Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
Overige opbrengsten
€ 36.000
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2011. De inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 104.124 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 12.336. De inspecteur had ook een bedrag van € 3.815 aan heffingsrente in rekening gebracht. Na bezwaar van belanghebbende heeft de rechtbank de aanslag en de heffingsrente verder verminderd, maar belanghebbende ging in hoger beroep omdat hij het niet eens was met de beslissing van de rechtbank. De kern van het geschil betreft de hoogte van de managementvergoeding die door Beheer BV aan belanghebbende in rekening is gebracht en de aftrekbaarheid van specifieke zorgkosten en giften. Het hof oordeelt dat de inspecteur de bewijslast heeft om aan te tonen dat de managementvergoeding niet in verhouding staat tot de verrichte werkzaamheden. Het hof concludeert dat de managementvergoeding van € 40.000 niet als zakelijke kosten kan worden aangemerkt en dat de inspecteur terecht een bedrag van € 15.000 als kosten heeft geaccepteerd. Daarnaast wordt de aftrek van specifieke zorgkosten en giften door belanghebbende niet aannemelijk gemaakt, waardoor het hof de uitspraak van de rechtbank vernietigt en de aanslag vermindert tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 93.632.