren Kruis heeft daarom een bedrag van € 12.015,16 teruggevorderd, dat aan de appellant was toegekend voor de periode van 5 maart 2014 tot en met 27 juli 2014. Het hof stelt vast dat de appellant een totaalbedrag van € 19.970,05 aan voorschotten heeft ontvangen, waarvan een bedrag van € 7.954,89 onterecht is uitgekeerd. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij aan zijn verantwoordingsplicht heeft voldaan, maar het hof oordeelt dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd van de besteding van de gelden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de afwijzing van de buitengerechtelijke incassokosten, die nu worden toegewezen. De appellant wordt veroordeeld tot betaling van € 1.179,39 aan Zilveren Kruis voor deze kosten, en hij wordt in de proceskosten van het hoger beroep veroordeeld.