Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
De gemachtigde van de betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter die het beroep tegen een administratieve sanctie van € 130,- ongegrond had verklaard. De sanctie was opgelegd wegens het niet geldig zijn van het keuringsbewijs van een motorrijtuig. De kantonrechter had ook een proceskostenvergoeding van € 124,- toegewezen aan de betrokkene.
Het hof oordeelde dat de betrokkene geen beroep kon doen op artikel 9, tweede lid, onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) met betrekking tot de hoogte van de administratiekosten, aangezien deze matigingsbevoegdheid enkel betrekking heeft op het bedrag van de sanctie. Het verzoek van de gemachtigde om eerdere bezwaren als ingelast te beschouwen, werd niet als beroepsgrond erkend, omdat het hof niet ambtshalve de rechtmatigheid van de beslissing van de kantonrechter kan beoordelen, tenzij het gaat om openbare orde.
Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek tot vergoeding van kosten af, omdat de betrokkene niet in het gelijk werd gesteld. De uitspraak benadrukt de beperkingen van de rechtsgang in administratieve sanctiezaken en de verantwoordelijkheden van de gemachtigde in het proces.